Onderhoudend theater over passieloze politiek
De politiek ontbeert passie, dus is het niet gek dat democratie het volk onverschillig laat. Balkenende behandelt de burgers alsof het ‘stoute onderdanen’ zijn en Mark Rutte krijgt regelmatig van zijn moeder te horen: “Jongen, hebben ze je weer gepest.” Democratie mag dan een thema zijn waarvoor je niet snel je bed uitkomt, maar theatermaker Floris van Delft maakte er een bijzondere theatervoorstelling over, die een week lang werd opgevoerd in het Utrechtse theater Huis aan de Werf.
Volgens Van Delft gaat het niet goed met Nederland. Hij kan ‘de politieke poppenkast’ niet meer aanzien. Voor hem was dat reden om een theatervoorstelling in elkaar te timmeren, die door drie acteurs werd gespeeld. Het is een bewonderenswaardig initiatief, want de Nederlandse samenleving is de laatste jaren flink in beroering (moord op Fortuyn en Van Gogh, opkomst Wilders en Verdonk), maar tot het theater is daar nog maar weinig van doorgedrongen. Met De Verlichting is stuk, dat Van Delft omschrijft als een “theatraal debat, moderne hagepreek en verzetsdaad in één”, lijkt de theatermaker dat in één klap goed te maken.
Kersenpit
Een beetje te goed eigenlijk, want De Verlichting is stuk is allerminst theater waarbij je eens lekker achterover kunt leunen; als toeschouwer moet je je kersenpit er goed bij houden. En daar heb je op zaterdagavond niet altijd zin in. Toch heeft Van Delft een onderhoudende voorstelling gemaakt. De acteurs spelen het stuk met vaart en strooien er voldoende humor doorheen om het niet al te zwaar te maken. Vooral acteur Sanne den Hartog speelde een paar vermakelijke typetjes. En af en toe klonk er een belletje, waarna de voorstelling even werd stilgelegd om een bepaald begrip toe te lichten, als betrof het hier een vraag uit de televisiequiz 2 voor 12.Het was ook een vondst om de acteurs in de pauze met flessen wijn en karafjes water rond te laten gaan, wat voor een intieme sfeer zorgde. Zoals het ook een aardig idee van de theatermaker was om tijdens de voorstelling al een verslagje te maken, dat op een groot doek werd geprojecteerd. ‘Drank uitdelen is goed’, citeerde hij Margreet Dolman, die had opgemerkt dat acteurs die drank uitdelen voor een leukere sfeer zorgen dan acteurs die dat niet doen. Voor elke avond had Van Delft namelijk een bekende gast weten te strikken, die de taak was toebedeeld om het verbale geweld af en toe te onderbreken met een snaakse samenvatting van het voorafgaande.
Man van de Straat
De voorstelling werd in de vorm van een waarheidscommissie gegoten. Iedereen mocht zijn verhaal doen en vertellen waarom hij wel of niet meedoet met de democratie. Behalve schreeuwlelijk Harry dan, een Man van de Straat, die vindt dat je alles mag zeggen. Maar in dat geblèr had de theatermaker even geen zin. Delft wilde met deze voorstelling vooral zijn eigen onvrede onderzoeken. ‘Zonder soft te worden, maar mèt stijl en graag een beetje humor’. Een elitair avondje dus, dat wel, maar wel een avondje met prikkelende analyses. Met name de protestgeneratie van de jaren zestig, die vond dat alles anders moest, maar haar idealen vergat toen ze zelf op het pluche was beland, kreeg er flink van langs.
Ook het referendum over de Europese grondwet werd verketterd. ‘Eerst roepen de politici dat Nederland genoeg heeft betaald aan Europa en vervolgens zeggen ze dat voor de grondwet moeten stemmen, anders gaat het licht uit.’ Voor Margreet Dolman was dat aanleiding om zich weer eens ouderwets lekker op te winden over ‘dictator Balkenende’, die zijn burgers als onmondige kinderen behandelde, omdat ze niet voor de grondwet wilden stemmen. ‘Oh, wat zijn mijn onderdanen stout!’ Om later overigens weer een draai van 180 graden te maken.
Pim Fortuyn
Dat leidde als vanzelf tot de vraag of je politici moet kunnen geloven of dat ze juist goed moeten kunnen acteren. ‘Pim Fortuyn, dat wàs pas een acteur,’ riep Dolman enthousiast. ‘Hij meende geen reet van wat hij zei, maar vond het gewoon leuk om te provoceren.’ En Mark Rutte was ook een geweldig acteur. ‘Mark Rutte speelt zó goed een partijleider die zijn partij naar de ondergang wil helpen.’Maar uiteindelijk mocht acteur Sanne de kernvraag stellen: ‘Ik zie niet in wat ik heb te winnen als ik me inzet voor de democratie.’ Het liet hem allemaal onverschillig. Waarna het slotoffensief werd ingezet en het publiek allerlei vragen kreeg voorgelegd, die moesten testen wanneer ze in actie zouden komen om de democratie te redden. Democratie moest immers weer een kwestie van leven en dood worden. Of zoals Dolman het formuleerde: ‘Eigenlijk zouden we elke avond zo’n debat als dit op televisie moeten hebben, dat zou pas goed zijn voor de democratie.’
Klik hier voor meer informatie.