Het zwijgen doorbroken
Een kruis markeert de plek waar 33 jaar geleden een meisje misbruikt en vermoord werd. Weer verdwijnt er een meisje; haar fiets wordt bij het kruis aangetroffen. Inspecteur Kimmo Joenta gaat op zoek naar aanwijzingen in de oude zaak.
Het laatste zwijgen, waarmee hij de Duitse Krimipreis 2008 won, is het vierde boek van Jan Costin Wagner. Voor Kimmo Joenta is het zijn derde optreden. In de boeken Voor de leeuwen en IJsmaan, dat in Amerika genomineerd werd voor de Los Angeles Times Book Prize, is er eveneens een hoofdrol voor hem weggelegd. Deze drie boeken spelen zich af in Costin Wagners tweede vaderland Finland, zelf is de auteur woonachtig in Duitsland. Costin Wagner debuteerde met Nachtrit, dat werd onderscheiden met de Marlowe-prijs voor de beste literaire thriller.
Het stokje overgedragen
In Het laatste zwijgen lijken de twee zaken zo erg op elkaar, dat er wel overeenkomsten moeten zijn. Hoe kan het anders dat er weer een fiets aangetroffen wordt op de plek waar eerder een meisje misbruikt en vermoord werd? De politie denkt dan ook meteen aan dezelfde dader, maar er is een probleem: ze weten niet wie dat is. Antsi Ketola was degene die 33 jaar geleden het onderzoek in handen had. Als het andere meisje verdwijnt, is hij net met pensioen gegaan en hij draagt het stokje over aan inspecteur Kimmo Joenta. Hij heeft twijfels over of het dezelfde dader is als in de vorige zaak; het lijkt hem sterk dat de dader na 33 jaar nog terug zou komen. Toch gaat de politie op zoek in hetzelfde meer als waar het eerste meisje gevonden is.
Maar na het dreggen van het meer en zoektochten op andere plekken, zit de politie nog steeds zonder lichaam. Ook het ontbreken van andere sporen maakt dat het onderzoek maar moeizaam verloopt. Joenta voelt zich gedwongen om vooral met alle betrokkenen te praten, omdat aanwijzingen ergens anders niet opduiken. Het enige andere knooppunt die de politie heeft, is een rode personenauto die 33 jaar geleden door een langsfietsend jongentje gezien is. Maar bestaat die auto wel? En zelfs als dat zo is, dan brengt dat de politie niet dichter bij de dader. Toch is het de enige tastbare aanwijzing die er is en de politie doet haar uiterste best om een lijst met eigenaars van rode personenauto’s te op te stellen.
Visitekaartje van de dader
Toch laat de nieuwe zaak ook Ketola niet met rust en al snel gaat hij zich ermee bemoeien. Hij probeert Joenta in de, volgens hem, juiste richting te duwen: de onopgeloste zaak van 33 jaar geleden. Hoe Joenta ook zijn best doet, hij vindt geen nieuwe aanwijzingen door zich te verdiepen in het oude onderzoek. Toch wil Ketola niets anders van hem horen: de oplossing moet absoluut in het verleden liggen, Joenta weet alleen niet waar hij zoeken moet. Het feit dat er in Ketola’s gedachtegang geen ruimte is voor een andere dader lijkt op het eerste gezicht vreemd, maar wordt aan het eind van het boek opgehelderd.
Uiteindelijk lijkt de dader gevonden te zijn op het moment dat Joenta een visitekaartje achterlaat bij de moeder van het eerste slachtoffer. Vanuit het niets weet zij ineens te concluderen dat de moordenaar van haar jonge dochter bij haar in huis is geweest. Costin Wagner stopt daar echter niet met absurditeit: de uiteindelijke oplossing van de zaak doet de lezer zich afvragen of het eigenlijk wel politie-inspecteurs zijn in de hoofdrol van Het laatste zwijgen.
Onervaren schrijver, ongeloofwaardige politie
Het is jammer dat Costin Wagners schrijfvaardigheid niet op kan boksen tegen zijn op zich interessante plot. Hij krijgt het niet voor elkaar om elk personage van elkaar te onderscheiden, waardoor uiteindelijk alle karakters te veel op elkaar lijken. Stephen King schreef ooit in zijn Over leven en schrijven dat je personages zo sterk en zelfstandig moeten zijn, dat je niet bij elke zin die ze uitspreken, hoeft toe te voegen op welke manier ze dat doen. Een karakter moet zo goed geschreven zijn, dat de lezer dat vanzelf moet kunnen herkennen. Costin Wagner lukt dat niet: alles lijkt op dezelfde manier uitgesproken te worden. Alleen de enkele toegevoegde uitroeptekens willen nog wel eens duidelijk maken op wat voor toon er gesproken wordt.
Daarnaast wordt het voor de lezer steeds duidelijker dat Costin Wagner niet, zoals de meeste andere thrillerauteurs, de nodige achtergrondinformatie heeft opgezocht. Op geen enkele manier komen het politieteam en de inspecteurs geloofwaardig over, waardoor de nadruk komt te liggen op zijn onervarenheid met een politieonderzoek. Tel daarbij Costin Wagners ongelukkige gevoel voor timing, en de ronduit vreemde en ongeloofwaardige wijze waarop de zaak opgelost wordt op en de uitkomst is een boek waarvan het interessante plot verzandt in een saai en ongeloofwaardig verhaal.