Hoever zou jij gaan om beroemd te worden?
Het is tegenwoordig een rage; overal om ons heen zijn talentenjachten die breed worden uitgemeten op televisie. Allemaal zijn ze net even anders, maar toch behelzen ze stuk voor stuk hetzelfde idee: duizenden mensen komen erop af om een beoordeling te krijgen van een jury. Als ze worden afgewezen, hebben ze het idee niets waard te zijn. Als ze door mogen naar de volgende ronde, doen ze er alles aan niet af te vallen. Ze laten zich door de jury gewillig vormen tot iets dat ze niet zijn. De Juichfabriek is een voorstelling die kritisch tegenover deze hype staat. Want uiteindelijk word je er niet gelukkig van je tot iets te laten vormen dat je niet bent.
is een voorstelling die kritisch tegenover deze hype staat. Want uiteindelijk word je er niet gelukkig van je tot iets te laten vormen dat je niet bent.
Een band met vijf leden doet mee aan een talentenjacht. De band bestaat uit drie jonge vrouwen; een diva, een onzekere vrouw en iemand die boven alles de vrede wil bewaren en twee jonge mannen, de een heel arrogant, de ander overgevoelig. Ze hebben elkaar nodig om te winnen, maar willen soms het liefst zo ver mogelijk bij elkaar uit de buurt zijn. Al ontelbare rondes zijn ze doorgekomen en steeds komt er een ronde bij. De jury wordt vertegenwoordigd door een mannenstem in de verte, die niet alleen zegt of ze door zijn, maar ook kritiek en opdrachten geeft. Na elke overwinning vinden de bandleden dat ze het goed hebben gedaan, totdat de mannenstem met kritiek komt. De vrolijke stemming zakt dan tot een dieptepunt. Hij geeft ze tips en zegt wat hij van ze wil zien. Hij wil dat ze breken, compleet doordraaien. Dan pas zijn ze echte artiesten. Ze willen niet alles doen wat hij zegt, maar weten dat het nodig is om verder te gaan. En winnen betekent succes, iemand zijn. Ook al betekent het dat ze hun eigen identiteit kwijtraken. Ze gaan tot het uiterste om verder te mogen, maar er lijkt geen einde aan te komen.
Opgesloten
De ruimte waarin de bandleden verkeren, heeft een sombere en beklemmende sfeer. Het is vrij donker en op de achtergrond klinkt een zachte maar constante piep. De bandleden zitten vast en mogen pas naar buiten als de wedstrijd afgelopen is. Maar doordat er geen einde in zicht is, lijkt het of ze nooit meer deel zullen uitmaken van het dagelijkse leven. Ze zitten met elkaar opgesloten en daardoor ontstaan er irritaties. Zo is de drummer (Imanuelle Grives) constant bezig zichzelf op te maken. Andere bandleden willen dat ze daar mee stopt. Ze vindt dit zo erg dat ze besluit te stoppen met de wedstrijd. Ze heeft haar jas al aan, als ze haar toch weten over te halen om te blijven. Door zo’n sombere en gespannen sfeer te creëren lijkt het of elk moment een bom kan barsten. Deze spanning zorgt ervoor dat het begrijpelijk is waarom ze zo reageren. De drummer vindt haar uiterlijk belangrijk omdat ze onzeker is. Als de andere bandleden dat van haar af willen pakken, ziet ze het niet meer zitten. De bandleden kunnen echter niet zonder haar verder.
Absurde composities
Een belangrijk onderdeel van de voorstelling is de muziek. De acteurs kunnen veel muziekinstrumenten bespelen en wisselen die steeds. Ze hebben die instrumenten stuk voor stuk onder controle; ze zijn erg muzikaal. Ze doen echter niet hun best mooie muziek te maken. De nadruk ligt op absurde composities, wat de voorstelling wat luchtiger maakt. Er is bijvoorbeeld een nummer dat voor een groot deel bestaat uit eerst een heel hard geluid geproduceerd door een viool, trompet en drumstel, waarna plots alles stilvalt en er iets wordt gezegd. Dit is niet echt als muziek te zien, maar meer als geluid. Het is het jammer dat er met zoveel talent zo weinig wordt gedaan. Een uitzondering is het nummer waarin Imanuelle Grives zingt. Zij heeft een geweldig krachtige stem die weet te ontroeren. Echter, ook dit nummer is niet serieus bedoeld. Ze gaat er helemaal in op, waardoor haar bewegingen overdreven uitvergroot worden en ze per ongeluk in een spagaat terecht komt. De scène toont dat een nummer tegelijkertijd luchtig en muzikaal ontroerend kan zijn. Dat had iets meer terug mogen komen in de voorstelling.
De Juichfabriek werpt vragen op over hoe ver je wilt gaan om beroemd te worden. Zou je je anders voordoen dan je eigenlijk bent, zou je dingen doen waar je eigenlijk niet achter staat? De bandleden gaan tot het uiterste om succes te krijgen. Zoals ze dat zelf zeggen, zijn zij als gekreukelde kleding die glad gestreken moet worden. Maar ze kunnen niet van een ‘gekreukeld’ persoon in een ‘gladgestreken’ persoon veranderen – ook al is dat ‘beter’ volgens de jury – omdat ze zo niet in elkaar zitten. De boodschap is dan ook dat je niemand anders dan jezelf kan zijn. Dit is een goede gedachte die tegelijkertijd op een zware en luchtige manier wordt overgebracht en goed is uitgewerkt. Jammer dat er niet iets meer is gedaan met het muzikale talent. Dat had de voorstelling nét iets extra’s gegeven.