Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: Boy Meets Girl Stories // Lemming // God Is My DJ

.

Boy Meets Girl Stories
(Mark de Cloe, 2005 • Total Film)

~

Twee doodgewone puberjongens met vleugels en een camera dromen in de proloog van Boy Meets Girl Stories van de grote hemelbestormende liefde die ze uit boeken en films kennen, “zoals in Franse films met driehoeksverhoudingen enzo.” Een typisch eenzijdig tienerideaal, dat in contrast staat met de vele vormen van liefde zoals Mark de Cloe het in 34 korte filmpjes laat zien. Want hoe gaat het nu echt? Dat je niet meer haar gezicht precies kunt herinneren, en haar alleen daarom al opnieuw moet zien. Dat je hetzelfde alledaagse gesprekje telkens herhaalt in je hoofd, en daarbij alles op een andere manier interpreteert. Of dat je samen wandelt door het bos, met eenzame twijfel. Of ruziet, waarbij je schreeuwend je matras naar beneden sleept. De Cloe werd geïnspireerd door het boek Fragments d’un discours amoureux van de Franse filosoof Roland Barthes. Net als Barthes behandelt De Cloe in elk ‘fragment’ een ander thema in de liefde: van de eerste blik tot de eerste twijfel tot het liefdesverdriet. Zijn liefdevolle observaties zijn, ondanks de herkenbaarheid, telkens een verrassing. Dat ligt ook aan de vorm waarin hij ze giet: het ene moment kijk je naar een klassiek drama, het volgende naar een abstract beeldgedicht. De regisseur experimenteert met camerawerk en wisselt dialoog af met monologue interieur. Tegelijkertijd voelt het alsof je telkens een korte blik gegund wordt in het leven en zo prikkelen de fragmenten de fantasie en het romantisch dagdromen.

Terecht belandde Boy Meets Girl Stories – dat integraal in de bioscoop werd vertoond – hoog op lijstjes ‘beste film van 2005’ van filmcritici. Tegelijkertijd is dat ook vreemd, omdat De Cloe juist optimaal gebruik maakt van het medium dvd. Doordat je zelf de volgorde kunt bepalen waarin je de korte films bekijkt, is het een aangename zwerftocht langs alle facetten van de liefde. Naar gelang je stemming kies je wat je wilt zien. Sterker nog: alles achter elkaar zien en dan terug naar de videotheek voelt als het achter elkaar wegsnoepen van een dure doos bonbons; toch zonde. (Floortje Smit)

Lemming
(Dominik Moll, 2005 • Total Film)

~

De Fransmannen Dominik Moll en Gilles Marchand (Qui a tué Bambi?) haalden het trucje vijf jaar eerder al uit met Harry, un ami qui vous veut du bien: het bezoek van een met argwaan geaccepteerde vriend, die het wel en wee van een middenklassenfamilie wreed verstoort. Deze keer is het het leven van een jong, gelukkig stel dat overhoop gehaald wordt door de baas van de man en zijn vuil spuiende vrouw. Je vraagt je voortdurend af waar het verhaal heen gaat, en Moll drijft zijn bizarre vertelling steeds meer door dan je durft te vermoeden. De regisseur speelt (opnieuw) op slinkse wijze leentjebuur bij Hitchcock, en levert wederom een buitengewoon sterke film af. Lemming biedt evenveel gitzwarte humor als zijn voorganger, maar Moll ging deze keer een stapje verder richting Lynchiaans surrealisme. De film bevat dan ook een reeks heerlijk bizarre scènes, maar het geheel is, net als bij enkele van Lynchs films, niet helemaal bevredigend. Wel tot op het einde intrigerend, dankzij een ijzersterke regie en uitstekende rollen van Laurent Lucas (Harry, Calvaire) en Charlotte Gainsbourg als het koppel, en Carlotte Rampling, die er nog nooit zo morbide uit heeft gezien, als de intrigant. Geen extra’s, behalve een kort interview met de maker. (Paul Caspers)

God Is My DJ
(Carin Goeijers, 2006 • A-Film)

~

Duncan Stutterheim is de zoon van de zeer succesvolle zakenman Cor Stutterheim. Die wilde wel een paar guldens investeren in een partijtje van Duncan en vrienden Irfan en Theo (de initialen inspireerden tot ID&T). Het feestje sloeg aan –12.000 bezoekers – en Duncan organiseerde nog een paar feestjes en voordat iemand er erg in had was ID&T marktleider in de dancewereld. In de documentaire God is my DJ wordt Duncan de acht maanden tot Sensation 2005 gevolgd. Het zijn zware maanden: ID&T dreigt failliet te gaan en Slam FM – de verliesdraaiende radiozender die door Duncans inmiddels overleden broer Miles was opgericht – moet worden afgestoten. Ook krijgt de kijker een ontslag- en bezuinigingsronde binnen het bedrijf voorgeschoteld, iets wat Duncan niet heel subtiel aanpakt. Met de financiële problemen en het terugkijken op Miles’ dood lijken voldoende tragische momenten aanwezig, maar toch zijn de ruim negentig minuten die de film duurt niet erg boeiend. Het belangrijkste probleem is de gebrekkige journalistiek – toch opvallend, aangezien de film is gemaakt voor de Ikon. Er worden vooral ogenschijnlijk willekeurige beelden achterelkaar geplakt, zonder dat er een duidelijke lijn ontstaat. Interviews zijn wel aanwezig, maar minimaal. Ook komt de kijker niet te weten hoe de crisis in het bedrijf zich ontwikkelt – het is Duncan die wordt gevolgd, en goede journalistieke eigenschappen als doorvragen en onderzoeken zijn naar de achtergrond verdwenen. Als de film eindigt met een stoere waterskiënde Duncan is de deceptie compleet. Duncan wordt niet altijd positief geportretteerd, maar het laatste kwartier lijkt welhaast een heiligenverhaal. (Jan Auke Brink)