Vijf onzekere dertigers voor de prijs van één
Hoe is het om dertig te zijn? Regisseur Daan Bakker toont in zijn langspeeldebuut met name de minder leuke kanten: onzekerheid, schoonfamilie, ontvoerd worden door aliens. En daar mag de kijker hem enorm dankbaar voor zijn.
Koen heeft een probleem. Elk jaar als Koen naar de familiereünie gaat, schiet oom Ben hem tegemoet. En dat zegt oom Ben: ‘Kijk Koen, melk!’ En dan drinkt Koen melk. Heel veel melk. En dan zegt oom Ben: ‘Kijk Koen, ham!’ En dan eet Koen ham. Heel veel ham. En oom Ben lachen! Ja, het is leuk. Maar eigenlijk zou Koen wel eens iets anders willen eten dan ham, en iets anders willen drinken dan melk. Hoe gaat Koen dit onmogelijke dilemma te lijf?
Antwoord: met pulserende contouren en haast onverstaanbaar gebulder. Koen is namelijk een bliepende witte stip tegen een felrode achtergrond. En zijn probleem, dat speelt zich af in een wereld die tot in het absurde is gestileerd. Het eerste deel van Daan Bakkers debuutfilm Quality Time – bestaande uit vijf korte films – zal zeker wat kijkers afschrikken, maar zij die zich door dit even grappige als tergende minidrama weten te worstelen, staat wat moois te wachten.
Compromisloos
Wat te denken van de Noorse Kjell, bijvoorbeeld, die met hulp van een beetje te veel tijdreizen zijn sociale angst uit zijn bestaan wil wissen? Of Karel, die als puber ontvoerd werd door buitenaardse wezens en jaren later als nieuw… ding terugkeert bij zijn ouders? De hilarische ideeën van Bakker lijken compromisloos hun weg vanuit zijn brein naar het scherm te hebben gevonden.
Daarnaast is elk verhaal een studie in stijl. In de tweede film wordt bijvoorbeeld geen woord gesproken: elke dialoog vindt plaats via tekstwolkjes op het scherm. Sfeer wordt gecreëerd door de afstandelijke camerastandpunten en de nadrukkelijk aanwezige muziek. Zo wordt de kijker nooit deel van het leven van de overspannen Stefaan, maar voelt deze wel zijn onvermogen om met mensen om te gaan. Dat klinkt misschien pretentieus, maar Bakker vergeet nooit dat vermaak en stijl elkaar niet uitsluiten. Zijn verhalen vervelen gelukkig nooit.
Jeukwoordenbrei
Dat Quality Time niet leunt op louter absurdistische spielerei, bewijst Bakker bovendien in het laatste verhaal, dat het meest in de buurt komt van een ‘gewone’ dramafilm. Het bezoek van Jef aan zijn schoonfamilie kent inhoudelijk en stilistisch de minste verrassingen, maar is daarom niet minder sterk. De humor zit hem hier niet in de grote gebaren, maar juist in de subtiele details: Jefs nieuwe schoonbroer die achteloos, op de achtergrond van een scène een jeukwoordenbrei uitkraamt, of een gitaarsolo die eerst iets te lang, vervolgens veel te lang en ten slotte ondraaglijk lang duurt.
Steeds opnieuw vindt Bakker manieren om zijn korte films interessant te maken. Of het nu alledaagse of juist abnormale gebeurtenissen zijn; onder zijn regie wordt het een wonderlijk schouwspel. Hoe het er voor staat met de dertigers in Nederland, dat weet ik niet, maar in Bakkers wereld is het in elk geval genieten geblazen. Althans, voor de toeschouwers.