Ruwe schoonheid
.
Enkele jaren later, na een rampzalige brand in de eigen studio, heroriënteerde de groep zich. Als Doves lieten ze in 1998 de dance definitief achter zich om voortaan met gitaren en drums verder te gaan. Een jaar later bracht Doves The Cedar EP uit. Een veelbelovende plaat die op een gezonde toekomst duidde.
Met het debuutalbum Lost Souls trok Doves in 2000 vervolgens op onverbiddelijke wijze de aandacht. Lost Souls was een kleurrijke en boeiende plaat vol melancholie en grandeur. Een weldadige mix van indiepop, rock, triphop en psychedelica. Doves werd genomineerd voor de Mercury Music Prize, maar de onderscheiding ging naar het debuutalbum van Badly Drawn Boy, een plaat waarop de leden van Doves notabene nog hadden meegespeeld.Met Lost Souls had Doves de lat voor zichzelf erg hoog gelegd. Hoewel de opvolgers The Last Broadcast (2002) en Some Cities (2005) het debuut niet overtroffen, maakten ook deze platen indruk door de emotionele zeggingskracht van de meeste nummers. De openhartige zwaarmoedigheid verzandde door het rijk geschakeerd geluid echter nergens in vervelende misère. Hoewel de band nog vrij anoniem door het leven wandelde bereikten beide Doves-albums toch maar mooi de eerste plaats van de Britse albumcharts.
Indrukwekkend
Na vier jaar relatieve stilte is er dan eindelijk Kingdom of Rust, de langverwachte vierde plaat. De indrukwekkende clip van het titelnummer was een mooie vooraankondiging: een fraai gefilmde autorit door Noordwest-Engeland. Precies de beelden die de muziek van Doves zelf vaak opriep: grimmmige Engelse stadslandschappen vol vergane glorie, kwetsbare maar strijdbare individuen, overweldigend en zuiverend natuurschoon. ‘Kingdom of Rust’ is een van de hoogtepunten van het album. De strijkers zijn fraai en de indringende zang ontroert: ‘my god it takes an ocean of trust in the kingdom of rust’.
Er zijn meer indrukwekkende momenten: ’10:03′ begint klein maar mondt via fraaie effecten uit in een majestueuze climax, om vervolgens weer klein te eindigen. ‘The Greatest Denier’ is een ander hoogtepunt. Geluidseffecten kleuren het nummer, dat continu schakelt tussen pieken en oorstrelende breaks. Als geen ander weet Doves melancholie in avontuurlijke en warme muziek te vangen. Jimi Goodwin is als zanger geen natuurtalent, maar de atmosferische, vaak ruwe, schoonheid van de muziek geeft hem een passend toneel. De band trekt stevig van leer in de stampende sixties-psychedelica van ‘House of Mirrors’ en het flink rockende ‘The Outsiders’. Daartegenover staat dan weer ‘Birds Flew Backwards’, dat op betoverende wijze de zomer aankondigt.
Geluidsmagie
Kingdom of Rust kent ook twee stevige knikken naar het dance-verleden van de band: opener ‘Jetstream’ is een fraai staaltje technopop. New Order en Kraftwerk zijn niet ver weg, maar het is bovenal een overtuigende en eigenzinnige start van het album. De sterke baslijn in ‘Compulsion’ zet de luisteraar met twee benen in de postpunkjaren en zou door kunnen gaan voor een Noord-Engelse dub-interpretatie van Blondie’s discohit ‘Rapture’. Een fijne verrassing op een plaat die op sommige momenten ook meer van hetzelfde biedt: ‘Winter Hill’ is een toegankelijke en vlotte song met een pakkend refrein die ook op eerdere albums had kunnen staan. Dat geldt ook voor het prima ‘Spellbound’: een warm geluid met de meest uiteenlopende gitaren, gestut door een soepele maar stevige beat. Afsluiter ‘Lifelines’ klinkt ook vertrouwd en is het bewijs dat een relatief onopvallende Doves-song nog steeds prima genietbaar kan zijn.De heren van Doves laten wederom horen nog steeds geluidsmagie te kunnen bedrijven. Als het drietal open blijft staan voor vernieuwing en veel oog voor detail blijft houden, kunnen we nog veel moois tegemoet zien. En dan geeft het niets als de volgende plaat weer vier jaar op zich laat wachten.