Boeken / Non-fictie

De tragedie van de politiek

recensie: Jos de Mul - Paniek in de Polder. Polytiek en populisme in Nederland

In Paniek in de Polder analyseert De Mul op heldere en overtuigende wijze wat er aan de hand is in de huidige Nederlandse politiek. Maar daarbij blijft het niet: hij biedt tevens een creatieve oplossing om uit de politieke impasse te geraken.

In tijden van politieke turbulentie buitelen wetenschappers over elkaar heen met een verklaring. Zie bijvoorbeeld Waarom is de burger boos? van Maarten van Rossem, Van regentenmentaliteit tot populisme van Henk te Velde en Moeten wij van elkaar houden van publicist Bas Heijne. Ze illustreren dat het debat over populisme minstens zo populair is als het populisme zelf. Jos de Mul – hoogleraar filosofie van mens en cultuur – sluit met zijn boek bij dit rijtje aan. Maar tegelijkertijd onderscheidt hij zich positief van zijn voorgangers in een poging een oplossing te formuleren voor de impasse waarin de huidige politiek volgens hem verkeert.

Misverstanden over cultuur

Paniek in de polder telt elf overzichtelijke hoofdstukken, waarvan een aantal gebaseerd is op eerdere publicaties. In de eerste vijf hoofdstukken geeft De Mul een buitengewoon heldere analyse van wat er precies aan de hand is in het voorheen zo rustige polderland. Daarbij wordt vooral duidelijk dat veel discussies slordig gevoerd worden. Zo berust het debat over multiculturalisme op een misverstand over het begrip cultuur: culturen zijn volgens De Mul per definitie heterogeen en zijn altijd een mengvorm van verschillende tradities. Een cultuur kan dus helemaal niet mono- of multicultureel zijn. Zelfs de fanatiekste moslim Osama Bin Laden was hiervan een voorbeeld, door in zijn pleidooi voor de terugkeer naar de traditionele islam gebruik te maken van geavanceerde technologieën en moderne communicatiemedia.

Ook maakt De Mul korte metten met verlichtingsdenkers als Bolkestein en Rutte. Zij hebben hun grote voorbeeld Kant slecht gelezen, want die waarschuwde zelf al ‘voor een overmaat aan geloof in de rede’. Het gevaar daarvan was volgens Kant te vervallen in ‘dogmatisch rationalisme’. De Mul concludeert daaruit dat niet alleen de moslimfundamentalisten, maar ook de verlichtingsfundamentalisten kampen met een gebrek aan zelfkritiek. Dit vormt de kern van de impasse waarin het debat over politiek en religie sinds een jaar of tien verkeert.

Creatieve geest
De oplossing die De Mul presenteert om uit deze impasse te geraken, getuigt van veel eruditie en een creatieve geest. Voor deze oplossing moeten we te rade bij de wortels van de Europese identiteit. Wat de Europeanen namelijk bindt, is – behalve enerzijds het Griekse rationalisme en anderzijds de joods-christelijke traditie – de klassieke tragedie. Doordat de tragedie volgens de wetten van Aristoteles de ultieme werkelijkheid nabootst, weerspiegelt zij de mens zoals deze is: iemand die in een vlaag van overmoed een noodlottige fout maakt.

Tegelijkertijd strekt de tragedie ook tot voorbeeld: de toeschouwer leeft mee met de hoofdpersoon, die noch geheel goed, noch door en door slecht is (een mens zoals de toeschouwer zelf dus). Door dit meeleven bestaat bij de Europeanen het bewustzijn ‘dat het menselijk geluk bijzonder fragiel is’. En daaruit volgt dat we mee kunnen en moeten leven ‘met degenen die door een noodlot getroffen worden’. Kortom: wat we van de tragedie leren, is een tragisch conflict te verduren. Een woord dat De Mul veelvuldig gebruikt en waarmee hij bedoelt dat mensen elkaar moeten tolereren.

Polderpolytiek

Deze tolerantie duidt De Mul ook wel aan met de term ‘polderpolytiek’. Spanningen tussen de verschillende groepen in een samenleving moeten niet worden beslecht, maar verduurd. En dat kan soms pijn doen. Zo kan zelfs een vorm van vrouwenbesnijdenis gedoogd worden, om daarmee te voorkomen dat meisjes tijdens een vakantie in hun moederland nog veel erger verminkt worden. Een controversiële stelling die duidelijk maakt dat De Muls oplossing niet zaligmakend is.

Toch weet de auteur te overtuigen met een goed geschreven betoog. Daarbij is het fijn dat hij de politieke impasse breed benadert en dat de naam van Wilders nu eens niet op elke bladzijde valt. Hoewel de laatste twee hoofdstukken van zijn boek niet helemaal duidelijk in het betoog passen – waarschijnlijk het gevolg van dat deze al eerder als artikel werden gepubliceerd – blijft bovenal de creatief-positieve boodschap van de filosoof hangen. En dat is een verademing in de negatieve spiraal waarin het politieke debat de laatste jaren terecht is gekomen.