Boeken / Non-fictie

Tussen doen en denken

recensie: Henk Oosterling - Waar geen wil is, is een weg

In Waar geen wil is, is een weg duikt de Rotterdamse universitaire hoofddocent filosofie Henk Oosterling in 25 eeuwen Europese en Oosterse filosofie om een diagnose van de huidige tijd en de mogelijkheden voor de uitdagingen van deze tijd te geven.

Dat doet hij met een typisch Rotterdamse nuchter- en nijverheid. Hij vertrekt vanuit een midden van de problemen van de moderne tijd, waar verschillende denkrichtingen samenkomen en die zich mede concentreert op de urgentie van wat vandaag de dag aandacht vraagt. Een ecosofie, zoals Oosterling dat noemt. Dit laatste heeft hij medeontwikkelt vanuit zijn adviseursrol bij Rotterdam VakmanStad, waarvan hij tevens de oprichter is. Een project om in minder krachtige wijken perspectief te bieden.

Om tot een goede diagnose te komen en een antwoord te formuleren op de uitdagingen van nu, analyseert hij de evolutie van zowel het westerse als het oosterse denken. Dit levert een doorwrocht filosofisch ontwikkelingsverhaal op, waarin autobiografische elementen een prominente plaats krijgen. Zijn jarenlange kendo-training klinkt door in zijn denken. Kendo is een Japanse krijgskunst, waarbij zelfdiscipline centraal staat. In plaats van in problemen en oplossingen te denken, ‘denkt’ het oosten, het kendo, vanuit de situatie. Dit is een welkome afwisseling in het gevulde westerse denken, wat het ene probleem met het andere probeert op te lossen en nimmer uit haar eigen spiraal lijkt te kunnen stappen.

Japan

We leren naast de Japanse filosofie ook veel over de gebruiken en de cultuur van Japan. Oosterling is in 1970 als jonge filosofiestudent en kendo-beoefenaar naar Japan vertrokken en heeft zich een flink deel van de gebruiken en omgangsvormen eigen gemaakt. De eerste drie hoofdstukken kennen veel Japanse terminologie, die hij helder uitlegt en wat later in het boek nog regelmatig terugkomt. Hiervan ontbreekt overigens een woordenlijst achterin het boek, die handig zou zijn om de vele begrippen terug te kunnen zoeken. Wanneer we enigszins gewend zijn geraakt aan het andere wat Japan is, de waarde die zij aan technologie en het leven en sterven hangen, keren we weer terug naar het westen. Eén van de beoogde doelen van dit boek is een kruisbestuiving tussen het oosterse en westerse denken, om als een soort nieuwe verlichting de mens als een Baron von Munchhausen uit zijn eigen moeras (impasse) te kunnen trekken. Dit is overigens geenszins Hegeliaans, waar we van A naar Beter zouden gaan. Integendeel, Waar geen wil is, is een weg biedt juist een antwoord op ons westerse denken dat vastgelopen is in de Hegeliaanse dialectiek. In zijn uitvoerige uiteenzetting van de verschillende denktradities toont Oosterling zich zeer thuis en ook zeer kritisch over het denken van Hegel.

Nihilisme

Een probleem waar Oosterling zich in vastbijt is het nihilisme. Hij duikt in de geschiedenis van de filosofie om het ontstaan van dit nihilisme te lokaliseren met daarbij de vele nuances die er de afgelopen eeuwen rondom dit nihilisme zijn ontstaan. Het probleem van het nihilisme is pregnanter geworden na de ‘dood van God’. Welke wegen ontstaan er wanneer de oude vertrouwde, doch ondoorgrondelijke wegen van God niet meer gelden? Oosterlings studie gaat onder andere uitgebreid in op het Hegeliaanse nihilisme en en passant volgt hier één van de inzichtgevendste momenten van dit boek uit. Ons denken wordt tot op de dag van vandaag nog steeds grotendeels beïnvloed door het Hegeliaanse denken van these, antithese, synthese. Vandaar de nadruk op verbeteringen. Het Hegeliaanse denken met andere woorden, sluit naadloos op de neoliberale agenda aan. Deze analyse levert, in lijn met Hegels academische taalgebruik zinnen op als:

‘Zodra deze ontologische en epistemologische kwalificaties psychologisch worden vertaald, neigt het geïmpliceerde pantheïsme naar atheïsme.’

Maar eenmaal de schellen van je ogen vallend opent zich een nieuwe wereld, een nieuwe denkrichting, die Oosterling ‘doendenken’ noemt. We zijn dan echter enigszins de weg kwijt in de vele denkens die de revue dan zijn gepasseerd, zoals lichaamsdenken, nietsdenken, doodsdenken, differentiedenken en identiteitsdenken.

Doendenken

Doendenken legt een verbinding tussen het affirmatieve nihilisme vanuit twee denkrichtingen, oosters en westers, wat Oosterling ook wel tussendenken noemt. Affirmatief nihilisme is de laatste telg uit het westerse nihilisme-denken, en komt van filosofen als Nietzsche. Het betekent te midden van de ogenschijnlijke zinloosheid van ons bestaan toch te kiezen voor een betekenisvol leven. Nietzsche noemde dit Amor Fati, omarm je lot. Doendenken is ook: geen cynisme, maar kynisme (naar de filosoof Diogenes, die een hondse, doch kritische leefwijze uitdroeg), de moed om voor je eigen waarheid in te staan.

Wie zich de moeite getroost zich door de pittige hoofdstukken heen te werken, weet aan het einde van de rit zich beloond met een filosofisch kennisniveau waar een gemiddelde bachelor student filosofie niet voor onderdoet. Dan heb je ook nog de bonus dat je van een zeer aimabele en humoristische filosoof ‘les’ hebt gehad. Als er bij een volgende druk een overzicht van alle Japanse begrippen achterin het boek verschijnt klopt alles aan deze geestverruimende filosofische parel!