Noodzakelijke dans op Julidans 2008
.
Artistiek directeurs Jaap van Baasbank en Luuk van Eijk hebben voor deze editie van het festival gekozen voor een lovenswaardige benadering. Dans is bij Julidans niet vrijblijvende nietszeggende mooidanserij. Julidans wil dans brengen mét inhoud. Dans die voortkomt uit een rauwe emotionele noodzaak. Het festival toont divers internationaal werk. De makers leveren met hun werk commentaar op hun eigen specifieke culturele achtergrond. Ondanks deze verschillen blijft beweging toch herkenbaar menselijk, juist door de universele rauwheid en intensiteit. Julidans toont dans die cultuuroverstijgend is. Dat is in deze tijd van geforceerd nationalisme en cultureel navelstaren zeer te prijzen. Geen reden om te bezwijken aan het festivalbombardement. We moeten het met open armen ontvangen. (Daniël Bertina)
Inhoud van dit artikel: Bahok | While going to a condition & Accumulated layout | ISA | The Left Cheek | Uprising/In Your Rooms
Klik hier voor een verslag van Cinedans, het internationaal dansfilmfestival, dat dit jaar tegelijkertijd met Julidans plaatsvindt.
Taalbarrière voorbij
Bahok – Akram Kahn Company / National Ballet of China
Gezien op 11 juli 2008 • Stadsschouwburg, Amsterdam
Acht mensen wachten in een vertrekhal van een vliegveld op hun vlucht. Acht individuen met ieder hun eigen verhaal en bagage die ze met zich meedragen op de weg naar huis. Daar waar hun lichaam is.
In Bahok, Bengaals voor ‘drager’, laat de Brits-Bengaalse choreograaf Akram Khan zijn Akram Khan Company samenwerken met het Nationale Ballet van China. Het resultaat is een komische en emotionele voorstelling die je in je hart raakt. De vertrekhal is de samenleving in het klein. Mensen leven naast elkaar, maar proberen zich soms zo min mogelijk met elkaar te bemoeien. Maar aan de andere kant is er in die kleine samenleving tijdens het wachten ruimte om samen te lachen, naar elkaar te luisteren en zo nodig ook elkaar te helpen. Een groot berichtenbord, waar normaal de tijden en status van de vluchten wordt aangegeven, geeft nu steekwoorden aan als delayed, fire, earth en water. Het inleidende woord voor een persoonlijk verhaal van een van de dansers. Iedere danser vertelt via zijn of haar bewegingen waar thuis is. Voor de een is thuis in de schoenen van haar vader, voor de ander zit thuis verborgen in de papieren en briefjes die ze bij haar draagt. De persoonlijke verhalen worden afgewisseld met gebeurtenissen op het vliegveld tussen de wachtenden. De komische noten zitten in de wijze waarop de dansers soms met elkaar of met hun situatie omgaan. Wanneer een van de Chinese ballerina’s tijdens het wachten slap tegen haar buurman aanvalt, probeert hij haar op alle mogelijke manieren overeind te houden. Maar doordat ze steeds tegen hem aanvalt of dreigt om te vallen, wordt de scène een slapstick.
Met Bahok bewijst Khan dat de taal van bewegingen verder gaat dan de taal van het spreken. De dansers hebben onderling een flinke taalbarrière door hun verschillende afkomst. Maar via de dans hebben zij die overwonnen, vertelden ze in het nagesprek. Het samenspel van de gracieuze Chinese ballerina’s met de moderne dansers uit het gezelschap van Khan ziet er natuurlijk uit. De klassieke bewegingen van de ballerina’s vloeien naadloos over in de bewegingen van de moderne dansers. De twee dansvormen versterken elkaar en tillen elkaar naar een hoger niveau. De balletpassen verliezen het klassieke schilletje en krijgen een modern velletje. De moderne dansen nemen een deel van de gracieuze uitstraling van de balletpassen over. Bahok is een voorstelling die kijkt als een trein en je laat nadenken over de plek die je zelf thuis noemt. (Mariëlla Pichotte)
Terug naar boven
Overdaad aan kabaal en lichteffecten
While going to a condition & Accumulated layout – Choreografie: Hiroaki Umeda
Gezien op 10 juli 2008 • Melkweg, Amsterdam
Heel langzaam wennen ogen aan het donker. Midden op de speelvloer staat Hiroaki Umeda in een neutrale houding. Traag kruipt het licht over hem heen. Zijn schaduw verschijnt links en rechts op de witte zijmuren, als twee kloons die hem de rest van de voorstelling zullen achtervolgen. Op de achterwand zien we een projectie van witte banen licht. Er ontstaat een strakke, kleine beweging vanuit de voeten, aangestuurd door minimalistische elektronische beats. Na dit prachtige, serene begin is het gedaan met het subtiele spel. De rest van de combinatievoorstelling While going to a condition & Accumulated layout is een bruut audiovisueel bombardement waar geen ontsnappen aan is.
