De auteur is het boek
Pulitzerprijs-winnares Jhumpa Lahiri geeft in 2015 een lezing over haar bijzondere verhouding met het uiterlijk van boeken in het algemeen en dat van haar eigen boeken in het bijzonder. In De kleren van het boek is deze kritische overdenking op papier gezet.
Voor een schrijver moet het een vreemde gewaarwording zijn: je bent jarenlang bezig je nieuwste spruit het levenslicht te laten zien, een intensief proces van scheppen en schaven, en als jouw woorden in boekvorm worden gepresenteerd, komt de verpakking opeens als een verrassing uit de lucht vallen. Het boekomslag blijft een discutabele aangelegenheid waarover de meningen uiteen blijven lopen. Dat gegeven heeft Lahiri aangegrepen om haar persoonlijke visie op papier te zetten. Resultaat: een nogal eenzijdige verhandeling over hoe een boek eruit zou moeten zien.
Familieband
Als het boek het geestelijk eigendom is van de schrijver, kan het omslag onmogelijk ‘ingekleurd’ worden door iemand anders. Dat is kortweg de mening van Lahiri. ‘Ook al bestaat het omslag om mijn woorden te beschermen, zodra het eraan komt, en een brug vormt tussen mij en de lezers, voel ik me kwetsbaar’. De schrijver heeft zelf, zo blijkt, geen enkele invloed op het omslagontwerp van haar boeken, wat nogal vreemd is omdat vrijwel iedere auteur in de hedendaagse boekenwereld een vinger in de pap krijgt als het om de uiterlijke vorm gaat. Er zijn schrijvers die de volledige regie opeisen, schrijvers die verlangens en suggesties aandragen en schrijvers die de uitgever en ontwerper geheel de vrije hand laten. De lijdzaamheid van Lahiri, uitmondend in een klagende opstandigheid, zorgt voor een sterk overtrokken weergave van de werkelijkheid.
Een lelijk omslag voelt als een vijand, onuitstaanbaar.
Wat wil deze bestellerauteur dan wel? Als voorbeeld laat ze de eerste druk van A room of one’s own (1929) van Virginia Woolf zien. Het omslag is ontworpen en getekend door kunstenares Vanessa Bell, zuster van de schrijfster. Hier is voor Lahiri duidelijk dat de familieband zorgt voor een zogenaamde ‘optische echo’: Bell kent Woolf door en door, kent haar werk en heeft er veel waardering voor, dus is een omslag van de hand van Bell bij voorbaat al een succes. Deze absurde conclusie wordt deels onderuit gehaald door de geschiedenis: Vanessa Bell blijkt A room of one’s own nooit gelezen te hebben.
Zelfportret
Nog een voorkeur van Lahiri: boekomslagen die behoren tot een reeks. Ze vergelijkt dat met de onderscheidende schooluniformen in het India van haar jeugd. Die sobere en krachtige herkenbaarheid is wat het boek ook zou moeten hebben, een sterke identiteit maar verder voornamelijk anoniem. Nog radicaler wordt het als ze voorstelt het omslag geheel weg te laten, zoals gebruikelijk was bij oude bibliotheekboeken. Een boek met een kartonnen kaft waarop alleen titel en auteursnaam staan, dat is de meest ideale situatie waarbij het boek – de woorden van de schrijver – zonder verstoring van enig beeld de lezer kan bereiken.
Het is duidelijk dat Jhumpa Lahiri moeilijk te pleasen is met de omslagen van haar boeken. Dat blijkt het belangrijkste criterium te zijn: het omslag dient de schrijver te behagen. In deze geforceerde aanklacht – lezing en essay ineen – gaat ze volledig voorbij aan de positie van het boek als product in de boekhandel, aan de functie en werking van de uitgeverij als handelshuis én aan de kennis en kunde van de ontwerper. Ze suggereert tot slot nog een schilderij van Matisse of Morandi op haar omslagen te zetten, want ‘ik herken mezelf in de abstracte blik’. Dan volgt de fraaiste oplossing: een portretfoto van de schrijver zelf, zoals op de Nederlandse uitgave van haar bundel In other words is gebeurd. Niet uit ijdelheid, echt niet, maar toch: ‘Uiteindelijk is de auteur het boek. Beter een foto van mijzelf dan een of andere irritante, irrelevante afbeelding’.