Kleine tentoonstelling, grootse uitwerking
In de tuinen rondom het Rijksmuseum in Amsterdam staan verschillende beelden. Van mensen en goden, borststukken en lichamen van top tot teen. Allemaal in een figuratieve stijl. Vanaf 2013 staan daar elk jaar gedurende enige tijd beeldhouwwerken tussen die te gast zijn. Momenteel zijn dat monumentale beelden van de Engelse beeldend kunstenaar Barbara Hepworth (1903-1975).
Piet Mondriaan en Barbara Hepworth
Direct in het oog springt een werk dat een nietsvermoedende bezoeker niet meteen als een Hepworth zal herkennen: Construction (Crucifixion), brons met verf in de Mondriaankleuren: rood, blauw en geel. Een beeld uit 1966-1967. Hepworth en haar echtgenoot Ben Nicholson (1894-1982) waren in 1938 buren van Mondriaan, die op hun suggestie was uitgeweken naar Londen. Het beeld is te leen van de Salisbury Cathedral, waar het in de kloostertuin staat. Je ziet inderdaad de stijl van Mondriaan (1872-1944) terug. Zowel in de kleuren als de geometrie. Voorts valt op dat Construction (Crucifixion) – de titel zegt het al – een kruisvorm heeft. Je herkent ook een gezicht, een halo en een lichaam. De kleuren zouden symbool kunnen staan voor de zon (geel) en voor bloed (rood). Aan het lege middendeel kun je zelf in figuurlijke zin invulling geven. Overigens had Mondriaan zelf meer met de theosofie dan met het christelijk geloof. De theosofie was een esoterische stroming, bekend door Helena Blavatsky (1831-1891), die in de tijd van Mondriaan opgang deed.
Henry Moore en Barbara Hepworth
De negen beelden van Barbara Hepworth die nu in de Rijksmuseumtuinen staan, dateren allemaal uit de periode 1959-1973. Het heet dat dit werk doet denken aan dat van die andere kunstenaar waarmee ze bevriend was: Henry Moore (1898-1986). De eerste kunstenaar van wie in 2013 beelden te zien waren tijdens de jaarlijkse expositie in de tuinen van het Rijksmuseum. Als er al verschillen worden gezocht, wordt er bijvoorbeeld op gewezen dat Moore veelal horizontaal werk maakte en Hepworth verticaal. Een uitzondering bevestigt de regel, want dan valt in de Rijksmuseumtuinen bijvoorbeeld River form (1965) op: een verticaal, bronzen sculptuur die refereert aan een steen die in een rivier is uitgesleten.
Kenmerkender is wellicht de lege kern van veel van Hepworths werk. Al gaat dat ook niet helemaal op voor de zes onderdelen die samen Conversation with magic stones (1973) vormen. De overeenkomst tussen alle werken wordt dan ook niet primair gevormd door die lege holten, maar door de verbinding die wordt gezocht met de natuur en natuurlijke vormen. In het geval van de magische stenen met Cornwall. De hoge verticale stenen noemde ze ‘figuren’ en de horizontale vormen ‘stenen’. Het eerste roept associaties op met mensen. Zo bezien lijken het drie mensen die in gesprek zijn met drie stenen.
Invloed constructivisme
Andere beelden, zoals Two forms (divided circle) uit 1959 en het enkele jaren later gemaakte Squares with two circles (1963) laten de invloed van het constructivisme op het werk van Hepworth zien. Dat wil zeggen, dat het eerder een constructie van de werkelijkheid is dan een min of meer letterlijke afbeelding ervan.
Het is mooi dat de gastconservator van deze tentoonstelling, Sophie Bowness – kunsthistoricus en kleindochter van Hepworth – deze nuanceringen aanbrengt in het beeld dat wij doorgaans van het late(re) werk van Barbara Hepworth hebben, dat vooral is gebaseerd op haar gepolijste werk met holten. Zo is deze tentoonstelling, hoe klein ook, groots qua uitwerking op de bezoekers van de op zich al prachtige tuinen rond het Amsterdamse Rijksmuseum.