Boeken / Fictie

Boeken veranderen bij lezing van doelgroep

recensie: Pierre Szalowski (vert. Richard Kwakkel) - Vissen veranderen bij kou van zwemrichting

Er is een recept voor goede romans, maar dat recept is een groter geheim dan dat van Coca Cola. Met minder geslaagde romans gaat het daarom net zo als met inferieure cola’s: de makers slaan er maar zo’n beetje een slag naar.

Eerst een misverstand uit de wereld helpen: Vissen veranderen bij kou van zwemrichting is niet de eerste zin, maar de titel van de roman van de Canadees Pierre Szalowski. De achterflap geeft in een staccato zinnetje een samenvatting van de inhoud: ‘Ontroerend verhaal over een jongetje dat er alles aan doet om de scheiding van zijn ouders te voorkomen.’ Die samenvatting deugt, op twee woorden na: ‘ontroerend’ en ‘alles’. Ontroerend wil de roman veel te graag zijn en daarom wordt hij het bijna nergens, ‘alles’ blijft beperkt tot een enkele keren herhaald gebed voor het Opperwezen.

IJsregens
Vissen veranderen speelt zich af in een winters Quebec. De verhaallijnen van de verschillende hoofdpersonages spelen zich af in een straat, die net als de rest van de stad geteisterd wordt door ijsregens die de straten zo glad maken dat er van een normaal maatschappelijk leven onmogelijk nog sprake kan zijn. Elektriciteit valt uit, scholen sluiten en ouden van dagen kunnen de straat niet meer op. En daartussen bewegen zich de personages van Szalowski, als brokstukken die kriskras door het heelal bewegen.

De Russische wiskundige Bogdanov bijvoorbeeld, die eigenlijk ijshockeyer had willen worden. Of de striptease-danseres Julie, die haar geloof in mannen definitief verloren lijkt te zijn. Verder zijn er nog twee jongetjes, waarvan de een gebukt gaat onder de nakende scheiding van zijn ouders en de ander onder zijn proleterige, maatschappelijk teleurgestelde pa, en het homostel Julien en Michel, die de buurt voorhouden als broers samen te wonen om pesterijtjes te voorkomen.

VPRO-zondagochtendfilm
Szalowski slaagt er echter niet in om die verhaallijnen geloofwaardig uit te werken. De personages Julie en Bogdanov bezitten nog een zekere universele herkenbaarheid, maar de kinderen, hun ouders en het homopaar van de overkant worstelen allemaal met problemen die steeds in korte tussenzinnen worden afgedaan. Waarom zouden twee homo’s in een goede buurt in Canada zich niet gewoon kunnen outen? Hoe kan het humeur van de vader van een van de twee jongetjes soms zo als een blad aan een boom omslaan? Waarom gaan de ouders van de ander nu eigenlijk uit elkaar?

Szalowski bezit een rijke fantasie (wat bijvoorbeeld blijkt wanneer hij het verhaal van de verloren moeder van een van de jongens uit de doeken doet), maar zijn roman lijkt meer op het scenario van een goedmoedige VPRO-zondagochtendfilm dan op een volwassen literair werk. De scenische compositie van de roman, de over the top-scène waarin alle personages in een feelgood-climax allemaal samenkomen; je vraagt je af waarom Szalowski zijn ideeën niet heeft opgespaard voor een fijn jeugdscript, want wie als volwassen auteur zulke zinnen schrijft, kan de hoop op een volwassen publiek meteen opbergen:

Dat was wat Boris zo in Julie waardeerde. Ze was puur natuur, goudeerlijk en streng logisch. En ze had een goddelijk lichaam, een perziken huidje, een allesverzengende sensualiteit en een hemelse mond. In de vroege ochtend is de weg van de complexe mathematische bespiegelingen naar plotselinge en bovendien dierlijke lust korter dan vaak wordt gedacht, zeker bij een wetenschapper die net zijn eureka heeft beleefd.

De lezers van Carry Slee zullen nu misschien goedkeurend knikken.