De Japanse kunstenaar Hiroaki Umeda is van veel markten thuis. Na een fotografieopleiding stortte hij zich op klassieke dans en hip-hop en in 2000 vormde hij zijn gezelschap S20. De voorstelling die hij op Julidans toont is een samenvoeging van een vroeg werk (While going to a condition uit 2002) met een recenter stuk (Accumulated layout). Beide stukken zijn eenmansprojecten: Umeda deed de choreografie, ontwierp het geluid en licht en danst solo. While going to a condition bestaat uit kleine claustrofobische bewegingen waarbij hij bijna niet van zijn plaats komt, terwijl hij zich in Accumulated layout vrijer over een groter, door licht afgebakend vierkant heen beweegt. Energie lijkt in het recentere werk minder gevangen te zitten in het lichaam, en slaagt erin een uitweg te vinden in grotere, meer vloeiende bewegingen. De dans kent in beide stukken veel herhaling en gaat door het gebrek aan variatie in tempo, intensiteit en ontwikkeling van beweging snel vervelen.
Hij verkrampt, schokt en trilt alsof hij geëlektrocuteerd wordt. Umeda ondergaat de stroomstoten als een op hol geslagen cyborg uit een Japanse anime tekenfilm. Machteloos laat hij de trilling door zijn lijf naar buiten vloeien. Futuristische electric boogie met een minimalistische Zen benadering, onderworpen aan geluid. White noise, machinaal gebeuk, sirenes, piepjes en gekraak worden op een dusdanig hard geluidsniveau door de zaal geblazen, dat het getoonde met vingers in de oren moet worden gadegeslagen. Daarnaast maakt Umeda gretig gebruik van migraineopwekkende stroboscoopeffecten. Dit maakt de voorstelling tot een onaangename, ontoegankelijke ervaring.
Theatrale marteling kan vaak louterend werken als het getoonde uiteindelijk toch een zekere schoonheid bevat, of op een andere manier de kijker confronteert met een interessante thematiek en zo tot denken aanzet. Helaas overheerst het compromisloze kabaal en geflits, wat ervoor zorgt dat While going to a condition & Accumulated layout voornamelijk pijn doet. (Daniël Bertina)
Terug naar boven
Totaalbeleving
ISA – T.R.A.S.H.
Gezien op 8 juli 2008 • Bellevue Theater, Amsterdam
In een monochroom en etherisch landschap, tussen de hoge witte muren en ramen van een verlaten huis, ontvouwt zich de Scandinavische legende van ISA, de ijskoningin. Langzaam komt een kleine danseres met verwilderde haren op. Ze citeert een Duitse tekst en gooit zich op een stoel en tegen de grond. Vanaf dat moment is de toon gezet. Als de overige vijf dansers ook opkomen begint de voorstelling pas echt. Wat direct opvalt is dat de danseressen hakken aanhebben en dansers op blote voeten staan. De dansers beginnen rustig en synchroon met passen die beïnvloed lijken door de Flamenco. Het zestal kijkt het publiek niet aan en stampt op de maat tot ze plotseling, alsof ze door de bliksem zijn getroffen, over de vloer rennen, rollen en elkaar over de vloer trekken.
