Magische vertellingen van een wc
Een wc die droomt van een studie aan de kunstacademie, om zo haar binnenste met haar buitenste in evenwicht te brengen. Want Mevrouw WC heeft pijn, zielenpijn. Haar vrienden – deuren, kranen en douches – kunnen haar niet helpen haar verdriet te overkomen. Mevrouw WC mag dan een wonderlijk schepsel lijken, haar emoties zijn des te werkelijker. Al Galidi, geboren in Irak en uitgeprocedeerd asielzoeker in Nederland, heeft met Maanlicht moerassen de Nederlandse literatuur verrijkt met een vervreemdend poëtisch verhaal over de zoektocht naar geluk.
De tweede roman van Al Galidi vertelt het verhaal van Mevrouw WC, geboren in een familie van wc’s en vastbesloten haar eigen leven te gaan leiden. De broertjes en zusjes worden door haar moeder klaargestoomd voor een leven als wc, waarbij het belangrijk is dat je stil kan zitten en kracht hebt om de billen van een ieder die je gebruikt op je schouders te nemen. Hopelijk word je door een rijke familie in huis genomen, en ben je op die manier verzekerd van een goed bestaan. Maar Mevrouw WC wil geen wc zijn.
Mevrouw WC in het museum
Jean Fouqet, Madonna en kind omringd door engelen (c.1450), Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen |
Op 1 juli, tijdens de jaarlijkse afspraak die Mevrouw WC en haar vrienden met elkaar hebben, komen ze altijd bij elkaar op het strand. Mevrouw WC blijkt de enige te zijn die verder wil studeren, namelijk kunstgeschiedenis in het Noorden. Niemand verwacht dit van haar, “omdat haar situatie als wc te moeilijk was in een wereld waar niet naar de binnenkant wordt gekeken, maar naar de buitenkant.” Ze neemt afscheid van haar vrienden Douche Sino en Douche Solino, Kraan Holaan vertelt nog wat moppen tot iemand hem dicht draait, en daar gaat ze. Aangekomen in het Noorden bezoekt ze het Museum van de Schone Kunsten. Bij het schilderij met de Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen van Jean Fouquet blijft ze gefascineerd staan. Een kind komt op haar afrennen, en doordat Mevrouw WC naar het schilderij kijkt ziet het kind niet de zwarte bliksems in de ogen van Mevrouw WC, die vertellen dat de wc buiten gebruik is. Het kind springt op de schouders van Mevrouw WC en gebruikt haar. Vol schaamte druipt Mevrouw WC af, een spoor van urine en stront achterlatend. Haar ogen zijn veranderd, ziet ze later in de spiegel: van zwart in de nog donkerder kleur van een graf.
Dominante beeldspraak
Na het bezoek aan het Noorden en de mislukte poging van Mevrouw WC om zichzelf te vinden en gelukkig te worden, gaat het alleen nog maar bergafwaarts met haar. De stijl van het boek dringt zich daarbij steeds meer op: beeldspraak op beeldspraak, plotlijnen die een stap vooruit gaan, en weer twee terug, en de verwarrende hoeveelheid grappen van Kraan Holaan die het verdriet van Mevrouw WC nog meer aanzetten. De thematiek van het verhaal, vreemdeling zijn in je eigen wereld, sluit hier goed op aan. Maanlicht moerassen doet, door de sterke beeldspraak, soms denken aan Paulo Coelho. De personages hebben menselijke emoties, maar hun functie als deur, kraan, douche of wc tilt hun karakter naar een abstract niveau. Maanlicht moerassen is in poëtisch en stilistisch opzicht sterker dan wat betreft de plot van het verhaal.
De zee is in Maanlicht moerassen een zuiverende, troostende plek; Mevrouw WC gaat er altijd naar toe om zich schoon te spoelen. Uiteindelijk lijkt het leven van Mevrouw WC een bestemming te vinden. Kraan Solino weet haar met zijn muziek weer tot leven te wekken, waardoor haar binnenkant haar buitenkant bedekt, in plaats van andersom.