Filmische trip
Een grote cinematografische diversiteit in ons laatste IFFR-verslag. Een ware filmische trip, met onder meer dans, drugs, geweld, en satanisten.
The Movie Orgy – Ultimate Version
Joe Dante • VS, 1968
Sterren: 3,5
Eind jaren zestig, begin jaren zeventig reisden Joe Dante en Jon Davison universiteitscampussen in de VS af met een curieuze compilatiefilm. De film bestond uit onder meer speelfilmfragmenten, reclames en voorlichtingsfilms. Scènes uit een aantal speelfilms, waaronder uit Attack of the 60 Foot Woman en Speed Crazy, vormen de ruggengraat van The Movie Orgy en komen verspreid over de film regelmatig terug. De samenstelling en lengte van de film veranderde overigens in de loop van de tijd, mede door de soms belabberde toestand van (delen van) de filmkopie. Een aantal speelfilms in de mashup of supercut avant la lettre, is misschien niet heel obscuur in de ogen van de hedendaagse filmnerd. We moeten echter niet vergeten dat de bioscoop destijds de enige plek was om films te zien, de mogelijkheden tot terugkijken waren helemaal nihil. De vele reclames (waar opvallend veel geld en moeite werd gepompt in het aan de man brengen van ontbijtgranen) zijn vaak onbedoeld lachwekkend. Zo zien we een bloedserieuze scène in een operatiekamer, die op het eind een sigarettenreclame blijkt te zijn. Dante (die later met films als Piranha en Gremlins zijn naam als genreregisseur zou vestigen) en Davison (later producer van o.a. Airplane!, Robocop en Starship Troopers) hebben zichtbaar plezier gehad in zowel de keuze als volgorde van de vele fragmenten en dat spat van de film af. Don’t crowd me man!
Harpoon
Rob Grant • Canada, 2019
Sterren: 4
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: dit was een van de leukste films op het IFFR. Het uitgangspunt van Harpoon is een beproefd concept: zet een klein groepje op een boot, verhoog langzaam de druk (motorpech, het eten is op, een van de personen blijkt een psychopaat, etc.) en laat het groepsproces de rest doen. Dit gegeven inspireerde eerder bijvoorbeeld Alfred Hitchcock (Lifeboat) en Peter Weir (Dead Calm). Rob Grant zet drie vrienden op een jacht: een stel en hun beste vriend. Anders dan zijn illustere voorgangers, legt hij de nadruk op (zwarte) humor.
Het boottripje was bedoeld als goedmakertje. Richard (Christopher Gray) had namelijk zijn beste vriend Jonah (Munro Chambers) compleet in elkaar geslagen omdat hij hem ervan verdacht te hebben geslapen met zijn vriendin Sasha (Emily Tyra). Hoewel door Jonah en Sasha eerst stellig ontkend, blijken eenmaal aan boord Richards vermoedens waar te zijn, iets wat de heethoofd niet zomaar aan zich voorbij laat gaan. Een escalerende spiraal van geweld is het gevolg. Een voice-over zet hierbij zo nu en dan het verhaal stil om wat achtergrondinformatie te geven. Dat voelt in het begin als een wat goedkope gimmick. Grant verklaarde echter in de Q&A na afloop, dat het vooral een manier was om onnatuurlijke expositie te vermijden. En dat werkt eigenlijk heel goed. Het gestroomlijnde script van Grant is een van de sterke punten van Harpoon, net als de zwarte humor. Ook het sterke samenspel van de drie acteurs verdient alle lof, waarbij Emily Tyra een speciale vermelding verdient.
Hail Satan?
Penny Lane • VS, 2018
Sterren: 4
De filmmaakster met de leukste naam laat weer een film van haar op het IFFR in wereldpremière gaan. Het is, na Our Nixon, Nuts! en The Pain of Others, inmiddels haar vierde lange documentaire. Ze bewijst met Hail Satan? wederom dat ze een uitstekende neus heeft voor opmerkelijke, kleine verhalen uit de moderne Amerikaanse geschiedenis. Hoewel: klein… De blik op The Satanic Temple lijkt eerst een amusante kijk op een curieus gezelschap op te leveren, maar het blijkt een onverwacht interessante bestudering van de relatie tussen staat en religie in de VS.
Dat die relatie een soms troebel is, blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat naar god wordt verwezen op bankbiljetten en in de Pledge of Allegiance (Belofte van Trouw). Lane laat zien dat dit niet altijd zo is geweest en dat dit zeker niet iets is, wat in steen gehouwen is. Hierover gesproken: voor sommige regeringsgebouwen staan beeldhouwwerken met hierop de tien geboden gebeiteld. Hoezo scheiding van kerk en staat? En je gelooft het niet, maar het blijkt ooit begonnen te zijn als promotie voor de film The Ten Commandments.
