Boeken / Fictie

Een overbodig uitstapje

recensie: Amos Oz (vert. Hilde Pach) - Verzen van het leven en de dood

.

Een verhaal van liefde en duisternis was een ambitieus autobiografisch project, waarin de schrijver terugkeek op een jeugd in een troebele gemeenschap, de band met zijn ouders en het ontluikende schrijverschap. Lovende recensies waren zijn deel en hier en daar werd de 67-jarige Oz zelfs getipt als Nobelprijswinnaar, omdat hij samen met David Grossman de joodse literatuur terug op de wereldkaart had gezet.

Met deze gegevens in het achterhoofd de opvolger Verzen van het leven en de dood lezen, ontlokt de vraag: waarom een verhaal van ondraaglijke lichtheid? Waarom een boekwerkje met daarin niet één relevante zin? Waarom al die clichés? En vooral, waarom die over pagina’s uitgesmeerde (ingebeelde?) seksscène, die nu al kan worden bijgezet in het pantheon van meest tenenkrullende erotische passages uit de wereldliteratuur?

~

Reservedoelman
Het uitgangspunt is nochtans veelbelovend: een naamloze schrijver zit in een café om zich voor te bereiden op de lezing die hij later die avond moet geven in het nabij gelegen culturele centrum. Hij observeert de klanten en serveerster en tracht elk van hen een voorgeschiedenis te geven, die hij vervolgens uitwerkt in zijn hoofd: zo wordt de serveerster de minnares van Charlie, de reservedoelman van Bne Jehoeda, maar niet voor lang, want Charlie beslist om terug te keren naar Lucy, die tweede wed bij de verkiezing van Waterkoningin.

Wanneer tijdens de lezing zelf de schrijver wordt ingeleid door een kenner van de letteren, laat die zijn blik over het publiek glijden en kiest hij er enkele markante koppen uit, die hij opnieuw van een achtergrond voorziet. Daarbij speelt Oz een voortdurend spelletje met de tijden – ‘hij zal vanavond..’, ‘zij heeft verleden week…’ – en het perspectief. Zo heeft hij het de ene keer over ‘de schrijver’ (“De schrijver maakt een rekensom en komt tot de conclusie dat de dichter vast en zeker allang is overleden”), dan weer spreekt hij hem rechtstreeks aan (“Welke functie vervullen je verhalen, àls ze al een functie vervullen?”). Maar nooit krijgt de lezer de indruk dat dit zijn nut heeft, dat het ergens heen gaat of zelfs origineel is – lees bijvoorbeeld Als op een winternacht een reiziger van Italo Calvino als je houdt van échte experimenten met perspectief.

Slappe lid
Het grootste deel van de aandacht van ‘de schrijver’ gaat echter naar het meisje dat tijdens de lezing enkele passages voorleest uit diens laatste boek. We weten niet of hij haar na het gebeuren écht achtervolgt, we weten ook niet of hij écht haar dakappartement mag betreden, maar wat we wel weten, is dat de beschreven liefdescène zwart op wit staat en dus onherroepelijk is. Des te erger, want verzonnen of niet, het lijkt wel of een auteur van boeketreeksboekjes hier even het roer heeft overgenomen:

Daarbij ontwaakte er in haar ook een vrouwelijke vastberadenheid, begeleid door een gevoel dat ze nu verplicht was, maar dan ook echt verplicht, om hem te helpen, en ze overwon haar verlegenheid en likte aan haar vingers en legde ze om zijn slappe lid heen en beroerde het, met aarzelende aanrakingen die niet ervaren waren maar wel rijk aan toewijding, enthousiasme en genegenheid en als het ware druipend van mirre die van haar vingers vloeide.

En zo gaat het meer dan vijftien bladzijden door, één tiende van de gehele roman dus. Het lijkt wel of Oz hier een censuurcommissie heeft willen behagen: een lid beroeren? Sinds wanneer mogen de dingen niet meer gezegd worden zoals ze zijn?

Heel af en toe duikt in het boekje een rake typering op (“De schrijver zal een geur van zweet en zeep opvangen, de geur van een vermoeide vrouw”), maar dat kan niet beletten dat Verzen van het leven en de dood een ontstellende indruk van overbodigheid geeft. Het is te hopen dat dit een zijstapje was, een struikelblokje, een versje van een heel klein beetje leven en een ijskoude, 150 bladzijden tellende dood.