Non-stop lachen, neuken en moorden
Met het tempo van een dobberend lijk botst een rondvaartboot vol hyperactieve kinderen op een aan stukken gesneden hoer, hangend aan een brug in Amsterdam. Haar lichaam laat een bloederig spoor op het schip achter, tot ze door het open dak zakt. De tere kinderziel is voor eeuwig gebroken – tot groot genoegen van de kijker. Het is een hilarisch gruwelijke scène uit Amsterdamned (1988), de beste actiefilm ooit op Nederlandse bodem gemaakt, en exemplarisch voor de sfeer en humor van de films van Dick Maas.
Want Maas houdt van geweld en seks, en al helemaal van de humoristische varianten daarop. Zijn films zijn gevuld met afgehakte lichaamsdelen, auto-achtervolgingen en louche taxichauffeurs aan de ene kant, en onnozele hoertjes en geile goedzakken aan de andere. Zijn horrorthrillers lopen over van de zwarte humor en zijn komedies zitten vol grotesk geweld. Je kunt van Maas houden of niet, maar zijn films zijn altijd dat: Maas.
Aso met een hart van goud
Het bekendst is natuurlijk Flodder (1986), de komedie over de asociale familie die in het ondraaglijk nette Zonnedael komt te wonen. Het is ongelooflijk hoe raak alles in deze film is: knettergrove sigarenrookster Ma Flodder (Nelly Frijda), de geblondeerde aso-met-een-hart-van-goud Johnnie (Huub Stapel), zijn even seksbeluste als domme broer Kees (René van ’t Hof), de roze Chevrolet, de goedgelovige Sjakie (Lou Landré) met zijn groene Eend, de onmiddellijk herkenbare muziek – en dan heb ik het nog niet eens gehad over Tatjana Simic. Haar ‘Buurman, wat doet u nu?’ markeerde voor een hele generatie jongens het moment waarop zij in een man veranderden.
Los daarvan is de film ook nog eens ontzettend goed gemaakt. De fragmentarische opbouw – veel meer dan een serie sketches is Flodder eigenlijk niet – houdt het geheel constant interessant, en het maatschappelijk commentaar van de film is nog altijd even relevant. De film trok 2,3 miljoen bezoekers in de bioscoop en leverde Maas een Gouden Kalf voor beste regie op.
De vervolgen weten dat niveau helaas niet vast te houden. Flodder in Amerika! (1992) is maar een flauwe herhaling van zetten. Een boel grappen wordt één op één overgedaan en bovendien duurt de film veel te lang. Flodder 3 (1995), met Coen van Vrijberghe de Coningh in de rol van Johnnie en Stefan de Walle als Kees, is weer iets beter. De film opent met een strakke auto-achtervolging en eindigt met een hilarisch lange scène waarin heel Zonnedael met de grond gelijk wordt gemaakt. Maas zou geen komedie meer maken tot Moordwijven (2007). Die kent een paar van zijn typisch lompe grollen, maar moet het vooral hebben van de om te moorden zo mooie Bracha van Doesburgh.
Lachen en neuken
In 1983 brak Maas door bij het grote publiek met horrorfilm De Lift, de beste film over een moordende lift tot nu toe. Het uitgangspunt is even absurd als hilarisch, maar nog veel leuker zijn de dik aangezette personages waar Maas mee strooit. De non-stop lachende en neukende groep yuppen, die het haast met een verstikkingsdood moeten bekopen, gun je het lot volkomen. Shagroker/liftmonteur/werknemer van de maand Felix Adelaar (Huub Stapel) zet zelfs zijn huwelijk én zijn leven op het spel in een poging de lift te repareren.
Op de momenten dat er niet gemoord wordt, valt vooral het mooie kleurgebruik op. De Lift kent diverse shots in monochroom: diep blauw of groen met een rood accent, liftmechanieken wier schaduwen abstracte schilderijen vormen. Samen met de moddervette synthesizersoundtrack, tilt het De Lift mijlenver boven Maas’ andere slasher uit, Sint (2010). Die film kent dezelfde hilarische moorden en foute personages, maar mist die onmiskenbare jaren ’80-sfeer. Het voelt wat vlakker, wat flauwer, en is vooral leuk om je vervelende tienjarige neefje cadeau te doen op 5 december.
