Film / Documentaire

Thuiskomst: een documentaire die getoond moet worden

recensie: Dahomey – Mati Diop

Het is november 2021; 26 schatten die 130 jaar geleden door Franse kolonisten werden gestolen uit het voormalige West-Afrikaanse ‘Dahomey’ rijk (nu Benin) staan op het punt terug te keren naar hun land van herkomst. Een spannende gebeurtenis. Maar waarom heeft dat zo lang moeten duren?

De documentaire, die tijdens het filmfestival van Berlijn bekroond werd met de Gouden Beer, volgt de 26 gestolen schatten die door Frankrijk teruggegeven worden. De film laat zien dat een antwoord vinden op de eerder gestelde vraag –  waarom dit culturele erfgoed pas na 130 jaar teruggegeven wordt – toch niet zo makkelijk is. Sterker nog, regisseur Mati Diop laat in de documentaire zien dat het onderwerp van koloniale roofkunst nauw samenhangt met vragen over het museum als instituut, culturele identiteit, de gevolgen van (de)kolonisatie en geografische machtsverhoudingen. Geen makkelijke klus dus om te behandelen in een documentaire van nog geen zeventig minuten.

Een bijzondere ervaring

Met Dahomey heeft Diop een gecompliceerd onderwerp uitgekozen en ze presenteert deze op originele wijze. Waar documentairemakers in veel gevallen informatieverstrekking als doel zien en de vorm waarop deze gepresenteerd wordt wat simpel blijft, – denk aan een voice-over, afgewisseld met re-enactments van belangrijke momenten – kiest Diop juist voor een heel andere aanpak: ze geeft een stem aan de objecten, in dit geval een standbeeld van koning Ghézo, nummer 26. Deze stem, opgebouwd uit meerdere lagen van mannen- en vrouwenstemmen, vertelt in totale duisternis op poëtische wijze over zijn herinneringen aan zijn thuisland.

We volgen dit standbeeld, hoe het zorgvuldig wordt ingepakt in het Musée du quai Branly in Frankrijk en met vreugde wordt onthaald in Bénin, waar het vervolgens in een soortgelijke glazen kast geplaatst wordt als waar het een aantal dagen eerder uit gehaald werd. De stem vertelt dat hij op zoek is. Hij heeft vragen, twijfelt over zijn bestaan en over een thuis dat hij na al die jaren niet meer herkent. Is hij nu eigenlijk wel thuis? Op deze manier brengt Diop een onderliggende vraag naar boven: wat is ‘thuis’ voor een voorwerp dat zolang weg is geweest? En behoren deze beelden eigenlijk wel in een museum? Maar als ze niet in een museum horen, waar dan wel?

Met het strakke camerawerk geeft Diop nieuwe betekenissen aan bestaande concepten: de kille gangen van het museumdepot met camerabewaking op iedere hoek geven het idee van een gevangenis. Op deze manier presenteert Diop gelaagde informatie en slimme vergelijkingen, waardoor je met een nieuwe blik naar zaken kijkt.

Complexe materie

Hoewel de documentaire een interessante insteek heeft en er visueel adembenemend uitziet, blijft er toch ergens iets knagen. Doordat het een documentaire is over een gevoelig en ingewikkeld probleem is context juist van belang. Deze context mist echter in Dahomey doordat Diop de kunstzinnigheid op de voorgrond plaatst. Hierdoor zal de documentaire voor publiek dat zich minder bewust is van de discussies rondom koloniale roofkunst moeilijker te volgen zijn.

Desondanks slaagt de film er wel bijzonder goed in de emotie die gepaard gaat met koloniale roofkunst te vangen. In de documentaire worden herhaaldelijk momenten getoond van een studentendebat dat gehouden werd in Bénin over de terugkomst van de 26 voorwerpen. Wat betekent de teruggave voor het land en voor deze studenten persoonlijk? De meningen hierover blijken zeer divers. Dit intellectuele debat dient voor de kijker als ‘crashcourse’ waarin de belangrijkste punten die horen bij de discussies over koloniale roofkunst aan bod komen, zoals culturele identiteit en de nog altijd voelbare gevolgen van kolonisatie. Het debat is geen college, het laat juist de trots en vreugde zien dat de beelden terug zijn, maar ook het verdriet en de frustratie dat het slechts 26 objecten van de 7000 voorwerpen zijn die in de negentiende eeuw gestolen werden door de kolonisten. Dit debat, samen met de beelden van gefascineerde bezoekers die voor het eerst oog in oog staan met voorwerpen uit hun geschiedenis, toont prachtig hoe emotioneel beladen dit onderwerp is.

De documentaire biedt geen antwoorden, want eenduidige antwoorden zijn er niet, maar geeft de kijker de ruimte om zelf na te denken over deze vragen. Hij prikkelt de geest en schetst een beeld van de situatie zonder te oordelen. Door zijn originele vorm laat hij de kijker voelen wat de teruggave van roofkunst doet met de inwoners van Bénin, iets wat niet in woorden te bevatten is. Een documentaire die dus gezien moet worden.