Beste Ilja,
Dat het schrijven van brieven een ‘correspondentie’ wordt genoemd, een tweerichtingsverkeer dus, hoeft niemand jou te vertellen lijkt me. Reageren op wat anderen te zeggen hebben, en vice versa, is de motor der brievenschrijverij en maakt het genre tot een dynamische en veelzeggende stroming in de literatuur.
Om dat goed in een boek weer te geven betekent overigens niet dat de brieven van ‘de andere kant’ ook afgedrukt moeten worden. Je bent ongetwijfeld bekend met de uitzonderlijke brievenboeken van Gerard Reve, en misschien ook wel met de onlangs gebundelde brieven van Nanne Tepper. Juist het ontbreken van die andere kant maakt deze eenzijdige correspondenties zo intrigerend, omdat er telkens in meer of mindere mate aan gerefereerd wordt in de afgedrukte brieven. Dat levert een spanningsveld op en zorgt voor een enerverende leeservaring.
Eenzijdig destillaat
In de door jou samengestelde Brieven uit Genua is dat effect volledig afwezig. Je schrijft aan je vroegere partner Gelya, aan je uitgever, aan je moeder, aan jezelf op jongere leeftijd – ze zijn ook werkelijk verstuurd aan deze personen, zo bezweer je – maar van een antwoord op de brieven is geen sprake. Je flikt dus een kunstje: een brievenboek als verkapte autobiografie, of in jouw geval: een brievenboek als een ondubbelzinnige hagiografie. Geen verrassend kunstje, want de vermenging van waarheid en fictie is je op het lijf geschreven. Dit boek heet dan ook een ‘roman’ te zijn, de lezer moet maar zien wat er aan realiteit in dit eenzijdige destillaat terecht is gekomen.
En zo worden we meegenomen in jouw ‘estafette van brieven’ waarmee je ‘een afgerond verhaal wil vertellen over de ontwikkeling van een persoon’. Je schrijft aan je moeder over je zorgeloze jeugd, terwijl je al vroeg wilde ‘ontsnappen aan de gegarandeerde veiligheid om op zoek te gaan naar het door jezelf geconstrueerde geluk’. Een zelfverzonnen land met een geheel uitgewerkte fantasietaal was het gevolg van deze queeste, waarin ook voldoende plaats was voor ‘passie en vertwijfeling, gehoopte en gefnuikte liefde’.
Die onverantwoordelijke puber die in zijn eigen taal zijn hartstocht liet stormen, die ben ik altijd gebleven.
Zere bips
De brieven aan je jongere ik vormen het hoogtepunt van wat men wel een ‘zelffeliciterend’ exposé noemt. Een vruchtbare studieperiode, de eerste baantjes en de voorzichtige successen als dichter zorgen voor de uiteindelijke scheiding der wegen: je gaat definitief van de pen leven. Ondertussen wordt het leven vooral gevierd met alcohol en vrouwen, terwijl je de omstandigheden vindt om je bruisende woorden ‘als exquise wijnen te laten walsen in het glas en de volle rijkdom van hun bouquet te savoureren’. Die exuberante taal vormt de gewaardeerde basis van je talent, maar werkt in een boek als dit als een borstklopperige weerslag van eigen kunnen.
Eenmaal in Genua neergestreken, weet je met een fantastisch La Superba de aandacht op je gericht te krijgen. Met name na het winnen van de Libris Literatuurprijs. Het schrijversleven past je als een goedzittende overjas en je uitgesproken bourgondische levensstijl is een geweldige voedingsbodem voor fraaie publicaties. Maar dan gebeurt er iets wonderlijks, je geeft het zelf al aan: er moet iets gebeuren om deze brievenroman tot een goed einde te brengen. En verdomd, als door de hemel geschonken ontmoet je de liefde van je leven en kondig je aan de op je lijf geschreven levenswijze voorgoed vaarwel te zeggen. Dat er, vanwege een zere bips, ook een dokter aan te pas moest komen om op dit punt te geraken, is een bijkomstigheid die de werkelijkheid met een grimas weglacht.
Beste Ilja, het is de doorlopende stroom aan veren in je gepijnigde achterste die dit boek tot een vermoeiende leesopdracht maakt. Het zij zo. Waar ik me echter zorgen om maak is die radicale omslag op de laatste pagina’s. ‘Ik wil breekbaar leven in plaats van onaantastbaar’, zeg je met de overtuigingskracht van een gefrustreerde evangelist. De alcohol helemaal afgezworen, vooral gezond eten, gevoed worden door de ultieme liefde, wat gaat dit betekenen voor de rest van je oeuvre? Met bezorgde verwachting zien we je volgende boek tegemoet.
Het ga je goed,
André van Dijk