Wie een voorstelling van T.R.A.S.H. bezoekt moet bedacht zijn op een rauwheid die zijn oorsprong vindt in de Tilburgse underground rockscene. Het gezelschap T.R.A.S.H. staat bekend om zijn dynamische dans door krachtige fysieke, bijna gewelddadige bewegingen. De bewegingen van de dansers zijn rauw, energiek en shockerend. Maar ook poëtisch, eigentijds en liefdevol. Door een blessure van één van de dansers spelen zes dansers de voorstelling in Bellevue. Vanwege de persoonlijke invloed en verhalen die de dansers in hun deel van de voorstelling verweven kunnen ze onmogelijk de rol van de geblesseerde, zevende danseres overnemen. De inbreng van een persoonlijk verhaal is typerend voor de voorstellingen van T.R.A.S.H. Net als de samenwerking met live musici. Voor deze voorstelling werkte choreografe Kristel van Issum samen met een cellist, violiste en zanger.
De strak gecoördineerde chaos van T.R.A.S.H. voldeed opnieuw aan de verwachtingen. De dansers gebruikten elke centimeter van de vloer om hun inbreng in het verhaal te vertellen. Toch klonken de klappen dit keer minder hard en vaak dan we van het gezelschap gewend zijn. Desondanks hadden de lichamen van de dansers weer fysiek veel te verdragen. Van Issum heeft dit keer niet gekozen om de teksten rauw en haast grommend op het toneel te brengen. De teksten van de dansers zijn duidelijk verstaanbaar. Het leek voor de twee dames in het gezelschap een verkleedshow. Voor bijna elke scène droegen ze een nieuwe gekleurde jurk of rok. De mannen hielden het bij hun grijze en zwarte broeken en shirts. Het gezelschap mag dit keer minder gewelddadig en rauw overkomen, toch zorgden de dansers in ISA opnieuw voor een totale beleving die je niet snel zult vergeten. (Mariëlla Pichotte)
Terug naar boven
Lost in meditation
The left cheek – Regie: Zuhe Niao (Niao collectief), Zhang Xian
Gezien op 6 juli 2008 • Theater Bellevue, Amsterdam
Hij maalt koffiebonen. Geluidskunstenaar Yin Yi van de Chinese theatergroep Zuhe Niao zit op zijn knieën te midden van laptop, trommel, fluit, gong, sitar, keyboard, sampler, schaaltjes en koffieapparaat. Zo schept hij de soundscape. Later biedt hij de overige spelers een kopje koffie aan. Als verzoeningsritueel.
The Left Cheek is een collage van losse meditatieve beelden die op zichzelf allemaal spannend zijn. De speelvloer ligt bezaaid met proppen krantenpapier die aan de kant worden geveegd om ruimte te maken voor het spel, en die tot slot weer alles bedekken. Een speler verscheurt de kranten, de ander leest ze. Op een wit vierkant vlak in het midden van de speelvloer bewegen drie tengere vrouwen, gehuld in zwarte monnikspijen. Hun dans is afwisselend angstig en agressief, langzaam en explosief, krachtig gestileerd op een manier die intensieve wushu training verraadt. Het lijf van een van de acteurs is beschilderd met karakters, wat associaties oproept met Masaki Kobayashi’s spookfilm Kwaidan / Hoichi the Earless. Langzaam wordt hij door de anderen schoongeboend. Kalligrafie, videoprojectie, soundscape, traditionele en elektronische muziek spelen allemaal een rol in dit bewegingstheater. Dans is slechts één van deze elementen en naar verhouding zelfs minder dominant. Het stuk toont beelden die beklijven, maar zich moeilijk laten verklaren.
Zuhe Niao is een Chinees kunstenaarscollectief uit Shanghai. Na een tijd van repressie kon choreograaf Zhang Xian in de huidige periode van behoedzame openheid weer theater maken. The Left Cheek behandelt de beeldenstorm van de Chinese culturele revolutie die leidde tot een fetisj met alles wat letterlijk en figuurlijk links was. Het stuk wil laten zien dat deze specifieke thematiek ook universele waarde heeft. Elke samenleving heeft immers haar eigen irrationele onbespreekbare obsessies. Een prachtig concept. Helaas komt deze thematiek niet helder naar voren doordat elke handeling even betekenisvol wordt uitgevoerd. Het is onduidelijk waar de nadruk ligt.
