Muziek / Album

‘Tekzilla’ stelt teleur

recensie: Hi-Tek - Hi-Teknology2: The Chip

Beatcreator Hi-Tek (echte naam Tony Cottrell) debuteerde in 2001 als soloartiest met Hi-Teknology, een album met gastbijdragen van grote namen als Common, Mos Def en Talib Kweli. Dit maakt wel duidelijk dat we ons met Hi-Tek in de soulhoek van de hedendaagse hiphopwereld bevinden.

~

Die gastbijdragen kwamen niet zomaar uit de lucht vallen. Hi-Tek was eerder al producer van de populaire Soundbombing-serie van het Rawkus label, en leverde beats voor het debuut van Black Star (1998, Mos Def en Talib Kweli) en voor Kweli’s Reflection Eternal (2000), beide moderne klassiekers in het genre. Maar ook zijn solodebuut was van hoog niveau, met de single The Sun God (featuring Common en Vinia Mojica) als een van de hoogtepunten. Stakes is high zouden we dus wel kunnen zeggen, met de woorden van De La Soul.

Think I Got A Beat

De belofte wordt op Hi-Teknology2 maar voor een klein deel ingelost. Sterk en hitpotent is het nummer March, dankzij het staccato ritme en de bijdrage van Busta Rhymes, met zijn altijd eigenzinnige rapstijl. Maar ook 1-800-Homicide, featuring The Game, zou het met zijn westkustsound niet slecht doen in de lijsten, hoewel het nummer wel wat aan de korte kant is. De shout-out van Hi-Teks zoontje Lil’ Tone, getiteld Think I Got A Beat, wordt ondersteund door de meest pakkende beat op het album, bestaande uit een ouderwets computermuziekje met daaronder een drumloop met de flow van een In Da Club.

Nostalgie

Can We Go Back is een nummer waarmee duidelijk wordt waar het verkeerd kan gaan. De beat met daarover een bezielde, jazzy pianopartij is prachtig en ook de raps van Hi-Tek en Talib Kweli liggen goed in het gehoor. Regelmatig overstemmen echter de clichématige RnB-uithalen van Ayak de schoonheid van het onderliggende. De nostalgische titel doet de luisteraar verlangen naar betere dagen, maar op een andere manier dan Cottrell er waarschijnlijk mee voor ogen heeft. Eenzelfde type verstoring is afkomstig van de zanglijnen van Dion, die een beetje klinkt als R. Kelly, en die helaas op maar liefst vijf nummers zijn gang kan gaan. Soms zijn echter ook de beats minder spectaculair dan we van Hi-Tek zouden kunnen verwachten, en daar veranderen de raps van Common, Ghostface Killah, Nas en Q-Tip weinig aan. Misschien is het tijd dat ‘Tekzilla’ het eens met wat minder gasten probeert en eerst orde op eigen zaken stelt. Dat hij het in zich heeft, dat heeft hij in het verleden al wel meer dan duidelijk gemaakt, maar helaas schemeren zijn kwaliteiten op Hi-Teknology2 slechts zelden door.