De Grote Ljubov Show
Wie naar Een Kersentuin van Kameroperahuis gaat om het klassieke verhaal van Tsjechov te zien, zal wellicht bedrogen uitkomen. Deze bewerking wijkt flink af van Tsjechovs versie, maar desondanks – of misschien juist daarom – biedt Een Kersentuin een nieuw perspectief op het bekende verhaal.
In deze gedurfde bewerking laat de jonge regisseur Mart van Berckel Een Kersentuin niet onder één genre vatten: het is geen traditioneel toneelstuk en – ondanks dat het een productie van Kameroperahuis betreft – evenmin een opera. Door de oorspronkelijke tekst en het aantal personages te reduceren en er muziek en zang aan toe te voegen, deconstrueert en demonteert Van Berckel Tsjechovs oorspronkelijke stuk dusdanig dat Een Kersentuin het beste als een ‘requiem revue’ getypeerd kan worden. Maar zo diffuus als dat predicaat klinkt, zo diffuus blijft het in Een Kersentuin soms ook.
Jaren later
Op 7 maart 1901 schreef Tsjechov aan zijn vrouw dat zijn volgende stuk, De Kersentuin,‘beslist grappig’ zou zijn, ‘tenminste wat de opzet betreft’. Op sommige vlakken vond Tsjechov het zelfs een klucht. Hij was dan ook erg verbaasd dat het stuk op affiches als drama gepresenteerd werd. Hoewel er in De Kersentuin gelachen kan worden, met name om de opmerkingen van de oude Firs en kantoorbediende Jepichodov, is het verhaal melancholisch en tragisch. In Tsjechovs De Kersentuin heeft de vergaande ‘vieux riche’ Ljubov, bezitster van een groot landgoed, al haar geld verbrast in Parijs. Ze zit zo diep in de schulden dat ze het landgoed en de weelderige kersentuin moet verkopen.
Een Kersentuin van Kameroperahuis gaat verder waar Tsjechovs stuk is geëindigd. Dertig jaar na de noodgedwongen verkoop zit Ljubov (gespeeld door Juul Vrijdag), volledig verlaten en vergeten door haar familie, in een verpleegtehuis. Juul Vrijdag zet dit in de openingsscène mooi neer door in een minutenlange stilte haar broche en leren tas te strelen. Ze houdt zich letterlijk vast aan haar verleden. En vice versa: het verleden dringt zich ook aan haar op. In werkelijkheid krijgt de bejaarde Ljubov geen bezoek meer van haar familie, maar in haar gedachten blijft haar familie met wit geschminkte gezichten rondspoken.
Ljubov verliest de controle over haar geheugen zo erg dat het in haar hoofd, en dus op het toneel, net De Grote Ljubov Show wordt. Zonder enige controle wordt ze door de quizmaster en haar familie, die tevens als muzikanten fungeren, geconfronteerd met fragmenten uit haar verleden.
Van feest naar nachtmerrie
Die confrontatie met het verleden is eerst luchtig, bijna feestelijk. Vrijdag laat zich gelaten, bijna naïef meevoeren door haar hallucinaties. Ze heeft weinig tekst nodig om de bejaarde Ljubov geloofwaardig neer te zetten. Met haar mimiek schakelt ze moeiteloos over van vrolijk naar bang en kwetsbaar. Ze verenigt humor en tragiek en overtuigt daarmee als bejaarde die worstelt met haar geheugen. Op die manier is Een Kersentuin, ondanks de afwezigheid van personages als Firs, alsnog komisch, hetzij op tragische wijze. In die zin sluit Een Kersentuin weer aan op Tsjechovs versie.
De feestelijke sfeer slaat echter gauw om. De dieptepunten uit Ljubovs verleden, met name over de schulden en de verkoop van de kersentuin, flitsen aan haar voorbij en laten haar niet meer los. Dat gaat zo ver dat ze zelfs de realiteit uit het oog verliest. Zoals ze zich dertig jaar geleden moest overgeven aan de verkoop van de kersentuin, zo moet ze zich nu overgeven aan de nachtmerrie van haar geheugenproblematiek. Dit alles wordt overigens soepel uitgevoerd door de muzikale begeleiding. Samen met Vrijdags spel ligt daar de kracht van de voorstelling.
Daar staat helaas tegenover dat sommige scènes, zoals de uiteindelijke nachtmerrie, net iets te lang worden uitgesponnen, wat ten koste gaat van de ontwikkeling van het verhaal. Natuurlijk benadrukken ze het geheugenprobleem van Ljubov, maar dat neemt niet weg dat het stuk hierdoor aan tempo verliest. Desalniettemin hebben Van Berckel en Kameroperahuis met deze expressieve Een Kersentuin wel een interessante bijdrage geleverd aan het Tsjechov-repertoire.