Boeken / Achtergrond
special: Een interview met Jeroen Steehouwer

‘Het hart is mijn graadmeter’

Stripauteur Jeroen Steehouwer kwam op de Stripdagen in Houten met zijn eerste literaire stripboek, Waarvan leeft de mens. In dit boek worden drie, nogal moralistisch aandoende, verhalen van Lev Tolstoj verstript. In onze recensie toonden wij enige verbazing over de keuze voor juist deze verhalen. Hierop reageerde Steehouwer op zijn weblog met een lange repliek. Een goede reden om de auteur een aantal vragen te stellen over zijn achtergrond en natuurlijk zijn nieuwe boek.

~

Eind jaren ’80 was het stripwerk van de destijds nog piepjonge Jeroen Steehouwer voor het eerst te zien in Sjors en Sjimmie Weekblad: de strips Fanteasy met een scenario van Fred Julsing en Roy Bellevue met een scenario van Hanco Kolk. In 1992 was hij een van de oprichters van stripblad Razzafrazz. Daarin publiceerde hij enkele verhalen met een door hem zelf geschreven scenario, en het verhaal Ereschuld, met tekst van Martijn Daalder en Peter van Dongen. Vanaf 1997 publiceerde Steehouwer regelmatig in het blad Zone 5300. Hij begon met een aantal autobiografische verhalen, waarna de vervolgstrip WOK en vanaf 2001 korte verhalen naar Tolstoj volgden. Vanaf 1994 publiceerde hij de weekstrip Katja en de vervolgserie Pelle in het Belgische Suske & Wiske Weekblad. In dat jaar richtte hij ook Hildebrand Comix op, een samenwerkingsverband met illustrator Wilma de Bock. Tussen dit alles door leefde Steehouwer van illustratie- en reclameopdrachten en maakte hij scenario’s en tekenwerk voor Walt Disney.

Volwassen

~

Veel strips die Steehouwer eerder maakte, waren bedoeld voor een jong lezerspubliek. Hoe kwam hij op het idee om strips voor volwassenen te maken? Steehouwer: “Ik ben zelf volwassen geworden. Ik was éénentwintig toen ik voor het eerst in de Sjors en Sjimmie stond. Vijf jaar daarvoor las ik nog wekelijks voor het slapengaan de Eppo. Daarnaast maakte mijn jeugdheld Fred Julsing jeugdstrips, of eigenlijk: strips voor alle leeftijden – een omschrijving waar ik nog erg van houd. Mijn Tolstoj-verhalen willen dat ook zijn. En ik was nog te jong en te ongeschoold om te maken wat me voor ogen stond. Daarom ben ik voor Walt Disney scenario’s en strips gaan tekenen, Hiawatha en Winnie de Poeh, waarbij ik vooral veel naar een andere liefde keek, de oorspronkelijke Poeh-tekenaar Sheppard.”

“Daarnaast hield ik niet van de nieuwe lichting cynische en afzeikerige strips die destijds het Nederlandse stripland bevolkten. Nadat Sjors & Sjimmie failliet ging was het logisch om uit te wijken naar België, waar ik tien jaar voor Suske & Wiske Weekblad heb gewerkt. Toen die ook over de kop ging kwam er heel veel ruimte vrij. Een godgeschenk. Ik ging leven van illustratiewerk voor schoolboekuitgeverijen en werd zo goed betaald, dat ik in de tijd die vrij kwam aandacht kon geven aan interesses die daarvoor geen rol speelden in mijn werk. Zoals mijn liefde voor Tolstoj.”

