Ongewone liefde
De liefde voor een vrouw kan vele vormen aannemen. De meeste zijn normaal, sommige zijn echter buitengewoon. Een dergelijke buitengewone liefde is het onderwerp van de eerste liefdesroman van Mario Vargas Llosa (1936, Peru): Het ongrijpbare meisje. Vargas Llosa is een van de belangrijkste hedendaagse schrijvers van Latijns-Amerika. Hij schreef meer dan vijfentwintig boeken waaronder romans, verhalen en essays waarvoor hij ruimschoots werd beloond met verschillende belangrijke literaire prijzen.
Ongrijpbaar is het meisje waar Ricardo Somocurcio op vijftienjarige leeftijd zijn hart aan verliest. Ongrijpbaar, maar niet onbereikbaar. Hij heeft haar steeds opnieuw lief terwijl ze keer op keer in zijn leven opduikt: als het meisje Lily in zijn thuisland Peru, als echtgenote van een Franse diplomaat en als vrouw van een Japanse maffiabaas.
Ze laat er geen twijfel over bestaan dat zijn liefde niet wordt beantwoord, dat hij te arm is om aan haar eisen te voldoen, dat hij, kortom, alleen de moeite waard is vanwege de ‘banale’ complimentjes die hij haar geeft. Ze noemt hem haar ‘brave jongen’ en laat geen gelegenheid onbenut om zijn hoop op een leven met haar te vermorzelen. In een periode die bijna vijftig jaar beslaat beschrijft Vargas Llosa deze bijna obsessieve, masochistische liefde die beide personages van Peru naar Europa en Japan voert.
Trouw tot de dood
Alles aan Ricardo is braaf en trouw. Van zijn baan als vertaler die hem in staat stelt naar Parijs te emigreren tot zijn liefde voor het ‘Chileentje’ zoals hij zijn obsessie noemt. Of hij haar nu door de jaren heen vindt of door haar gevonden wordt, hij verliest zijn liefde voor haar nooit. Als lezer wil je vooral begrijpen waarom. Iemand die zich de harteloosheid van deze vrouw keer op keer laat welgevallen, geen greintje tederheid terugkrijgt en altijd weer getrakteerd wordt op denigrerende opmerkingen verliest zijn hopeloze liefde snel zou je denken. Vargas Llosa schrijft vanuit het personage van Ricardo. Llosa schrijft gedreven; met rijke vloeiende zinnen die voornamelijk een tijdsbeeld geven van de Peruaanse politiek, het Franse intellectuele milieu van de jaren zestig en zeventig en het veeleisende werk van een allround vertaler.
Maar waarom houdt Ricardo toch zoveel van haar? Waarom is ze zo bijzonder? Goed, ze heeft pit. Ze is wellicht knap. Maar aan de andere kant is ze steenkoud en berekenend. Bovendien zijn er andere knappe vrouwen. Als het Chileentje hem nodig heeft weet ze hem te vinden, maar als ze haar netten heeft uitgeslagen en een ander heeft gevonden laat ze Ricardo vallen als een baksteen. Lieve woorden komen er niet over haar lippen. In bed laat ze hem al het werk verzetten. Ze neemt, maar geeft niets.
Autobiografisch
Wellicht kwam de inspiratie voor deze roman uit het leven van de schrijver, die zijn portie van sterke, dominante vrouwen wel heeft gehad. Kort na zijn geboorte scheidde Vargas Llosa’s ouders en werd de jonge auteur opgevoed door zijn moeder. Deze voedde hem op met een ijzeren discipline. Op zijn tiende keerde hij vervolgens vanuit Bolivia terug naar Peru en naar zijn vader. Dit gaf geen verbetering in het gezinsleven, zijn vader was een gewelddadige man en de jonge Mario werd met regelmaat mishandeld. Ook werd hij door zijn vader gedwongen naar de militaire academie te gaan.
Op zijn negentiende trouwde hij vervolgens met zijn dertien jaar oudere tante Julia Urquidi, van wie hij na drie jaar scheidde. Nadien trouwde hij nog een keer met Patricia Llosa. Met deze autobiografische weetjes in het achterhoofd is de inspiratie voor het personage van het Chileentje in ieder geval te plaatsen. Die dominante twee vrouwen (zijn moeder en zijn tante) zijn hem waarschijnlijk niet in de koude kleren gaan zitten…
Liefdesgeschiedenis
Het ongrijpbare meisje beslaat heel wat jaren. De ontwikkeling van de twee personages afzonderlijk is mooi beschreven. Ricardo wordt naarmate het verhaal vordert steeds meer een gezapige goedmoedige oude man en het Chileentje krijgt door haar levensstijl de nodige klappen te verduren. Deze ontwikkelingen van de personages zijn goed uitgewerkt. Maar waar bestaat hun binding toch uit? Is het bewondering die verandert in medelijden als het Chileentje halfdood ‘gered’ wordt door Ricardo? Wint de ‘brave jongen’ die verandert in een reddende engel haar liefde uiteindelijk?
Bijna aan het einde van de roman komt Ricardo eindelijk achter haar ware identiteit. Hij ontdekt haar naam en hoort haar levensverhaal en begrijpt waarom ze zo hard is. Omdat ze geen armoede wilde lijden. Omdat ze niet wilde eindigen in de sloppenwijken van Peru. In plaats daarvan gebruikte ze mensen, maakte ze verkeerde keuzes, leed ze op een andere manier. Nam ze, maar gaf ze niets.
Onbeantwoord?
Lof voor Vargas Llosa’s schrijfstijl. Zijn nuchtere kijk op de personages maakt dat je als lezer geboeid blijft door de sentimentele Ricardo. Hij wordt, ondanks alles, niet saai. Terwijl hij dat objectief bekeken wél is. Ik bedoel: wie is er zo gek? Eigenlijk is hij maar een mietje. Lof ook voor de psychologische ontwikkeling die het Chileentje doormaakt. Zij blijft ook, ondanks haar onsympathieke aard, boeien. Er is ook een kwetsbaarheid, een tragiek in haar personage. Hiermee schrijft Vargas Llosa een gelaagde psychologische roman die niet eenduidig valt uit te leggen.
Dat Ricardo zijn leven lang van het Chileentje blijft houden is ongewoon. “Je bent echt een brave jongen”, zegt een bevriende buurvrouw als Ricardo haar zijn liefdesverhaal vertelt. En het Chileentje verraadt hem maar weer eens en maakt hem opnieuw wanhopig. Tot aan de laatste snik? Of gaat ze toch een beetje van hem houden? Vargas Llosa laat veel vragen over de liefde onbeantwoord. Misschien is dat ook wel het beste. De liefde is niet voor rede vatbaar, noch makkelijk te beschrijven. In het beste geval is ze waanzinnig. En ongewoon.