De faustiaanse boekenberg
“Het lezen van boeken groeit rekenkundig; het schrijven van boeken groeit exponentieel. Als onze passie voor schrijven ongehinderd doorgaat, zullen er in de nabije toekomst meer mensen zijn die boeken schrijven dan lezen”. Het is de prikkelende openingszin van Zo veel boeken, een boek (!) over de alsmaar groeiende economie van het boek en het boek als boodschapper in de oneindige conversatie die onze cultuur is.
De zin klinkt alsof de malthusiaanse val van het literaire bedrijf elk moment dicht kan klappen. De vraag is hoe serieus de auteur, de Mexicaanse dichter en essayist Gabriël Zaid, het zelf allemaal neemt. Hopelijk niet al te serieus. Soms neemt Zo veel boeken namelijk, met al haar goede bedoelingen, absurde vormen aan.
Narcisme
Er komen veel voor de boekenlezer herkenbare thema’s voorbij, zoals schuldgevoelens over ongelezen boeken en boeken als statussymbool. In eerste instantie lijkt de tirade tegen de ijdelheid van schrijvers nog wel enig hout te snijden: “Veel auteurs schrijven niet voor hun lezers maar om hun curriculum vitae op te vullen”. Het woord narcisme valt hierin vaak. Hoewel Zaid de grote diversiteit aan boeken in onze kapitalistische samenleving toejuicht, lijkt hij de intellectuele geldingsdrang die aan de diversiteit ten grondslag ligt, te verafschuwen. Hij lijkt hierin niet helemaal consequent.Het boek is daarnaast bezaaid met steeds idiotere oneliners in de trant van: “Er worden in zo’n hoog tempo boeken gepubliceerd dat ze ons exponentieel onwetender maken”. Feitelijk een totaal oninteressante opmerking gezien het feit dat de geschiedenis ons een steeds grotere canon heeft geleverd, waardoor er al eeuwen bijna geen mens de fysieke mogelijkheid meer heeft om echt belezen te zijn. En of we echt onwetender zijn geworden durf ik sterk te betwijfelen. Het lijkt in ieder geval in strijd met zijn eigen stelling dat de maatstaf niet het aantal boeken wat we gelezen hebben moet zijn, “maar de toestand waarin ze ons achterlaten”.
Harde cijfers
Desondanks lijkt Zaid geobsedeerd door de kwantitatieve gegevens die als een alsmaar groeiende hoop sneeuw op het dak van onze beschaving drukt: elke dertig seconden verschijnt er een boek! Zaid rekent verder voor ons uit dat het voor de westerse mens, onder het motto ’tijd is geld’, duurder is om te lezen dan om een boek te kopen. Conclusie: eigenlijk moeten schrijvers betalen om gelezen te worden.
Wanneer Zaid de voordelen van boeken gaat opsommen wordt het helemaal hilarisch: boeken zijn draagbaar, je kunt ze in je eigen tempo lezen en er is geen afspraak voor nodig om ze te kunnen lezen. In plaats van al deze voor de hand liggende feitjes had ik liever een paar tips gekregen om mij op een fatsoenlijke wijze door de immense boekenberg te worstelen.
Hoe serieus Zaid het zelf ook neemt, uitgever Bert Bakker deed dat in ieder geval niet. Want het is toch wel zeer opmerkelijk dat NRC Handelsblad onlangs ontdekte dat het boek van Zaid reeds in 1973 is gepubliceerd in het Spaans en dat het bij Bert Bakker verschenen boekje een ietwat slordige vertaling is van een Amerikaanse vertaling (inclusief wat aanvullende hoofdstukjes van Zaids hand) uit 2003. Het lijkt eigenlijk wel een passende behandeling voor een curieus boekje.