De meester van de nacht
Wie kent niet de beroemde affiches met alle sterren uit de Moulin Rouge van de kunstenaar Henri de Toulouse-Lautrec? Zijn afbeeldingen van de nachtclubdanseressen, kroegen, bordelen en theaters in Parijs aan het eind van de negentiende eeuw zijn nog steeds een inspiratiebron voor vele hedendaagse kunstenaars. De Kunsthal in Rotterdam eert deze beroemde Franse kunstenaar met een grote overzichtstentoonstelling waarin al zijn grafische werk, aangevuld met schilderijen, tekeningen en nooit eerder getoonde brieven getoond worden. Het is een feest van herkenning om langs deze beroemde affiches te lopen.
La Goulue, 1894, Litho in zwart, 31,4 x 25,7 cm, Collectie Staatliche Kunstsammlungen Dresden |
Henri de Toulouse-Lautrec (1864-1901) werd geboren in een aristocratische familie in Albi. Zijn ouders waren neef en nicht en dat was waarschijnlijk de oorzaak van de zwakke gezondheid van Henri. Op zijn twaalfde brak hij zijn ene been, twee jaar later het andere. Zijn benen zijn daardoor niet normaal volgroeid en De Toulouse-Lautrec was dan ook maar anderhalve meter lang. Zijn lengte compenseerde hij echter met een grote dosis humor en heel veel talent. Dat blijkt wel uit deze tentoonstelling. Hierop zijn de vele menukaarten en uitnodigingen te zien die hij maakte als hij een van zijn vele etentjes gaf. Ze zijn bijzonder grappig en met veel zelfspot getekend. Tekenen was zijn lust en zijn leven en het was zijn enorme tekentalent dat hem uiteindelijk tot zo’n begenadigd lithograaf heeft gemaakt.
Ster in de nacht
Toen Henri de Toulouse-Lautrec op zijn achttiende in Parijs belandde, stortte hij zich vrij snel op het bruisende uitgaansleven in Montmartre. Hoewel hij geschoold was in de schilderkunst, waren het zijn litho’s van dit bruisende nachtleven waar hij faam mee maakte.
Bekende en minder bekende nachtsterren, frivole vrouwen, theaters, circussen en het cabaret uit die tijd zijn door hem meerdere malen vastgelegd op affiches die aan het eind van de negentiende eeuw de straten van Parijs versierden. In de Kunsthal komen ze allemaal voorbij, zoals de cancandanseres Jane Avril ook wel bekend onder de naam La Mélinite ‘de meid van springstof’, en de zangeres en actrice Yvette Guilbert, die bekend stond als de vrouw met de lange zwarte handschoenen. Ook de bekende cabaretartiest Aristide Bruant die Henri de Toulouse-Lautrec zijn eerste expositie in 1885 in Le Mirliton gaf, heeft een plek gekregen in de tentoonstelling. Alle affiches zijn gerangschikt per persoon zodat je een goed beeld krijgt van de verschillende composities die De Toulouse-Lautrec uitprobeerde voordat hij de uiteindelijke litho maakte. Een leuke toevoeging vormen de bordjes met levensgeschiedenissen van deze artiesten. Zo blijkt dat ondanks hun faam, de meeste artiesten in grote armoede aan hun einde zijn gekomen.
Japanse prenten
Moulin Rouge (La Goulue), 1891, Litho in vier kleuren, in drie delen gedrukt, 191,0 x 117,0 cm, Collectie Staatliche Kunstsammlungen Dresden |
Behalve het feest der herkenning is deze tentoonstelling vooral een lust voor het oog. De Toulouse-Lautrec maakte prachtige litho’s die ook na een eeuw nog steeds niets aan kracht hebben ingeboet. Krachtige zwarte lijnen die geïnspireerd zijn op de door hem zo bewonderde Japanse houtsneden, geven extra nadruk aan zijn zwierige lijnenspel en het felle kleurgebruik. Hij was de eerste kunstenaar die experimenteerde met de meerkleurendruk in soms wel acht drukgangen. Opvallend zijn ook zijn composities. Zoals in Moulin Rouge (La Goulue, 1891) waar hij de toeschouwers op de achtergrond als zwarte silhouetten, de danseres in het midden in kleur en op de voorgrond een man in grijstinten weergeeft. In Divan Japonais plaatste hij de halzen van twee grote contrabassen pontificaal in beeld en sneed hij het hoofd van de zangeres Yvette Guilbert af waardoor de afbeelding een eindeloze diepte krijgt. Maar wat het meest bewonderenswaardig is, is de manier om de teksten in zijn affiches te verwerken tot een essentieel deel van het beeld. Bijna al zijn beelden vertellen een verhaal waarbij de woorden dit verhaal begeleiden zonder te overheersen.
Kijken en bekeken worden
Kijken en bekeken worden was een populair thema in de negentiende eeuw. Dit vermaak werd ingegeven door groeiende vrijetijdsindustrie, een gevolg van de opkomst van de middenklasse. De Toulouse-Lautrec geeft zijn eigen draai aan dit vermaak van kijken en bekeken worden. In veel van zijn werk staat op de voorgrond een persoon met de rug naar de kijker. Je kijkt als het ware samen met die persoon naar wat zich voor hem of haar afspeelt, maar vaak is dit onderwerp niet eens zichtbaar. Een ander voorbeeld is zijn afbeelding van een vrouw die op het balkon niet naar het podium kijkt, maar het publiek in de zaal bespioneert. Toch wordt hij nooit moralistisch en laat hij de mensen zien zoals ze zijn. Hij laat hun diepste emoties zien en dat maakt ze tastbaar en kwetsbaar. Henri de Toulouse-Lautrec is wat mij betreft een groots kunstenaar die terecht geëerd wordt met deze prachtige overzichtstentoonstelling.