Tolstoj

~

Steehouwer koos ervoor om een drietal nogal moralistische verhalen van Tolstoj te verstrippen. Deze keuze wekt bevreemding, omdat dit werk niet als het beste van deze schrijver te boek staat. Steehouwer: “Het is maar net wat je zoekt in het leven. Juist zijn volksverhalen sloten prefect aan bij mijn behoefte: communiceren over het leven op een eenvoudig niveau. Daarnaast vind ik de verhalen niet moralistisch, tenminste niet in oubollige zin. Laatst hoorde ik een redacteur van een toonaangevende krant op tv zeggen: “Ik geloof niet in God en Allah, dus geloof ik in de Nederlandse wet.” Een heel gewone uitspraak voor deze tijd zou je zeggen, maar ik word er somber van. Ik geloof ook niet in God en Allah, maar ook niet in de Nederlandse wet. De mens is in zijn diepste wezen gelovig. Je kan de oude godsdiensten wegdoen, maar achterblijven met ‘de Nederlandse wet’ vind ik wel erg karig. Het is ook niet de weg naar de vrijheid waar we allemaal zo naar verlangen. Ik geloof in een innerlijk weten. Het hart is mijn graadmeter en de volksverhalen over het leven en naastenliefde zijn voor mij eenvoudige wijsheden waar velen in onze maatschappij het contact mee verloren hebben. De menselijke moraliteit is niet cultureel bepaald en dient er niet toe om ons ‘eronder’ te houden. Het zijn de eenvoudige spelregels waarbinnen we onze vrijheid beleven. Deze boodschap is het kind dat met het badwater, de dood van God, werd weggegooid. En het valt me op dat veel mensen kribbig worden als je ze daar op wijst. Een bevestiging van mijn idee dat Waarvan leeft de mens uiterst actueel is.”

Herriman

De stijl die Steehouwer heeft gehanteerd in Waarvan leeft de mens, is voor Nederland vrij uniek. Een van zijn leermeesters is de Amerikaanse tekenaar George Herriman, de tekenaar van oerstrip Krazy Kat: “Herriman is in mijn ogen de beste en meest authentieke striptekenaar ooit. Alle striptaal zoals we die kennen, en verder is ontwikkeld en esthetisch gemaakt door bijvoorbeeld Hergé en Franquin, heeft hij uitgevonden – hij was de eerste. Zoals met alle authentieke kunstenaars is hij niet erg bekend bij het grote publiek, maar elke striptekenaar is schatplichtig aan hem. Daarnaast vind ik dat de geschiedenis van de strip eigenlijk ophield toen de invloed van de populaire film en de reclame het beeld ging bepalen. Dus nog ver voor de Tweede Wereldoorlog. Ik probeer die draad weer op te pakken. Ik hunker naar ‘klassiek'”.

~

De voorkant van Waarvan leeft de mens is geschilderd, terwijl de tekeningen aan de binnenkant met de computer zijn ingekleurd. Steehouwer dacht er echter niet aan om deze schilderachtige inkleuring in heel het werk toe te passen, zoals bijvoorbeeld Guido van Driel doet. Steehouwer vertelt hierover: “Een striptekening is vooral dienstbaar aan wat het wil doen: vertellen. Een geschilderde plaat verplaatst de aandacht naar iets anders, dat vind ik onwenselijk. De cover heeft wel als doel aandacht te trekken, dus dan is het weer logisch om het te schilderen.” Steehouwer wil mensen bereiken die niet gewend zijn om een stripboek te lezen: “Ik voel het als mijn plicht ze in aanraking te brengen met de eigenheid van het medium. Dat is mijn echte doel, want mijn liefde voor het medium overtreft al mijn andere bedoelingen.”

Toekomst

Steehouwer heeft dit boek naast zijn dagelijkse illustratiewerkzaamheden weten in te plannen. Toch stelt hij dat het lastig is om dit soort werk ernaast te doen. Vooral omdat de stijl – ‘het handschrift’ – van deze strip anders is dan van zijn illustratiewerk. Daarom heeft hij al drie keer subsidie aangevraagd, maar dat nog nooit gekregen. Hij gaat het nog een keer proberen. “Maar als het deze keer ook niet lukt, nooit meer. Ik geloof erg in wat ik doe, maar zo vaak afgewezen worden is niet goed voor je eigenwaarde.”

Het is niet verbazingwekkend dat de toekomst voor Steehouwer nog vol met ideeën zit. Zoals de verstrippeing van twee werken uit Tolstojs moeilijker literatuur, namelijk de boeken Vader Sergei en De dood van Iwan Iljits. “En Geluk is geen vrouw, een héél erg dikke roman over de romantische liefde, en ik heb een heel leuk scenario klaarliggen voor alle leeftijden.”