Op de vloer worden karakters geschilderd die voor de leek onleesbaar zijn. De tekens die met lichtprojectie wél met hun vertaling worden getoond scheppen juist verwarring: wat te denken van de combinatie van het karakter voor oor en hart, dat samen schaamte vormt. Of driemaal het karakter voor vrouw, dat samengevoegd ontucht betekent. Willen de makers aantonen dat er geen logisch verband bestaat tussen gedachte en woord? Dat een concept van de idealistische heilstaat in de toepassing kan doordraven tot een repressief regime? Misschien is dat te ver gezocht. Het is allemaal vrijblijvend. Toch biedt The Left Cheek stof tot nadenken en verdient hun inzet en durf respect. (Daniël Bertina)
Terug naar boven
Dans met woede
Uprising/In Your Rooms – Choreografie: Hofesh Shechter
Gezien op 1 juli 2008 • Stadsschouwburg, Amsterdam
We zien eerst alleen hun dreigende silhouetten. Zeven mannen stappen vanuit het duister in het licht. Ongeschoren sterke kerels. Achter hen brandt op ooghoogte een horizontale rij felle lampen. Een industriële dreun doet de schouwburg trillen. Dit is geen kinderspel, dit is mannenwerk. Dit is Uprising.
Ze gaan elkaar te lijf, als jonge alpha-male wolven die vechten voor hun rang binnen de groepshiërarchie. Ze sleuren elkaar naar de grond, springen wild om elkaar heen en smijten zichzelf tegen de andere aan. Technisch messcherp, in adembenemend vloeiende bewegingen. Net zo plotseling als ze elkaar aanvallen lijken ze opeens hun rivalen te smeken om vergiffenis. Ze aaien en omhelzen elkaar, lijken uit te huilen, om de ander dan meteen weer een woeste klap te geven. We horen het geluid van hevige regen. Het prachtige lichtontwerp schept een levensechte illusie van een stortbui. Verkrampt liggen ze op de grond. Met een wanhopig gebaar proberen ze zichzelf naar boven te klauwen. Ze klimmen op elkaar als een groep extatische revolutionairen en wapperen trots met een klein rood vlaggetje: een kinderachtige overwinning. De Israëlische choreograaf Hofesh Shechter maakt een helder statement: aan elke revolutie ligt een gruwelijke interne strijd ten grondslag, en de behaalde overwinning is eigenlijk volkomen belachelijk. Het heftige maar korte Uprising maakt de weg vrij voor de voorstelling In Your Rooms, samen vormen deze twee stukken de opening van Julidans 2008.
In Your Rooms laat zich qua thematiek minder goed duiden als Uprising, maar is poëtischer en indrukwekkender. Een fragmentarische droom waarin beweging uiting geeft aan onbenoembare gevoelens van onbehagen. Naast de mannen uit Uprising schitteren nog vier vrouwen, die qua intensiteit, kracht en zuivere, expressieve beweging het spel naar een nog hoger plan trekken. In Your Rooms is een ambitieus project. Live muziek en voiceover vormen een integraal deel van de voorstelling. Linksboven de speelvloer lijken de vijf muzikanten – viool, cello, bas, percussie – in het luchtledige te zweven. De wederom geniale belichting en effecten scheppen enorme diepte in het toneelbeeld.
De dans komt in flarden. Plotseling duikt het op uit vanuit het niets, het licht maakt het even zichtbaar, en het fragment verdwijnt weer als een beangstigende gedachte die snel wordt weggedrukt. Fel en woedend, en dan weer kalm. Ook in de grote groepsbewegingen is er altijd iets boeiends te zien, doordat verschillende sequenties door elkaar heen worden gedanst. Het gevaar bij een dergelijke aanpak is dat alles ontaardt in grote chaos. Het talent voor theatrale compositie van Hofesh Shechter zorgt ervoor dat alles goed gedoseerd, herkenbaar en spannend blijft. Er is nergens sprake van overkill. Prachtig. Julidans is sterk begonnen. (Daniël Bertina)
Terug naar boven