Wat komt voor de roman
De jonge Hawaiiaanse auteur R. Kikuo Johnson bracht recentelijk bij Fantagraphics, een van de belangrijkste Amerikaanse uitgevers van het betere stripverhaal, de novelle Night Fisher uit. Een typisch coming of age-verhaal, dat vergelijkingen oproept met het werk van zijn succesvolle leeftijdsgenoten Adrian Tomine en Craig Thompson.
Die vergelijking is te maken omdat de lezer sterk het gevoel krijgt dat er autobiografische elementen in het verhaal zijn verwerkt. In dit geval speelt het verhaal zich af op Hawaii en is hoofdpersoon Loren Foster net als de auteur half Japans. Loren raakt samen met zijn beste vriend Shane gedurende hun eindexamenjaar in de problemen als ze worden betrapt bij een diefstal, die dient om hun ‘verslaving’ aan de batu – amfetamines gemaakt van rattengif – te bekostigen. De novelle ademt op een overtuigende manier een sfeer van dagelijkse verveling en onzekerheid over de toekomst.
Novelle
R. Kikuo Johnson (1981) debuteerde in 2004 met de verhalenbundel Slideshow Eulegy, die uitkwam in comicformaat. Zijn eerste langere werk, Night Fisher, noemt hij terecht een graphic novella. De auteur ziet het boek namelijk nog niet als een echte grafische roman – een keuze die geen verbazing oproept. Qua lengte (144 pagina’s) zou je Night Fisher nog wel een roman kunnen noemen, maar de aard van het verhaal gerechtigt de benaming novelle; het is een kleine uitsnede uit het leven van de hoofdpersoon, waarbij het begin en einde zodanig open zijn dat er makkelijk nog iets kan volgen. Verschillende verhaallijnen, zoals de financiële problemen van de vader van Loren Foster, raken het hoofdverhaal, maar worden niet verder uitgewerkt. Die losse eindjes zouden misschien wat beter in het geheel passen als de auteur een langer verhaal had gemaakt. De lezer blijft nu achter met een aantal vraagtekens en soms met een wat onverzadigd gevoel.Schaduwkant
De tekenaar maakt zeer bedreven gebruik van een penseel, in een stijl die erg veel wegheeft van David Lapham, de auteur van de in Nederland vrij onbekende comicserie Stray Bullets. Toch is Kikuo Johnson’s tekenwerk net iets rommeliger, doordat hij iets te vaak met verschillende camerastandpunten werkt. Daarnaast laat hij vooral de schaduwkanten van gezichten zien. Niet omdat hij geen gezichten kan tekenen, maar door een fascinatie voor contouren, die ook aan het omslagontwerp van het boek te zien is. Daardoor, én doordat het verhaal zich vaak ’s nachts afspeelt, is het zwart in het boek nogal overheersend – het geeft de lezer niet bepaald het gevoel dat het zich op een tropisch eiland afspeelt.Afstandelijk
Kikuo Johnson heeft een heel aardig verhaal afgeleverd met Night Fisher, met veelbelovend tekenwerk. Ondanks de goede sfeerweergave wordt zijn novelle echter nergens zo dreigend of depressief als Optic Nerve van Adrian Tomine, of zo aangrijpend en persoonlijk als Blankets van Craig Thompson. Het grootste manco daarbij is het gebrek aan identificatie met de hoofdpersonen. Deze staan net iets te ver van de lezer af om je er werkelijk in te kunnen inleven. De auteur schetst, zoals ook de achterflaptekst van het boek zegt, ‘an unsentimental portrait‘. Als Kikuo Johnson in de toekomst deze afstand weet te overbruggen en zijn verhalen net dat beetje extra weet te geven dat nu nog mist, zal hij zeker een grote grafische roman kunnen schrijven.