Onbedoelde ambivalentie
Natasha Kahn bewijst weer eens het cliché dat er geen beter recept is voor creativiteit dan een flinke portie ellende. De dosis waarin de frontvrouw van Bat for Lashes die ‘gebruikt’, bepaalt niet alleen het succes van haar muziek maar ook dat van haar optredens. In de Melkweg brengt ze net genoeg persoonlijkheid om zich in haar laatste, volwassen album te kunnen spiegelen.
Khan is een mooie meid die van mooie dingen houdt. Beetje cru, maar ware het niet voor een moeilijke jeugd – vader verliet het gezin; ze werd van school gepest om haar Pakistaanse afkomst – dan was het daar misschien bij gebleven. Maar die narigheid ontstak creatieve drang, en in haar werk is de strijd hoorbaar tussen haar krachtige volwassen emoties en een nog meisjesachtige esthetiek.
Schoonheid en troost
Jones trekt Khan door haar momenten van twijfel tussen het meisje-dat-popster-speelt en de vrouw die haar ziel met ons deelt. Ze lijkt niet altijd een houding te weten bij haar eigen muziek, alsof ze de zwaarte ervan wil ontkennen. Nog zoiets, de podiumaankleding: een kolossale afbeelding van een huilende wolf voor een volle maan, even mysterieus als camp. Verwijst het naar de thematiek van Two Suns, een vastgelopen relatie tussen twee mensen uit de verschillende ‘planeten’ Amerika en Engeland? Of is het even flauwkomisch als de niet onverdienstelijke wolfimitatie van iemand uit het publiek?
Die ambivalentie is te onbedoeld om het optreden groots te maken. Het publiek maalt daar overigens niet om, blij als het is om deze relatief onontdekte dame een avond voor zichzelf te hebben. Vooral bij nummers van het laatste album komt ze goed uit de verf, maar in Kahn huist een diva á la Roisin Murphy of Björk als ze haar kwaliteiten serieuzer neemt. Nu overheerst de nasmaak van onaangeroerde potentie. Volgende keer (ongetwijfeld nog veel) beter, dus.