Theater / Voorstelling

Hoe lang houdt fictie stand?

recensie: The Fame game/ DeLaMar Theater – Blind Date

De kracht van Blind Date zit ‘m juist in de gelaagdheid en de wanhopige pogingen van de ex-geliefden om de werkelijkheid te ontvluchten. Alleen jammer dat de voice-over dit nog eens extra expliciteert.

In Blind Date wordt de grens tussen fictie en feit continu gemanipuleerd. Daar is al sprake van voordat de voorstelling überhaupt is begonnen. Verkleed als het personeel van het DeLaMar Theater begeleiden Katja Schuurman en Thijs Römer je naar je plek, terwijl er op de achtergrond van het toneel een testbeeld te zien is dat verwijst naar de oorspronkelijke filmversie van Blind Date van Theo Van Gogh uit 1996. Als inleiding van de voorstelling vertellen ze dat we dit stuk vooral niet met de werkelijkheid moeten vergelijken. Ja oké, Katja Schuurman en Thijs Römer spelen ex-geliefden. Oké, Schuurman en Römer zijn óók ex-geliefden, die elkaar nota bene op de filmset van Van Gogh hebben gevonden. En ja, Katja’s personage heet óók Katja, maar dit moeten we dus allemaal als toevallig zien. De onopzettelijkheid wordt zo benadrukt, dat het juist lijkt of ze willen dat je met die kennis naar het stuk kijkt en op zoek gaat naar lijntjes met de werkelijkheid.

 

Verdriet versus frustraties

Zo eenvoudig gaat dat niet. In Blind Date wordt de werkelijkheid letterlijk en figuurlijk begoochelt. Na de dood van hun driejarige dochter proberen goochelaar/illusionist Pom (Thijs Römer) en ex-danseres Katja (Schuurman) hun relatie te redden en tot elkaar te komen door middel van fictieve contactadvertenties en daaropvolgende blind dates. Ze spelen telkens dat ze elkaar niet kennen, maar dit spel wordt regelmatig onderbroken: de personages kunnen hun pijn, verdriet en frustraties niet onderdrukken. Vaak zorgt hij ervoor dat zij van streek raakt en wegloopt. En elke keer als hij hun kaartenhuis in elkaar ziet storten, raapt hij de kaarten bij elkaar en probeert aan de hand van een goocheltruc de boel te maskeren. Tevergeefs. Ook de fantasie heeft grenzen.

Toch blijven ze de fictie in stand houden. Paradoxaal genoeg leer je de personages hierdoor juist kennen. Bij elke date worden hun pijn en pogingen om tot elkaar te komen impliciet uitgesponnen. Zo schrijft Pom, die door Römer vaak iets te luchtig wordt neergezet, uiteindelijk een advertentie waarin hij op zoek gaat naar ‘een dochter’. Bij Römer is het verdriet aanvankelijk ver te zoeken. Hij wil doorgaan en lijkt eerder zijn vrouw (lees: de seks) te missen dan hun kind. Dat maakt hem minder oprecht. Toch laat Römer in de bovenstaande date zijn kwetsbare kant zien door subtiel om te schakelen van de fictieve Pom uit de advertenties naar de Pom die rouwt om de dood van zijn dochter.

Bij Schuurman daarentegen is de kwetsbaarheid als craquelé continu aanwezig. Haar woede en frustraties speelt ze te geforceerd, maar haar verdriet doet ze met minimale middelen treffend uit de doeken. Bijvoorbeeld wanneer ze zwijgend rondrijden in een botsauto (een pijnlijk maar prachtig symbool voor het ongeluk, de dood en een verloren kindertijd) en zij, verslagen van alle mislukte pogingen, haar hoofd op zijn schouder legt.

 

Afbreuk aan de complexiteit

Het is dan juist jammer dat de gevoelens en gedachten van de personages soms te veel geëxpliciteerd worden door de voice-over van de oudere barman annex danser Francis Sinceretti. De exacte toegevoegde waarde van deze momenten wordt ook niet duidelijk en doet zodoende meer afbreuk aan de gelaagdheid van het stuk. Sinceretti neemt juist een heel symbolische rol in. Hij verbindt het koppel letterlijk (als barman), maar ook figuurlijk: als vertolker van de dode dochter danst hij als een schaduw tussen het koppel. In zijn breekbare dans boort hij een nieuwe kwetsbaarheid aan. Waar het koppel zich verliest in rollenspellen en de dialoog, daar laat Sinceretti zien dat het lichaam, hoe broos ook, soms beter verbindt dan het woord