Muziek / Concert

Zondagavondblues vakkundig weggespeeld

recensie: The Horse Company en El Pino & the Volunteers

Terwijl Enter Shikari scheuren in de grote zaal van de Effenaar trekt, biedt de kleine zaal vertier van een geheel andere orde. Fijne luisterliedjes van twee veelbelovende Nederlandse bandjes: The Horse Company en El Pino & the Volunteers. In die volgorde, dus formeel vormen de Zwollenaren vanavond het voorprogramma van de groep rond frontman David Pino. Beide bands brachten in 2009 hun tweede plaat uit en verlegden hun muzikale koers enigszins. In dezelfde richting trouwens.

Voor El Pino gold dat het vertrek van banjo- en mandolinespeler Harm Goslink Kuiper bijna automatisch leidde tot een ander geluid: minder americana, meer indiepop. Wat bleef zijn de sterke liedjes. Wat heet, op The Long-Lost Art of Becoming Invisible staan er misschien nog wel meer dan op het prima debuut Molten City uit 2006. Voor The Horse Company geldt min of meer hetzelfde. De tweede plaat Olympus brak enigszins met het rootsrockverleden. Het levert hen de koosnaam ‘De Nederlandse Kings of Leon’ op.

The Horse Company

~

Het beeld klopt in elk geval. Misschien wel iets te goed: houthakkersbloesjes en baarden in overvloed. In de gegeven setting volkomen verantwoord dus. Belangrijker zaken: de muziek. Die is net als bij de vroege Kings of Leon dik voor elkaar. Het songmateriaal is afwisselend: stevige rocksongs die net luchtig genoeg zijn om de mooie melodietjes door te laten, kleinere liedjes met veel kleur en een heerlijk funky uitstapje als ‘Cornershop’. Op wat kleine foutjes na speelt The Horse Company die songs prima. Alles goed, tot zover. Toch ontbreekt er iets.

De wil om tot de grens te gaan om de zaal plat te spelen. Eigenlijk is dat onbegrijpelijk, want met deze nummers moet je de kleine zaal van de Effenaar opvreten, of in elk geval een gerichte poging in die richting doen. En dat gebeurt niet. Het is allemaal net wat te voorzichtig. Verontschuldigend bijna. Die bescheidenheid is ongepast en nergens voor nodig, want het talent druipt van de liedjes.

De opening is illustratief. Een monitor is niet aangezet wat een besluiteloos gedraal tot gevolg heeft. De suggestie van iemand uit het publiek om toch maar wat te spelen wordt uiteindelijk aarzelend opgevolgd. Weg eerste indruk. De band maakt dat later wel weer goed, maar de manier waarop de band dit soort kleine tegenslagen het hoofd biedt, zegt iets over de grondhouding. Dat neemt niet weg dat het bandje een verrijking voor het Nederlandse clubcircuit is.

The Horse Company kan met behulp van de uitstekende liedjes een prachtige aanval opzetten, maar mist vooralsnog het killersinstinct om de bal in de touwen te jassen.

El Pino & the Volunteers

~

Het belang van een eerste indruk heeft El Pino & the Volunteers beter begrepen; het opent strak en geconcentreerd. Het is menens en de band laat er geen twijfel over bestaan wie hier de hoofdact is. De opener ‘Wake Up’ is gloedvol en ook het vervolg met ‘The Big, the Blind and the Undefined’ en ‘There’s no Cure for Stupidity’ staat. Prijsnummers ‘Cougar’ en ‘Moody Street’ van Molten City erachteraan en de zaal moet in je zak zitten. Zou je zeggen.

Helaas kan El Pino de zorgvuldig opgebouwde spanning niet helemaal vasthouden. Nou werkt de landerige zondagavondsfeer ook niet echt mee. Een sfeer die in de hand gewerkt wordt door de statafels her en der in de zaal. Dat is lekker drinken, maar het vergroot de betrokkenheid bij de gebeurtenissen op het podium natuurlijk niet.

Prachtige omhaal op de paal
De band zelf treft ook enige blaam. De vraag om publieksparticipatie bij het heerlijke ‘Dust and Doubts’ is zo geladen met ironie dat het niet vreemd is dat nauwelijks iemand in de zaal de behoefte voelt erop in te gaan. Dat geldt trouwens voor meer aankondigingen van nummers. Charmant hoor, maar het het haalt wel de vaart uit het optreden. Misschien dat je daardoor soms het gevoel bekruipt dat de live-uitvoeringen de cd-versies niet echt ontstijgen. Dat is geen ramp, want de liedjes zijn plaatjes, maar het voelt toch een beetje als een omhaal op de paal.

In het laatste deel van de set herpakt El Pino & The Volunteers zich helemaal. David Pino sommeert het publiek een paar stappen naar voren te doen, van die tafels weg te komen en waarschuwt dat er nog drie liedjes komen. Vervolgens serveert El Pino de set met verve uit en scoort en passant nog een paar mooie punten met ‘The Minute I let go’ en ‘White on White’.

Al met al was de double bill zondagavond in de Eindhovense Effenaar een smakelijk verzetje. Twee talentrijke bands, van wie El Pino & the Volunteers net iets verder is, op één podium. Beiden bovendien in het bezit van minstens een dozijn puntige indiepopliedjes. Dat is nogal wat.

Sterker nog, dat zou vertrouwen moeten geven. En dat vertrouwen mag best een beetje uitgedragen worden. Dan maar wat minder charmant of bescheiden. Een gezonde dosis arrogantie zou een mooie avond magisch hebben kunnen maken. Voor nu is in elk geval de zondagavondblues vakkundig weggespeeld. Ook heel wat waard en dank daarvoor.