Kunst / Expo binnenland

Tegendraadse wegbereider voor fotografische kunst

recensie: Man Ray Zorgeloos maar niet onverschillig

.

De conceptuele kunstenaar Man Ray is vooral bekend om zijn foto’s maar hij maakte ook tekeningen, schilderijen, films, litho’s en dadaïstische readymades. In Fotomuseum Den Haag is een overzicht van zijn werk te zien. Het is een interessante verzameling vanwege de veelzijdigheid en vanwege het creatieve proces dat blijkt uit experimentele objecten. Vooral een must voor de fotoliefhebber die (nog) meer van de tegendraadse fotograaf wil weten.

Noir et Blanche, 1926

Noir et Blanche, 1926

Zijn bolhoed, een serie erotische foto’s of vroege schilderijen: er is veel onbekend werk in Den Haag te zien van de bekende kunstenaar. Man Ray (1890-1976) is een bekend ‘merk’ geworden dankzij zijn eigenzinnige foto’s, mede door zijn werk werd fotografie als autonome kunst erkend. Het is lastig om nog iets toe te voegen aan de vele retrospectieve tentoonstellingen en boeken over Man Ray. Zorgeloos, maar niet onverschillig is daar toch in geslaagd, omdat het een selectie uit de collectie van de Man Ray Trust betreft met veel werken die nooit eerder zijn geëxposeerd. De naam van de expositie (die eerder te zien is geweest in Parijs en Berlijn) is een samenvatting van zijn levenshouding, door zijn vrouw Juliet bedacht als inscriptie op zijn grafsteen. Natuurlijk zijn er enkele iconen van zijn werk te zien – zoals een herdruk van Kiki, Violin d’Ingres (1924) en van Noir et Blanche (1926) – maar veel meer de probeersels of humoristische uitstapjes die tot zijn bekende werken leidden. Man Ray was een conceptuele kunstenaar bij wie het draaide om het idee en niet om het object zelf. Ook de hele expositie leunt op deze visie en is daardoor niet erg toegankelijk voor bezoekers die weinig weten van Man Ray en zijn tijdgenoten.

Zonder titel, 1920-1934

Zonder titel, 1920-1934

Met zijn fotogrammen vestigde hij zijn naam als kunstfotograaf. Deze afbeeldingen van voorwerpen die tussen lichtbron en lichtgevoelig papier geplaatst worden noemde hij rayografieën. Hoewel deze techniek al uit de negentiende eeuw stamt, eiste hij deze ontdekking zelf op. Dat deed hij ook met de solarisatietechniek, die zijn leerlinge en minnares Lee Miller toevallig herontdekte in de donkere kamer. Het effect ontstaat door korte belichting tijdens het ontwikkelproces van foto’s. Na deze ontdekking zou hij nog vaak oude negatieven uit de la halen voor talloze afdrukken met verschillende kleur- en contrasteffecten. Op de expositie zijn diverse voorbeelden te zien van dit ‘Photoshoppen avant la lettre’

Voyeur
De tentoonstelling is verdeeld in de vier creatieve fasen in zijn leven, nauw samenhangend met zijn woonplaats: New York, Parijs, Los Angeles en weer Parijs. Voordeel is dat het creatieve proces zo zichtbaar wordt, hoewel veel bezoekers een looproute kiezen die heen én weer terug deze chronologie passeert. De vele bezoekers verdringen zich vooral voor de foto’s en niet voor de objecten, alsof de frustratie van Man Ray nog eens uitgebeeld wordt. Opvallend is het kleine formaat van de vele werken, we zijn zo gewend geraakt aan de enorme hedendaagse kunstwerken. Erotiek en humor spelen een belangrijke rol, vooral bij de objecten.


Permanent Attraction, 1948
Permanent Attraction, 1948

De geest van Duchamp is aanwezig bij veel werken, zoals de schaakborden, een presse-papier in fallusvorm of een sigarendoosje met kijkgat. Dit doosje heet Le Voyeur, een bekend thema bij de bevriende kunstenaars. Dat geldt ook voor de puns, woordspelige grapjes zoals Another spring wat een grote springveer op een kistje betreft. Een serie bijna pornografische foto’s van zichzelf met zijn vriendin Kiki is één van de onbekende en verrassende werken. In 1929 vroegen enkele surrealisten Man Ray om foto’s te maken voor een publicatie over erotische poëzie. Hij hoefde alleen maar een lade te openen waar de vele onverbloemde inkijkjes in zijn seksleven lagen. Ontroerend is het getypte begin van wat zijn autobiografie moest worden, inclusief verbeteringen (Manuscript, 1961). Daarentegen zijn sommige schetsjes en kiekjes van vrienden minder interessant, of misschien wordt het vermoeiend om bij elk fotootje te moeten begrijpen bij welk proces het hoorde.

Reproducties

Een rode draad in het werk van Man Ray betreft de reproduceerbaarheid van kunst. Niet zo vreemd voor een conceptueel kunstenaar die zich bezig hield met readymades. Zo maakte hij van massaproducten een uniek object (dit idee was het kunstwerk) en vervolgens maakte hij van dit object weer net zo makkelijk vele reproducties. Zijn schaakbordontwerpen waren zelfs bestemd voor massaproductie. Hij grijpt regelmatig terug op zijn werk, zo maakt hij van zijn vroege schilderijen foto’s en later weer litho’s. Toch is hier iets vreemds aan de hand. Toen hij voor de Tweede Wereldoorlog wegvluchtte naar Amerika reproduceerde hij zijn werk uit angst voor verlies. Dit tekent zijn tweeslachtigheid: zo had hij in zijn vroege periodes een uitgebreid kaartsysteem om zijn al zijn werken te documenteren en te volgen, hoewel het toch vooral ging om het idee achter de werken. Dit kaartsysteem is kwijtgeraakt en Man Ray hechtte later minder waarde aan de authentieke objecten. Dat leverde nog veel problemen op voor zijn nalatenschap. De authenticiteit van zijn vele werken in diverse collecties is nog steeds een beladen onderwerp, onder meer doordat een oude vriend van hem nieuwe afdrukken maakte en ging verkopen als ‘echt werk’. De Man Ray Trust, opgericht door de familie van zijn weduwe Juliet Browner in 1980, mist door allerlei verwikkelingen veel belangrijke werken van Man Ray, maar bevat desondanks interessante en authentieke reproducties(!), zo blijkt uit deze expositie.