Film / Films

Yamakasi

recensie: Yamakasi

Een groep vlotte trendy Franse jongeren hebben een gezamenlijke passie: het beklimmen van publieke gebouwen. De toeren die ze uithalen trekken een hoop aandacht. De politie wil koste wat het kost een einde maken aan de waaghalzerij. Als een klein jongetje met een hartkwaal in het ziekenhuis belandt nadat hij een stunt van de Yamakasi probeerde na te doen, besluiten de schelmen om hem te helpen.

~

Schelmenstreken

Bij het zien van deze Franse schelmenfilm (sorry, maar een betere benaming voor de hoofdrolspelers is er niet), zat ik de hele tijd aan Taxi van Luc Besson te denken. En wie schreef het verhaal? Juist, Luc Besson. Domme politiechefs, sukkelige politieoptredens, vlotte wetsovertreders, en snelle actie. Alle ingrediënten die Taxi leuk maakten zitten ook in deze film verwerkt. Verder zijn de aktie scènes weer vlot geschoten, waardoor je af en toe het idee hebt dat je naar een soort videoclip zit te kijken. Besson liet de regie over aan zijn collega Ariel Zeitoun, wat zeker geen slechte keuze blijkt te zijn.

Wet vs. gerechtigheid

~

Het verhaal gaat nooit erg diep, en is zeer 2-dimensionaal. Goed en slecht worden vrij zwart-wit gebracht. Juist in een film over jongeren die tegen de wet in gaan om het recht te doen zegevieren lijkt nuance tussen goed en slecht op zijn plaats. Maar dergelijke diepte heeft de film eigenlijk niet echt nodig om zijn boodschap over te brengen: soms moet je de regels kunnen buigen om goed te kunnen doen. Agenten zijn alleen maar bureaucratische tegenliggers die met hun regeltjes gerechtigheid in de weg staan. En passant snijdt Besson ook nog even racisme jegens Marokkaanse Fransen aan. Vooral de minachting waarmee enkele dienders hun buitenlandse collega’s behandelen komt af en toe venijnig boven.

Robin Hood

Al met al is Yamakasi een geschikte film voor een ontspannen avondje video geworden. De flitsende beelden, de flair van de relatief onbekende acteurs en de goede soundtrack dragen hieraan bij. Verder weet regisseur Ariel Zeitoun de juiste Robin Hood-toon aan te slaan, en alleen al door de beelden sympathie te wekken voor zijn karakters. En dat is wat deze film uiteindelijk leuk maakt. Wie kan er nou eenmaal een hekel hebben aan zij die stelen van de rijken, en geven aan de armen? (Pim Fortuyn misschien.)