Boeken / Non-fictie

Het schoolvoorbeeld van Living the American Dream

recensie: Biografie: Willem De Kooning

Momenteel mag de biografie zich verheugen in een ongekende populariteit, reden te meer om eens uitgebreid stil te staan bij dit hybride genre met een reeks over de biografie. Dit keer: De Kooning – Een Amerikaanse meester van Mark Stevens en Annalyn Swan.

Peggy Guggenheim
Peggy Guggenheim

Als je de biografie van Mark Stevens en Annalyn Swan mag geloven, was ‘vrouwenschilder’ Willem de Kooning emotioneel verscheurd. Verscheurd tussen het oude Europa en De Nieuwe Wereld, tussen de toegepaste kunst en ‘het serieuze werk’, tussen de abstractie en de figuratie. Hoewel hij al op jonge leeftijd de oversteek maakte naar de VS, zou De Kooning als schilder nooit helemaal loskomen van de West-Europese traditie – iets dat bijvoorbeeld terugkomt in zijn fascinatie voor de menselijke figuur. Voor een ietwat chauvinistisch kunstcriticus als Clement Greenberg, die in het Abstract Expressionisme van de Amerikanen Jackson Pollock en Barnett Newman het hoogtepunt zag van de 20e eeuwse schilderkunst, reden genoeg om De Kooning uiteindelijk ’te laten vallen’.

Vanuit zijn arme Rotterdamse arbeidersachtergrond had Willem De Kooning weinig op met de snobistische Europeanen van het Surrealisme. Ook iemand als Peggy Guggenheim, groot geworden met geërfd geld – haar oom is de puissant rijke Solomon R. Guggenheim – kon hem met haar hautaine houding het bloed onder de nagels vandaan halen. Daarentegen zou zijn bewondering voor geschoolde ambachtslieden en voor reclameschilders nooit verdwijnen. Ook door anderen als ‘illustrator’ bestempelde kunstenaars konden doorgaans rekenen op zijn sympathie.

Onafhankelijke geesten

In de dominante, van oorsprong Armeense Arshile Gorky, net als De Kooning een onafhankelijke geest, vond hij een soort broeder, een mentor. Zoals hij later veel op zou trekken met kunstenaar Franz Kline, met wie De Kooning de liefde voor Amerikaanse schuttingtaal en absurde humor deelde. Beide mannen moesten weinig hebben van het grootsprakerige theoretiseren dat veel schilders na de oorlog aantrok. Zowel Gorky als Kline zouden altijd een speciale plek in De Koonings hart houden. Hoewel ze elkaar al enige tijd niet hadden gesproken, was De Kooning dan ook hevig ontdaan toen hij vernam dat Gorky op 21 juli 1946 een einde aan zijn leven had gemaakt.

Opmars

~

De Koonings beste werk dateert waarschijnlijk van de late jaren ’40 van de vorige eeuw, opmerkelijk genoeg de periode waarin hij geen cent te makken had. De situatie was zelfs zo schrijnend dat hij geregeld niet genoeg geld had om nieuwe verf te kopen. Volgens De Kooning – Een Amerikaanse meester had hij na een bezoek aan het Museum of Modern Art (New York), waar hij foto’s van zijn werk kwam laten zien, eens geen geld meer om de metro terug naar huis te nemen, met als gevolg dat hij veertig blokken moest lopen. Toen De Kooning op 12 april 1948 op bijna 44-jarige leeftijd zijn eerste solo-expositie kreeg in de galerie van Charlie Egan mondde het uit in een commercieel fiasco: er werd uiteindelijk helemaal niks verkocht. Toch was de expositie zeer belangrijk voor De Koonings verdere carrière; de jonge recensente Renee Arb schreef in Artnews, destijds het belangrijkste kunsttijdschrift van het land, een lovende recensie. Ook Clement Greenberg, de criticus die zich later tegen De Kooning zou keren, prees hem en noemde De Kooning een van de vier of vijf belangrijkste schilders van het land. Op het moment dat het Museum of Modern Art middels directeur Alfred Barr in oktober 1948 belangstelling toonde, en uiteindelijk het zwart-wit schilderij Painting voor 700 dollar aankocht, was De Koonings ster inmiddels rijzende.

Meer dan een biografie

Als er iets blijkt uit deze helder en vlot geschreven biografie van Mark Stevens en Annalyn Swan, dan is het wel dat de afstandelijke en introverte De Kooning altijd zijn eigen pad koos en nooit zijn idealen uit het oog verloor. Discipline stond bij de van oorsprong Rotterdammer hoog in het vaandel. De Kooning – Een Amerikaanse meester is niet zomaar een biografie over de schilder. Het geeft een geweldig mooi, gedetailleerd beeld van de erbarmelijke omstandigheden uit De Koonings jeugd, hoe het er in de New Yorkse kunstenaarswereld in de vorige eeuw aan toe ging en op welke plekken de culturele elite in New York zoal samenkwam, zonder dat er ergens sprake is van heldenverering. Daarmee is De Kooning – een Amerikaanse meester een erg mooie aanvulling op de reeds bestaande De Kooning-literatuur.

Zie ook in deze reeks: Barry Miles, Charles Bukowski, Karel Wasch, Jack Kerouac, Wim Hazeu, Vestdijk: een biografie, Menno Schenke, Vaan: het bewogen bestaan van C.B. Vaandrager, Rüdiger Safranski, Friedrich Schiller of de uitvinding van het Duitse idealisme en Peter Gay, Freud. Pionier van het moderne leven.