Nederlands en Vlaamse orkesten doorgelicht
Alles ligt plat. De anders zo kleurrijk verlichte en versierde voorgevels van concertzalen blijven zwart, de hele staf ligt in Torremolinos van het strand te genieten terwijl de inbrekers zich in Nederland aan hun inboedel vergrijpen. Allemaal in afwachting van het komende seizoen, dat binnenkort weer zal uitbarsten. Via kleurrijke folders worden de abonnements-zilveruitjes op dit moment weer verleid om hun vierhonderdste Mahler-uitvoering bij te wonen. Of is het niet helemaal zo grijs? Een vergelijkend warenonderzoek toont aan dat de klassieke muziekliefhebber het komende seizoen geenszins op het ijzeren repertoire is aangewezen.
In het seizoen 2006-2007 staan er ruim achttienhonderd orkestwerken op het programma, waarvan we precies 1300 mogen rekenen tot de ‘gangbare kost’. Beethoven is, zoals altijd, goed vertegenwoordigd met ruim honderd werken, Mozart met iets meer (113) en de Nederlandse Mahlermanie gaat ook komend seizoen onverminderd door met vijftig uitvoeringen (in aantal minder dan Beethoven maar in aantal minuten ongetwijfeld vergelijkbaar). Ook Tsjaikovski (ruim honderd), Brahms (net geen vijftig) en Mendelssohn (bijna zeventig) zullen vaak te horen zijn.
Een paar statistiekjes
Met afstand het meest conservatieve orkest van Nederland is het Orkest van het Oosten, dat ruim tachtig procent binnen het ijzeren repertoire programmeert. Aan de andere kant staat het Rotterdams Philharmonisch Orkest met minder dan zestig. De rest schommelt tussen de 65 en 75 procent. Datzelfde Orkest van het Oosten heeft dan verrassend genoeg wel weer – samen het het Concertgebouworkest – de meeste uitvoeringen van Nederlandse romantische componisten: zes. Het Concertgebouworkest is dit seizoen het meest productieve orkest met 295 gespeelde werken, tegen 109 voor het Rotterdams Philharmonisch. De Concertgebouwers voeren eveneens de lijst met nieuwe werken aan, met een totaal van 42; de eerstvolgende is het Noord Nederlands Orkest met dertig uitvoeringen.
Alphons Diepenbrock |
Opvallend is dat de Nederlandse romantiek vrij goed is vertegenwoordigd, zij het vooral met vrij korte stukken: het Residentieorkest doet onder meer Diepenbrocks Marsyas-suite (19 en 22 september 2006) en Wagenaars ouverture Saul en David (27 en 29 april 2007), terwijl het Limburgs Symfonieorkest ook Marsyas (21 en 22 april 2007) en Wagenaars ouverture Cyrano de Bergerac (4 maart 2007) ten gehore brengt. Des te opmerkelijker is het daarom dat het traditioneel niet bijster avontuurlijke Concertgebouworkest niet minder dan drie avonden lang (24-26 december 2006) Jan van Gilses monumentale Tweede Symfonie uitvoert, onder leiding van Markus Stenz.
Eigentijdse Nederlandse muziek komt onder meer aan bod bij het Gelders Orkest, met werken van Kox en Keuris (30 november 2006). Kox is sowieso bij het GO goed vertegenwoordigd: er staan in totaal niet minder dan drie van zijn werken op het programma dit seizoen, waaronder de Tweede Symfonie (16 maart 2007).
Leve de Vlamingen!
Philippe Herreweghe (foto: Miel Pieters) |
Maar de winnaar van het komende seizoen is wat mij betreft deFilharmonie, waar intendant Hans Waege met een programma komt dat initiatief en moed (of roekeloosheid) toont. Want wie durft tegenwoordig nog een seizoen in te gaan met twee Vaughan-Williams-symfonieën, een reconstructie-première (Elgars Derde Symfonie), Raffs zwaar onderschatte Lente-symfonie (nummer acht), een geheel Scandinavische avond met relatief onbekende werken van Stenhammar, Alfvén, Nielsen en Sibelius (4 november) en niet te vergeten Schumanns Concertstuk voor vier hoorns? Het mooiste van alles is nog dat deze stukken worden geleid door topdirigenten als Philippe Herreweghe (Raff en Schumann) en Niklas Willén (Scandinavië). De bekende kost wordt door de Vlamingen overigens niet genegeerd: veel Beethoven, Mendelssohn en Berlioz, en ook daar zien we een gelukkige keuze.