The Satanic Temple neemt op licht-subversieve wijze, maar zeker ook met humor rechts religieus Amerika op de korrel. Een beeldhouwwerk met de tien geboden bij een overheidsgebouw? Prima, maar dan willen ze wel een beeldhouwwerk van de satanische afgod Baphomet ernaast plaatsen. Lane volgt The Satanic Temple, met name de innemende leider Lucien Greaves, in hun ‘kruistocht’ en laat zien dat de groep een gevoelige snaar raakt. De groeiende ledenschare zorgt echter voor allerhande organisatorisch geneuzel. Niets menselijks is de satanisten vreemd.
Vox Lux
Brady Corbet • VS, 2018
Sterren: 2
Wat wil de maker nou? Het is een vraag die wel vaker bij het filmkijken opborrelt, zo ook bij het zien van Vox Lux. Na een verpletterende opening (met een schietpartij op een high school) en sterk begin (waarin de wording van popfenomeen Celeste wordt getoond), verzandt de film in het tweede deel in een warrig, oninteressant verhaal. Een waarin commentaar gegeven lijkt te worden op (de tol van) roem. Of zoiets.
We volgen popdiva Celeste, de jonge versie wordt gespeeld door Raffey Cassidy, de volwassen versie door Nathalie Portman. Celeste worstelt in de aanloop naar het concert in thuishaven Staten Island met zichzelf, haar relatie met haar zus, de broze band met haar dochter, drank en drugs. De verwarring slaat toe als alle personages een oudere versie van zichzelf spelen, behalve het hoofdpersonage; de jonge Celeste uit het eerste deel speelt in het tweede deel opeens Celeste’s dochter.
Scenarist en regisseur Brady Corbet kan inmiddels buigen op een lange carrière als acteur in films als Thirteen en Mysterious Skin. Hoewel een interessant gegeven en een ambitieuze aanpak, vertilt Corbet zich hier duidelijk. Vox Lux zegt uiteindelijk weinig over roem, weet weinig diepgang aan de relaties te geven, en het maatschappijkritische randje (zoals een flinterdun draadje tussen de terreurdaad in het begin en die in het tweede deel) komt niet uit de verf. En dan doet de voice-over (van Willem Dafoe) wel erg pretentieus aan. Nathalie Portman speelt meer dan overtuigend een vervelend popwicht, dat dan weer wel. Of acteert ze hier gewoon slecht? Het is met haar overdreven maniertjes lastig te zeggen. Overduidelijk is wel dat de bedoelde apotheose van de film – het concert van Celeste in haar thuisstad – zowel qua muziek als choreografie clichématig, fantasieloos en bovendien veel te lang is.
Climax
Gaspar Noé • Frankrijk, 2018
Sterren: 3
Hoe je een enerverende choreografie neerzet laat Climax zien. En hoe overdonderend is de opening! Een grote groep dansers voert een stuk uit waarbij pompende muziek een virtuoze choreografie begeleidt. Je komt ogen te kort en stilzitten in de bioscoopstoel blijkt dan bijzonder lastig. Ook opvallend is de manier waarop het gefilmd is: Noé is een meester van de vloeiende camerabewegingen, maar blijft in de opening het grootse deel relatief immobiel. Het gaat niet ver om deze beginscène bijna geheel op het conto van choreografe Nina McNeely (die op het IFFR een masterclass gaf) toe te schrijven. Hoewel: beginscène. De film opent met zogenaamde auditietapes van de dansers, vertoond op een oude beeldbuistelevisie (het verhaal speelt zich af in 1995) omringd door vhs-en en boeken die Noé inspireerden. Nee wacht: daarvoor zagen we al het echte beginshot, dat hint naar het einde van de film: een bebloede vrouw die in de sneeuw rent, begeleidt door Gary Numans versie van Trois Gymnopedie. En toen moest de film dus eigenlijk nog echt beginnen.
In Climax traint een Frans dansgezelschap voor optredens in de VS. In de oefenruimte in een oude school gaat dansen op een gegeven moment naadloos over in een feestje. Maar iemand heeft iets in de sangria gedaan waardoor iedereen behoorlijk aan het trippen gaat. Wat volgt is een hallucinerende trip vol paranoia, geweld en seks. Het ‘verhaal’ is naar zeggen gebaseerd op een ware gebeurtenis, maar ‘opgeleukt’ door Noé. En een typische Noé-film is het geworden. Naast de lange takes en ongebruikelijke camerahoeken (het topshot van een dance battle is wonderschoon), zijn daar de grafisch originele ‘begin’ credits ergens halverwege de film en is het bij vlagen snoeihard – zowel qua audio als tonen van geweld. De veelal geïmproviseerde gesprekjes tussen de dansers blijven helaas te vaak steken in banaliteiten en de ontsporende nachtmerrieachtige trip is al snel teveel van hetzelfde.