Boeken / Fictie

Spel van antitheses

recensie: Isabella Santacroce (Vert. Patrizia Zanin) - Kooi

Even omineus als de omslag van Kooi is het imago van de Italiaanse schrijfster Isabella Santacroce (1970). Zoals ze haar lieflijk gezicht verbergt achter het masker van een SM-meesteres, hult ze haar Freudiaanse monoloog in poëtische beeldspraak.

Met de eerste alinea van het boek is de toon reeds gezet, geen moment meer verlaten wij de kooi waarin de gekortwiekte dochter van een gefaald huwelijk gevangen zit. Opgedragen aan L., “omdat ze me haar verdriet heeft geschonken”, vertelt Kooi het verhaal van de verstikkende liefde van haar vader en de kille grillen van haar moeder, die hun dochter en de familie te gronde richten. Vervreemd van de wereld en van haar eigen leven ervaart de dochter een waanzinnige eenzaamheid, doorspekt met constante onzekerheid, waarbij verlangen en afkeer verenigd zijn in het object van haar haat, de moeder. Maar pas wanneer haar vader plotseling overlijdt, verliest zij alle hoop en begint de haat zich in haar gedrag te manifesteren. Tegelijk begint de dochter zich langzamerhand te realiseren dat die enige man in haar leven eveneens een rol heeft gespeeld in haar lijden. Een ontdekking die zich, door middel van kleine sprongen in de tijd, openbaart in onderdrukte herinneringen.

De naamloze hoofdpersoon en vertelster van dit boek is op alle mogelijke manieren geketend aan haar onheil en de onvermijdelijkheid van haar lot wordt sterk neergezet. De conclusie is zo goed als getrokken voordat het verhaal überhaupt begonnen is, hetgeen het geheel van een bijzonder benauwend gevoel doordrenkt en de tekst vormt als de kooi die Santacroce beschrijft.

Kooi in het kwadraat

Dat deze vrouwelijke Oedipus een ideale kandidate is voor intense psychoanalyse is duidelijk, zó duidelijk zelfs dat het lichte irritaties opwekt. Subtiliteit is vaak ver te zoeken en de thema’s zijn reeds eerder verkend. De metafoor van de kooi blijft dan ook niet beperkt tot de titel en wordt dusdanig vaak en hard in het gezicht van de lezer gedrukt, alsof de boodschap echt niemand mag ontgaan. Het is dankzij de beperkte lengte en de intensiteit van het boek dat dergelijke irritaties toch beperkt blijven.

De kracht van het boek ligt voornamelijk in de interactie van de tegenstellingen. Niet alleen de poëtische beschrijvingen, die in schril contrast staan met de duistere inhoud van het verhaal, zijn hiervoor exemplarisch. De kinderlijkheid van de ouders ten opzichte van de volwassenheid van het kind, de gevangenschap van het leven en de vrijheid van de dood, het aantrekkelijke uiterlijk en afstotelijke innerlijk, allen voorbeelden van de role reversal die Santacroce veelvuldig gebruikt. “Ik lach en maak mezelf stuk”, zegt de vertelster. En pas met het verlies van de hoop en drang tot zelfbehoud beleeft ze een relatieve vrijheid, omdat het egoïsme van een moeder die alleen van zichzelf houdt, zich tegen haar blijft keren.

Minder is meer

~

Kooi beschrijft een dramatisch verhaal, maar de dramatiek van het boek voelt enigszins doorgeslagen aan. Is dit de interne belevingswereld van een tiener door een vergrootglas, of het werk van een schrijfster die geen maat kan houden? Het boek leest als een dagboek van een wanhopig meisje dat zich in een vicieuze cirkel bevindt, en in dat licht is de demonisering van de personages en het overtrokken taalgebruik begrijpelijk. Desondanks is het moeilijk voor te stellen dat dit meisje, zelfs in haar labiliteit, haar ouders kan portretteren als de ééndimensionale karikaturen die ze zijn. Het lijkt er echter op dat Santacroce bewust de metafoor van de kooi zo nadrukkelijk centraal stelt en alleen daarmee al genoegen neemt. Deze keuze resulteert in een interessante oefening in stijl, maar leidt niet tot een volwaardig verhaal. De wereld waarin het drama zich voltrekt blijft immers beperkt tot een vlakke weergave van de complexiteit die je in een dergelijke situatie zou verwachten. Ondanks dit gebrek aan verdieping boeit het boek wel en weet het vooral de stemming goed neer te zetten.

Santacroce schrijft benevens haar literaire inspanningen ook teksten voor musici zoals Gianna Nannini, hetgeen de kracht van haar beeldspraak duidelijk heeft geholpen. De boodschap had in dit geval echter niet in drieëneenhalve minuut duidelijk hoeven te zijn.