Samen komen we verder
Alexander von Humboldt was een homo universale, die met Goethe en Thomas Jefferson filosofeerde en eind 18e eeuw zich al kritisch uitte over het westers kapitalisme. Zijn ideeën leven voort, zijn leven is vergeten, blijkt uit Andrea Wulfs nieuwe biografie.
In De uitvinder van de natuur, geschreven door Andrea Wulf en onderscheiden met de Costa Biography Award, volgen we Duitse Alexander von Humboldt vanaf zijn geboorte in 1769 tot aan zijn dood in 1859. Andrea Wulf, auteur van een aantal boeken over Engelse tuinen en de natuur, beschrijft zowel de feiten van Humboldts leven, als ook de invloed die Humboldts ideeën hebben gehad de afgelopen tweehonderd jaar. Centraal staat haar verbazing dat de man naar wie honderden planten- en dierensoorten, asteroïden en straten zijn vernoemd in de vergetelheid is geraakt.
En dat terwijl Humboldt tot op de dag van vandaag bepaalt hoe wij – westerlingen – ons tot de natuur verhouden. De aarde noemde hij ‘een natuurlijk geheel dat door inwendige krachten wordt aangestuurd en bezield’, en zie daar de kern van ons huidige idee van ecosystemen. Humboldt had een hekel aan grenzen (tussen vakgebieden, of tussen kunst en wetenschap) en zag verbanden tussen ecologie en politiek. Die houding is, volgens Wulf, ‘van meer betekenis dan ooit’: alleen door verbanden te leggen kunnen we de klimaatverandering aanpakken. Tijd voor een herwaardering.
Beroemde wetenschapper
Hoewel Humboldt en zijn oudere broer Wilhelm in een adellijk Pruisisch geslacht werden geboren (vandaar het ‘von’ in hun achternaam), stond het bij Alexanders geboorte niet vast dat hij een bekende geleerde zou worden. Zijn jeugd was ongelukkig: hij las veel, maar daar kon hij weinig mee. Met tegenzin werd hij mijninspecteur: werk waar hij goed in was, maar dat hem geen voldoening opleverde. Zijn broer, intussen, werkte zich op binnen het ambtenaren- en diplomatenapparaat.
Via Wilhelm ontmoette Alexander Goethe en Schiller, met wie hij intense gesprekken voerde. Zelfs de grote Goethe, die zelf van vele markten thuis was, kon de jonge Humboldt soms maar amper (of net niet) volgen: hij sprak ontzettend snel, en zijn ideeën gingen alle kanten op. Die observatie keert een aantal keer terug in De uitvinder van de natuur. Het houdt Humboldt niet tegen: wanneer hij, terug uit een jarenlange reis door Zuid-Amerika, in Parijs openbare colleges houdt, zitten de zalen voller vol om naar zijn pijlsnel afgevuurde betogen te luisteren.
Vanaf dat punt in de biografie – zo ongeveer halverwege Humboldts leven – duiken steeds meer grote namen op. Simón Bolívar bijvoorbeeld, de Venezolaanse vrijheidsstrijder, en Charles Darwin en Henry David Thoreau. Iedereen wil Humboldt ontmoeten en zich laven aan zijn verhalen over verre oorden, aan zijn betogen over planten en bergen, over lucht en aarde, politiek en wetenschap. Over dat laatste onderwerp had hij nog wel eens een aanvaring. Humboldt zag in slavernij de menselijke overheersing en uitputting van de aarde weerspiegeld en was om die reden tegen. Maar zijn vriend Thomas Jefferson was voor: zijn rijkdom was voor een groot deel gebaseerd op plantages.
Eenzaam hoog
Wulf legt nogal veel nadruk op de fysieke ontberingen die Humboldt heeft moeten doorstaan op zijn grote reis door Zuid-Amerika – en, later, door Rusland. Dat ontzag komt niet verder dan het particuliere. Het meest inspirerende en vernieuwende aan haar portret van Humboldt is echter de manier waarop hij verbanden legt tussen domeinen die tot dan toe (en nog steeds) als gescheiden werden gezien. In de tijd dat het Westerse kapitalisme goed op stoom begon te komen, waarschuwde Humboldt dat dat economische systeem op de uitputting van zowel mens als aarde beruste. Die observatie is nog lang niet overal ingedaald.
Met het kapitalisme had Humboldt sowieso weinig op: hij was uiterst gul met het delen van kennis, ideeën en spullen. Copyright was hem vreemd: samen komen we verder. Ook dat is in onze tijd een inspirerende en lovenswaardige houding. Ironisch genoeg staat deze praktijk ook haaks op het door zijn broer Wilhelm ontwikkelde universiteitsmodel, waar de wetenschap opgedeeld wordt in disciplines en departementen. Dat maakt Wulfs observatie dat we Humboldt uit het oog zijn verloren extra pijnlijk.
De invloed die Alexander von Humboldt door zijn openheid heeft uitgeoefend is groot. Wulf heeft er voor gekozen dat duidelijk te maken door hoofdstukken te wijden aan ontmoetingen met andere grote geesten en hoe zij Humboldts ideeën verder brachten. Deze roepen de vraag op of De uitvinder van de natuur een biografie van Humboldts leven of van zijn ideeën is: als symbiose van die twee is het niet geheel geslaagd. Daarvoor steken deze hoofdstukken te veel uit. Dat bewijst nog maar eens hoe eenzaam hoog Alexander von Humboldt staat.