Wat fletser dan gebruikelijk
Die Elgar-symfonie waar we het net over hadden wordt overigens een maand later ook nog eens uitgevoerd door het Noord Nederlands Orkest aan de andere zijde van de lage landen (19-22 april), in combinatie met Beethovens Vioolconcert. Verder mag Chef-dirigent Tabachnik in mei zijn Pianoconcert ten doop houden in Drachten en Groningen, maar voor het overige zijn er wat minder bijzondere dingen te vinden dan in voorgaande seizoenen. Wèl alle lof voor het feit dat het NNO aandacht vindt voor de 150e sterfdag van Robert Schumann, een jubileum dat elders door de Mozartmanie lijkt te worden weggevaagd.
Clara Schumann |
Twee orkesten die hun reputatie niet helemaal waarmaken zijn het Residentieorkest en het Rotterdams Philharmonisch – van beide zou je toch wat meer avontuur verwachten. Een interessant initiatief van het RPh is de ‘vrouwenavond’ op 19 januari 2007, met uitsluitend werk van vrouwelijke componisten. Toch legt die avond wel een probleem bloot, want je kunt je afvragen of sekse een goede basis is om een concert samen te stellen – mij lijkt in ieder geval een combinatie van Clara Schumanns Pianoconcert en Germaine Tailleferres Concertino niet de meest gelukkige.
Krenten uit de pap
Tenslotte een geheel subjectieve selectie van de meest bijzondere concerten van het komende seizoen, met daarin werken die je waarschijnlijk niet snel meer in de zaal zult horen en waarvan de uitvoering een treinreis meer dan rechtvaardigt.
Koninklijk Concertgebouworkest, 24-26 december 2006
O.l.v. Markus Stenz; Jean-Yves Thibaudet, piano
Claude Debussy Orchestral Preludes (orkestratie C. Matthews; Nederlandse Première)
Maurice Ravel Pianoconcert voor de linkerhand
Jan Van Gilse Tweede Symfonie
Eén van de bepalende werken uit de Nederlandse romantiek in een post-Richard-Strauss-stijl, samen met een gelauwerde Debussy-bewerking. En laten we eerlijk zijn: Thibaudet die Ravel speelt is bepaald geen kwelling.
deFilharmonie, 11 (Antwerpen) en 12 mei 2007 (Gent)
O.l.v. Philippe Herreweghe; Lars Vogt, piano
Felix Mendelssohn De Hebriden (Fingalshöhe), op. 26
Ludwig van Beethoven Pianoconcert Nr. 4 in G op. 58
Joachim Raff Symfonie Nr. 8 in A, op. 205, ‘Frühlingsklänge’
Zo zou je graag willen dat onbekend repertoire werd gebracht: door een klasseorkest met een topdirigent. Herreweghe zal, als we op zijn werk met Schumann en Bruckner mogen afgaan, Raff het recht geven dat hij verdient. Samen met Beethovens meest interessante pianoconcert.
Rotterdams Philharmonisch Orkest, 16 en 17 februari 2007
O.l.v. James Sedares; Marien van Staalen, cello
Filmmuziek van Sjostakovitsj, Korngold, Rózsa, Waxman en Herrmann
Een schitterende vergelijking van de meestbetekenende Sovjet- en Hollywoodmuziek uit de jaren dertig en veertig. Verwacht hoogtepunt van de avond: Bernard Herrmanns For the Fallen.
Het Limburgs Symfonieorkest, 18 en 20 januari 2007
O.l.v. Ed Spanjaard; Quirine Viersen, cello
Igor Stravinski Orkestsuite 1 & 2
Henri Dutilleux Celloconcert
Pjotr Tsjaikovski ‘Manfred’ Symfonie
Niet echt heel erg bijzonder qua samenstelling, maar ik verwacht een heel prettige concertavond. ‘Manfred’ wordt tegenwoordig, terecht, steeds vaker weer gespeeld (het Brabants Orkest ‘doet’ ‘m begin februari, bijvoorbeeld) en Stravinski en Dutilleux vormen thematisch een goede begeleiding. En voor Viersen die Dutilleux speelt, wil ik sowieso wel naar Maastricht.
Naast al dit lekkers zullen dit seizoen nog de nodige buitenlandse orkesten de Nederlandse zalen aandoen. Maar daar gaan we later uitgebreider op in. Een vooruitblik op het komende operaseizoen is vanaf morgen op 8WEEKLY te vinden