Achter de schermen van Hollywood
Op epische wijze vertelt Jan van Loy in Ik, Hollywood niet alleen de persoonlijke geschiedenis van een filmbaas, maar ook die van de filmindustrie als geheel.
De filmindustrie rond Hollywood komt op aan het begin van de twintigste eeuw. Hollywood bestaat vandaag de dag nog steeds als wereld op zich, hoewel er sindsdien veel is veranderd op filmgebied. Eén ding is weliswaar altijd hetzelfde gebleven: zowel de wereld uit de films als de wereld achter de schermen zit vol met persoonlijke beslommeringen.
Persoonlijk en industrieel
Ik, Hollywood draait om het leven van Louie Peters, die op jonge leeftijd met zijn broer Charlie naar Hollywood trekt om geld te verdienen. Ze starten er een filmfabriekje op, dat door de jaren heen steeds succesvoller wordt. Louie is de baas. Zakelijke en persoonlijke dilemma’s doen zich voor. Ze krijgen bijvoorbeeld te maken met concurrentie en regels van de Trust. Daarnaast zorgen de werknemers met hun verschillende persoonlijkheden voor problemen. Ze gaan onderlinge betrekkingen aan die voor schandalen zorgen, en hebben vaak last van sterallures.
Hoe succesvoller het bedrijf wordt, hoe meer de macht en het geld de zaak domineren. Louie staat voor een aantal belangrijke keuzes. Moet de nadruk liggen op entertainment of op de kunst? Hoe bereik je een zo groot mogelijk publiek? Hij kiest uiteindelijk voor het geld: populaire sterren worden geronseld met grote geldbedragen. Het publiek betaalt, dus bepaalt uiteindelijk wat er gemaakt wordt. Maar niet alleen het publiek is richtinggevend, ook politiek speelt een rol. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog vraagt Louie zich bijvoorbeeld af hoe hij de Europese afzetmarkt moet zien te handhaven nu de politieke situatie lastig is.
Kroniek van een filmbaas
Gaandeweg leert de lezer Louie goed kennen. Zijn leven zou zelf niet misstaan als Hollywoodverfilming. Het bevat alle dramatisch gebeurtenissen die je kunt bedenken, zoals liefde, dood, ziekte, affaires en schandalen die onder het tapijt moeten verdwijnen. Daarnaast heeft Louie twijfels over wat nu waardevol is in zijn leven. Hij hunkert naar waardering, maar zoekt dit veelal in zijn bedrijf. Al dit uiterlijk vertoon gaat vaak ten koste van de binnenkant. ‘Louter amusement. Daar hebben jij en ik ons leven aan gewijd.’ Zo zegt een vroegere werknemer later tegen hem. Van Loy beschrijft Louies gevoel in mooie, droeve zinnen.
Soms werd hij opgeschrikt door een geluid, een geur of een déjà vu die hem terugbracht naar momenten die hij al jaren vergeten was. Soms rakelde hij bewust herinneringen op waarmee hij wilde verifiëren of zijn leven wel de moeite waard was geweest. Soms werd hij bang, als het moeilijk was om zulke herinneringen te vinden.
Het mooie aan Ik, Hollywood is dat Van Loy de geschiedenis van een geheel werkveld en de persoonlijke geschiedenis van een individu naadloos in elkaar laat overlopen. Je wilt blijven lezen om Louie steeds beter te leren kennen. En dat is precies wat dit boek zo prachtig maakt: dat een personage zo kan intrigeren dat je een vuistdik boek het liefst zo snel mogelijk wilt uitlezen.
Het enige dat daar nog iets aan afdoet is de epiloog, waarin nog een biograaf ten tonele wordt gevoerd die wordt ingehuurd om over het leven van Louie te schrijven. Daardoor valt het voorafgaande levensverhaal van Louie Peters ten prooi aan de twijfels over feit en fictie, wat geheel onnodig is na zo’n meeslepend relaas. Het verhaal van Louie was al helemaal af. Het zij Van Loy vergeven. Hij verdient een daverend applaus. Ik, Hollywood is een episch meesterwerk.