Theater / Voorstelling

Een lust voor oor en oog

recensie: Opera Zuid – Il Barbiere di Siviglia

Wie denkt aan Il Barbiere di Siviglia denkt aan hilarische verkleedpartijen. In de nieuwe versie van Opera Zuid wordt toeters noch bellen gespaard en uit de kast gehaald. De Il Barbiere di Siviglia die theaterduo Geert Lageveen en Leopold Witte (bekend van Carmen) hebben neergezet, is actueel, verrijkend en boeiend tot de laatste minuut. Het sprankelende decor van Marc Warning zuigt de toeschouwer naar zich toe en houdt haar welwillend drie uren vast in haar greep.

Rondvliegende pruiken

Vrij vertaald heet Rossini’s opera ‘De barbier van Sevilla’, een bijnaam voor één van de hoofdpersonages: Figaro. In deze voorstelling ontstijgt Figaro (Luthando Qave) zijn beroep en is hij voornamelijk drugsdealer. Zijn vaste klanten treft hij in een kuuroord, waar de verveelde elite zich tegoed doet aan zonnebaden en pillen slikken. In de openingsscène maakt het publiek kennis met deze rijkelui. Verspreid over het podium ligt het theatergezelschap te “slapen” en worden ze langzaam wakker van de prachtige – maar tamelijk lange – ouverture die door het orkest o.l.v. Per-Otto Johansson wordt gespeeld. Versuft en karig gekleed lopen de acteurs rond; hun navels komen tevoorschijn onder korte gouden topjes en op menig hoofd prijkt een feesthoedje. Op de maat van de muziek heffen ze hun glas en een gehaaste hoteljongen baant zich een weg om de ene na de andere feestganger van wijn te voorzien. Hier merk je als publiek meteen hoe synchroon de muziek en het spel met elkaar lopen. Graaf Almaviva (Juraj Holly) sluiert door de menigte in zijn witte pak, met op zijn neus een designerbril die van hem eerder een nerd dan de held van het verhaal maakt. De graaf is gefacineerd door de schoonheid van Rosina (Romie Estèves), de verwende doch hartstochtelijke dochter van Bartolo (Stefan Stoll). Hij probeert samen met hulpje Fiorello (Ruben Plantinga) meerdere malen haar aandacht te trekken door onder haar balkon te zingen. Na deze vergeefse pogingen schakelt hij de hulp van Figaro in die hem adviseert om zich voor te doen als een student. Daardoor zal Rosina niet vallen voor zijn geld, maar voor zijn persoonlijkheid. De graaf is niet de enige in de strijd om het hart van Rosina, ook haar pleegvader wil zo snel mogelijk met haar in het huwelijksbootje stappen. Om onopgemerkt in de buurt van Rosina te komen, vermomt de graaf zich achtereenvolgens als dronken soldaat en stylist met zeer vrouwelijke trekjes. Pruiken vliegen in de rondte en attributen vallen letterlijk uit de lucht.

 

Verheven kunst

Het totaalplaatje klopt helemaal: iedere noot wordt zuiver ten gehore gebracht, het arsenaal aan attributen is ongekend, zowel decor als kostuums zijn een lust voor het oog (o.a. een minizwembad in de grond en kauwgom-roze kledij) en er is telkens sprake van actie, actie, actie. Het tempo is aangenaam snel; decorwisselingen zijn voornamelijk de verdienste van het koor, die van het verplaatsen van een tafel of stoel een verheven kunst maken. Het is uiteindelijk één groot samenspel en het ensemble dat samen het stuwende koor voorstelt, vormt een perfecte aanvulling op het decor. De intrede van het personage Figaro is magistraal en de oren van het publiek luiken open: wát een energie, zowel fysiek als vocaal. Figaro is het personage dat steeds de lachers op zijn hand heeft, mede door de big smile die tijdens de opera zijn gezicht blijft sieren. Zijn relatie tot Rosina is vriendschappelijk van aard en het geginnegap tussen de twee stemt de toeschouwer gemoedelijk. De aanwezigheid van Bartolo en diens hulpje Don Basilio (een onverzorgd type in joggingbroek en sokken met adidas-badslippers gespeeld door Marcel van Dieren) wekt echter frustratie en zorgt voor afkeer bij de andere spelers. Het is hét perfecte subject om te bespotten en dit gebeurt ook meerdere malen. Hij moet letterlijk achter Rosina aankruipen, krijgt Rosina’s sjaaltje in zijn mond gepropt, krijgt een kapperscape om en een flinke dot scheerschuim in zijn haar en uiteindelijk zingt hij een belachelijk liefdeslied aan het adres van Rosina. De overige kuuroordbezoekers kiezen duidelijk de kant van graaf Almaviva en Rosina en lachen collectief Bartolo uit. Bovendien is hier door het regisseursduo goed verbeeld hoe de bovenlaag tegenwoordig ten onder gaat aan haar eigen luxe en de verveling. Het is daarnaast grappig om te zien hoe de verhoudingen in deze opera verschuiven en dat de macht vaak in handen ligt van Rosina, die haast op kinderlijke manier haar gelijk wil krijgen. Zo schopt ze ook eventuele rivalen aan de kant, zoals hotelmanager Berta (Veerle Sanders). Met knalroze pruiken over haar bruine krullen, zingt Rosina met gepijnigde stem en is de mimiek in haar gezicht beeldend voor haar verlangen naar de liefde. Rosina speelt ook een spel met graaf Almaviva: het is een spel van aantrekken en afstoten, waardoor in Almaviva de verliefdheid steeds oplaait. Hun stemmen vloeien op prachtige wijze samen en worden gestuwd door het meerstemmige geluid van het koor. Deze opera doet door haar eigentijdse, actuele uitstraling denken aan een musical: deze commedia dell’arte is even komisch en kleurrijk. Dit zorgt ervoor dat deze opera toegankelijk is voor zowel oud als jong publiek. Grappig, actueel en boeiend: dit soort moderne bewerkingen stemt de geëngageerde operabezoeker vrolijk.