Wraakzuchtige creep
Maar één film uit Maas’ recentere werk brengt echt iets nieuws, en dat is Quiz (2012). In deze Hitchcockiaanse thriller wordt quizmaster Leo (Barry Atsma) door een mysterieuze man (Pierre Bokma) gedwongen steeds persoonlijkere quizvragen over zijn familieleven te beantwoorden. De inzet: zijn vrouw en kind levend terugzien. Bokma steelt absoluut de show als wraakzuchtige creep en het moment dat Atsma hem alle hoeken van het openbaar toilet laat zien, behoort tot het lompste en vetste dat Maas ooit op het scherm heeft getoverd.
Helaas is de film niet helemaal zonder fouten. Atsma’s quiz is pijnlijk gedateerd, de muziek is af en toe om te huilen zo melig en de climax van de film voelt gehaast en rommelig. Vooral dat laatste is zonde, maar het draait de film niet de nek om. Quiz is, mede dankzij zijn korte speelduur, een vlotte film voor op een regenachtige zondagmiddag. Maas laat vooral gedurende het eerste uur zien dat hij ook zonder grotesk geweld een interessante film op het scherm weet te brengen.
Speedbootachtervolging
Dat gezegd hebbende: op zijn best is de cultregisseur als hij dat wél doet, en in Amsterdamned doet hij dat met volle overtuiging. De actiethriller rondom de seriemoordenaar in de Amsterdamse grachten is niet alleen Maas’ beste film, het is een van de beste Nederlandse films überhaupt. Het script is goed geschreven, de personages lekker cynisch neergezet en de regie is ronduit fenomenaal. Maas heeft duidelijk goed gekeken naar Amerikaanse toppers in het genre. De speedbootachtervolging door de Amsterdamse grachten (in werkelijkheid in Utrecht opgenomen, overigens) maakte van de film een cultklassieker, maar de auto/motorachtervolging eerder in de film is minstens even goed.
Zelfs de minder grote setpieces zitten vol met heerlijke momenten. Het Leger des Heils-meisje, dat uit de collectebus steelt en dus de volgende scène niet haalt, wordt bijvoorbeeld in een prachtig vloeiend shot geïntroduceerd. Als keiharde politieman Eric Visser (opnieuw een rol van Huub Stapel) even vast komt te staan in het Amsterdamse verkeer, duwt hij criminelenneuzen in slagroomtaarten. Uiteraard met geërgerde bakkerspraat als gevolg. En de moord op Tatjana Simic – je kent hem wel: zonnend in de Amsterdamse gracht, het mes tussen haar gespreide benen – weet zich zonder in beeld te komen nog op je netvlies te branden.
O, over niet in beeld komen gesproken: aan het eind van de film mist een bloederig shot van de moordenaar. Het is schandalig dat Dutch Filmworks deze klassieker in gecensureerde versie heeft uitgebracht. Dat er uitgerekend met het hoogtepunt in Maas’ oeuvre zo achteloos wordt omgesprongen, is zeer kwalijk en vooral onnodig. Jammer.
Puur entertainment
‘Ruim 40 jaar Nederlandse blockbusters’ staat er op de voorkant van de Dick Maas dvd-box, en dat klopt. Maas’ films kenmerken zich door zijn grove humor, zijn liefde voor geweld en zijn compromisloze streven om puur entertainment op het scherm te toveren. Het hoogtepunt van zijn oeuvre ligt in de jaren tachtig. De Lift, Flodder en Amsterdamned, alle drie met Huub Stapel in de hoofdrol, zijn klassiekers in de Nederlandse filmgeschiedenis, met de laatste als onbetwist hoogtepunt.
Later in zijn carrière valt Maas vooral in herhaling. Moordwijven is een aardige komedie met een paar lekker groteske gruwelgrappen, en Sint een prima horrorfilm met een komisch uitgangspunt. Alleen in Quiz laat Maas zien dat hij ook iets anders kan. Toch is de lompheid nooit ver weg, en dat is maar goed ook, want zonder zou Maas niet Maas zijn.