Kunst / Expo binnenland

Koste wat kost gelukkige stralende dingen maken

recensie: Charley Toorop - Vooral geen principes!

.

Dankzij het abri-offensief is het bijna niet te missen: de Charley Toorop tentoonstelling in museum Boijmans van Beuningen. De kunstenares is één van de opvallendste verschijningen in de Nederlandse schilderkunst, vooral bekend om haar markante koppen. Schepper van een krachtig, zelfbewust en sociaal bewogen oeuvre, dat merkwaardig genoeg steeds weer wordt vergeten en herontdekt. In deze pas vierde (!) overzichtstentoonstelling zijn er 120 werken bij elkaar gebracht, waaronder veel werken in particulier en al haar zelfportretten.


Sem Presser, Charley Toorop schildert in boomgaard, Bergen 1949. Collectie Maria Austria Instituut

Sem Presser, Charley Toorop schildert in boomgaard, Bergen 1949. Collectie Maria Austria Instituut

Annie Caroline Pontifex Toorop (1891-1955) , roepnaam Charley, was de dochter van de internationaal bekende symbolist Jan Toorop. Ze groeide op in kunstenaarskringen en koos aanvankelijk voor de muziek. Maar na de scheiding van haar ouders en een eigen mislukt huwelijk stortte ze zich hartstochtelijk op het schilderen. Met haar drie kinderen ging ze in Bergen wonen, in het door haarzelf ontworpen huis ‘De Vlerken’. Het werd een ontmoetingsplaats voor een bijzondere kring van artistieke vrienden, waaronder Piet Mondriaan, Adriaan Roland Holst en Gerrit Rietveld.

Bezieling

Charley Toorop ontwikkelde zich tot een onconventionele, zelfbewuste en nieuwsgierige vrouw, die al zoekende tot een eigen taal kwam. Zonder principes of vastomlijnde stijl: het ging haar om kracht, persoonlijkheid en de bezieling van de werkelijkheid. Haar kunstenaarschap stond altijd voorop, ondanks relaties en kinderen. Ze wilde alles zelf ontdekken, net zoals vader Toorop, die weinig op had met academisch onderwijs.


Zelfportret met bontkraag, 1940. Olieverf op doek, 40x30 cm. Collectie Scheringa Museum voor Realisme, Spanbroek

Zelfportret met bontkraag, 1940. Olieverf op doek, 40×30 cm. Collectie Scheringa Museum voor Realisme, Spanbroek

De tentoonstelling geeft een duidelijk beeld van haar experimenteerdrift, zoals de werken uit de periode 1915-1921: een kleurrijk, wervelend expressionisme. Toorop liet zich inspireren door film en architectuur en maakte vele reizen om de nieuwste kunst te bekijken. In 1921 was ze in Parijs, waar ze totaal werd overrompeld door nieuw werk van Picasso. Ze nam zich resoluut voor om weer van onderaan te beginnen en intens te studeren op de basisbeginselen. Om ‘koste wat het kost, gelukkige stralende dingen te maken’.

Genadeloze zelfevaluatie

Haar worstelingen met de schilderkunst zijn soms duidelijk te zien. Ruimtelijke illusies scheppen lukte haar niet altijd even goed: sommige schilderijen zijn qua compositie helemaal dichtgemetseld, met merkwaardig gestapelde beelden. Maar haar werk is altijd ongekunsteld, confronterend, echt. Ze voelde zich aangetrokken tot mijnwerkers, de Zeeuwen van Westkapelle, de havens van Rotterdam. Die nuchtere, no-nonsense mentaliteit van hard werken en jezelf blijven verbeteren is helemaal terug te zien in haar confronterende, realistische stijl. Vooral in de zelfportretten, die aanvoelen als een genadeloze zelfevaluatie. Want ze maakte het zichzelf nooit gemakkelijk. Hoe combineer je kinderen met kunst, een druk sociaal leven met een kluizenaarsbestaan, de behoefte naar vastigheid met een onstilbaar verlangen naar reizen?

Laatste zelfportret 

De Tweede Wereldoorlog bracht nieuwe, heftige thema’s: medusakoppen, het bombardement op Rotterdam (met clown en arbeidersvrouw) en vervreemdende stillevens waaronder Maaltijd zonder vrienden. Ze had zich niet bij de verplichte Kultuurkamer aangesloten, en mocht daardoor niet meer exposeren. Ze overleefde de oorlogsjaren door succesvol te lobbyen bij geestverwanten. En bleef schilderen, zelfs na een aantal hersenbloedingen. Haar situatie was ernstig: tijdelijk verlamd, moeite met praten. Dankzij een gigantisch doorzettingsvermogen bleef ze toch gestaag verder werken.

 

Zelfportret, 1954-1955. Olieverf op doek, 62,5x42,5 cm. Collectie Stedelijk Museum Alkmaar

Zelfportret, 1954-1955. Olieverf op doek, 62,5×42,5 cm. Collectie Stedelijk Museum Alkmaar

Uit haar laatste werken spreekt een enorme beheersing: krachtige, simpele stillevens, besneeuwde landschappen. Het zijn geconcentreerde, meditatieve doeken. En dan haar laatste zelfportret, dat ze enkele maanden voor haar dood geschilderd heeft. Op het doek kijk ze nog even om naar de beschouwer, maar haar hoofd is eigenlijk al naar het raam toegewend. Dat half verduisterd is, door een zwart gordijn. De plooien in haar kleding zijn echo’s van haar rimpels, het warrige haar komt terug in de kale takken die buiten wachten. Tot op het laatste moment was ze met haar passie bezig. Vooral geen principes: een indrukwekkend overzicht van een bijzonder, eigenzinnig mens.