Boeken / Fictie

Hans Keilson was erbij

recensie: Hans Keilson (vert. Frank Schuitemaker) - Het leven gaat verder

De ondergang van de kleine middenstand in Duitsland, in de crisisjaren tussen de twee wereldoorlogen, is de opmaat naar de uiteindelijke machtsovername van de nazi’s. Hans Keilson, onlangs op 101-jarige leeftijd overleden, heeft het allemaal zien gebeuren en schreef zijn eerste roman over de machteloosheid van een samenleving.

Het leven gaat verder verscheen oorspronkelijk in 1933 bij Fischer Verlag in Berlijn en werd een jaar later door de overheid verboden. Keilson was een Joods auteur en dat was voldoende reden. Maar ook de invloed van het boek in de kwetsbare samenleving werd als een risico beschouwd. De uitzichtloosheid van hardwerkende mensen en de lamgeslagen hoop op betere tijden worden door deze auteur zodanig invoelbaar gemaakt dat de aanstormende nationaalsocialisten er zelfs voor de eigen propaganda geen voordeel mee konden behalen.

Stampende laarzen


Albrecht Sedersen is de opgroeiende zoon van een kleine winkelier in stoffen en kleding in een Duitse provinciestad. De Eerste Wereldoorlog heeft diepe sporen getrokken in de moeizaam opkrabbelende maatschappij; er wordt hard gewerkt en vurig gehoopt op betere tijden. De nering van Sedersen lijdt onder de harde concurrentie uit de buurt. De schulden lopen langzaam op en de leveranciers stoppen met het leveren op krediet. Prijzen blijven stijgen terwijl de mensen nauwelijks iets te besteden hebben. De hoge-heren-van-de-politiek zijn de schuld van alles. Er moet iets gebeuren.

Op de achtergrond van deze worsteling voor lijfsbehoud zijn de stampende laarzen van de toekomstige machthebbers al te horen, zo ook de strijdkreten van hun revolutionaire tegenstrevers. Het is een aangrijpende ervaring op te gaan in de ellende van het alledaagse leven in de Weimarrepubliek, in de wetenschap – onze wetenschap – dat men reeds danste op de rand van de vulkaan.

De eerste scheurtjes


Sedersen knoopt de eindjes aan elkaar en kan met veel moeite zijn zoon in Berlijn laten studeren. In de turbulente hoofdstad, die steeds meer het toneel van stakingen en opstootjes is, raakt de onervaren Albrecht verward in uiteenlopende vriendenkringen. Hij vindt het moeilijk een positie in te nemen, terwijl zijn omgeving dat van hem eist.

Hij zag hoe onder het gladde, glanzende oppervlak de eerste scheurtjes zich als fijne adertjes begonnen te vertakken, hij kon de verrotting al ruiken. Zijn sympathie lag bij de onderdrukten en vervolgden, maar hij stond aan niemands kant, hij hield zich afzijdig, vervuld van trots en ethisch besef.

Het dieptepunt in deze stormachtige tijden is de zelfmoord van zijn jeugdvriend Fritz. Waar Albrecht zich met moeite staande weet te houden in de hoofdstad en langzaam tot het besef komt dat afzijdig blijven niet aanvaardbaar is, weet Fritz inmiddels dat deze wereld hem niets te bieden heeft en geeft de moed op. 

Deelname aan het leven

De observaties van Albrecht en zijn beklemmende gedachten over het eigen bestaan doen sterk denken aan De Avonden van Gerard Reve. Het zijn de eigenzinnige hersenspinsels van een opgroeiende jonge man in een wereld vol bedreigingen en onzekerheden. En terwijl de winkel van zijn ouders onafwendbaar op het faillissement afstevent, komt Albrecht tot de conclusie dat hij niet anders kan dan deelnemen aan het leven: ‘als ik nu niet handel ben ik verloren’.

Hans Keilson is psycholoog, hij schetst de wereld van zijn jeugd uit zijn vele herinneringen en scherpe observaties. Al in 1933 beschreef hij de neerwaartse spiraal waarin het leven in Duitsland verzeild was geraakt, niet met een vooruitziende blik maar met het enorme inlevingsvermogen dat zijn werk zo fascinerend maakt. Over de wanhoop van zijn tijdgenoten die het hoofd boven water proberen te houden, die trots zijn op hun verworvenheden maar desondanks het onderspit delven. Over de moedeloosheid tijdens de elkaar opvolgende tegenslagen, nog onwetend van de grootste ramp die dan al dreigend in de lucht hangt.