Toegankelijkste werk tot zover
Laten we eerlijk zijn: The Dears maken zeker niet de toegankelijkste muziek. Complex, donker en orkestraal zijn begrippen die allemaal van toepassing zijn op de Canadese groep. Het is van die muziek die je eerst tig keer moet beluisteren voordat het kwartje valt. Waarschijnlijk is dat ook de reden dat The Dears nooit de Heineken Music Hall of Ahoy vol zullen spelen. Ondanks dat Degeneration Street ook weer vol staat met ingewikkelde songstructuren en antiritmisch instrumentgebruik, is het wel de toegankelijkste plaat van de band tot dusverre.
Catchy gitaarriffjes
Met deze zware ingrediënten als basis weet de band met zijn vijfde studioplaat Degeneration Street meer dan ooit een knappe open plaat af te leveren. Vocale aandachtstrekkers zoals samenzang en uithalen worden tot een minimum beperkt en het album staat propvol met aanstekelijke, catchy gitaarriffjes. Dit laatste in combinatie met een veelvoud aan makkelijk meezingbare refreintjes maakt dat de songs op deze laatste productie sneller blijven hangen dan voorheen het geval was. Waarschijnlijk mede doordat de songstructuur van de meeste nummers wat minder ingewikkeld aandoet. Je zou misschien zelfs kunnen beweren dat Degeneration Street vrolijker klinkt dan zijn vier voorgangers.
Complexe puzzelstukjes
Of The Dears met Degeneration Street het grote publiek weten te bereiken valt te betwijfelen, daarvoor blijft de muziek te ingewikkeld. Maar één ding is zeker: het recentste album van The Dears ligt een stuk gemakkelijker in het gehoor dan de vier voorgaande cd’s. De complexe puzzelstukjes blijven bestaan, maar de samenhang hiertussen is een stuk uitgebalanceerder dan eerder het geval was. Hierdoor is de muziek beter te volgen. Het lijkt erop of de groep haar geluid iets heeft bijgeslepen en heeft weten te perfectioneren. Het resultaat is de toegankelijkste plaat tot nu toe. En misschien zelfs wel de beste.