Nieuwe dvd’s
.
Illusive Tracks (Skenbart)
(Peter Dalle, 2003 • Total Film)
Illusive Tracks van de Zweedse acteur/regisseur Peter Dalle is een in gestileerd zwart-wit (met af en toe een kleurtje) vormgegeven film vol bizarre situaties, zoals alleen Scandinaviërs die kunnen maken. Een stuntelige recensent
reist af naar Berlijn om aldaar mee te helpen aan de wederopbouw en zo eindelijk ‘iets echt belangrijks’ te doen. Zijn goedbedoelde hulp aan de minderbedeelden in de trein getuigt van zijn goede intenties, helaas is de resultaat van deze hulp veelal desastreus. Hij geeft buikpuinverwekkende chocolade aan uitgehongerde vluchtelingen, struikelt over gehandicapten en probeert met weinig succes zelfmoord te plegen. Parallel met deze dik aangezette slapstick a la Laurel & Hardy, speelt zich een detectiveverhaal af in de beste traditie van Agatha Christie’s Murder on the Orient Express (verfilmd door Sidney Lumet in 1974). Het geheel is uiterst vermakelijk, alhoewel de film tegen het einde steeds onevenwichtiger wordt. Iets teveel slapstick en iets te weinig drama. De vele ongelukjes van voornoemde recensent zijn op de duur te flauw om nog leuk te kunnen zijn, maar dat neemt niet weg dat Illusive Tracks verder een inventief en verassend staaltje filmkunst is. (Martijn Boven)
A Home at the End of the World
(Michael Mayer, 2004 • Paradiso)
Deze verfilming van de gelijknamige roman van Michael Cunningham begint aardig, maar verzandt zodra de vlotte retro-flashbacks voorbij zijn in een hopeloos drama over een driehoeksverhouding tussen een snelle jongen
(Colin Farrell in zijn allerslechtste rol tot nu toe), een homoseksuele vriend en diens vriendin. Van zo’n licht sentimenteel drama gaan er in Amerika dertien in een dozijn, en de debuterende regisseur Mayer biedt geen enkel pluspunt. De filmversie van Cunninghams The Hours was een groot succes; ditmaal adapteerde hij zelf zijn boek, wat een fatale fout blijkt. Zijn scenario heeft geen focus, en de dialogen zijn nooit overtuigend, hoe erg sommige acteurs (vooral Sissy Spaceck en nieuwkomer Dallas Roberts) ook hun best doen. Killer Films – immers het producententeam achter een aantal van de grootste indie-successen van het afgelopen decennium – had beter kunnen weten. (Paul Caspers)
Mysterious Skin
(Greg Araki, 2004 • Total Film)
Twee jongetjes worden door een sportcoach misbruikt; de een houdt zichzelf voor dat hij door aliens ontvoerd werd, de ander wordt een nonchalante manhoer. Beide blijken echter even ernstig getraumatiseerd.
Beroepsprovocateur en pionier van de Amerikaanse homocinema Greg Araki levert met Mysterious Skin zijn visueel mooiste film af, vol droomachtige scènes met schoenstaarmuziek. Dat het onderwerp van kindermisbruik nu juist het meest afschuwelijke is, is geen toeval: Araki is er de man niet voor om een voor de hand liggende aanpak te kiezen. Aanvankelijk is de regisseur overduidelijk aan het provoceren, maar al gauw blijkt dat het hem ditmaal ernst is: hij toont het aangrijpende lot van de jongens met meer zorg en liefde dan we van hem gewend zijn.Zijn provocaties en een onnodige subplot maken het resultaat niet minder onevenwichtig dan Araki’s andere films, maar wel fascinerender. Mysterious Skin shockeert, maar juist in de meest droevige scènes en in één ondraaglijke waarin hoofdpersoon Neil bruut wakker geschud wordt uit zijn droomwereld. Zo’n scène zit door het subjectieve camerawerk dan weer op het randje van exploitatie, waardoor Araki’s film nog ongemakkelijker wordt en een ambivalente lading meekrijgt. Mysterious Skin wankelt, maar is in ieder geval onvergetelijk. Dat komt niet in de laatste plaats door een adembenemende hoofdrol van Joseph Gordon-Levitt (de kindster uit 3rd Rock from the Sun), die zijn lichaamstaal boekdelen laat spreken. Naast trailers bestaat de enige extra uit nauwelijks interessante promotie-interviews met de regisseur en acteurs. (Paul Caspers)
Lees hier onze uitgebreide bioscooprecensie.
Dear Wendy
(Thomas Vinterberg, 2005 • A-Film)
Wat krijg je als je een scenario van Von Trier laat verfilmen door een andere regisseur? Een mislukt product, zo bewijst Dear Wendy. Von Triers Dogma-collega Thomas Vinterberg (Festen) tekende voor de regie, maar was niet in staat om het script op geloofwaardige wijze te
verfilmen. Dear Wendy is een hybride film geworden. Enerzijds is het een fabel over de slechte invloed die wapens uitoefenen, ook al worden ze met de beste intenties gedragen. Anderzijds is het een kostuumdrama waarin clichés uit bekende genres als de western gekopieerd worden. Vorm en inhoud zijn niet op elkaar afgestemd, waardoor het geheel niet werkt. Om beter tot z’n recht te komen had het script van Von Trier veel abstracter uitgewerkt moeten worden. Het script gaat uit van een gedachte-experiment: wat gebeurt er als een overtuigd pacifist wapens gaat dragen met als doel ze juist niet te gebruiken om zo de nodige zelfrespect te verkrijgen? De uitkomst laat zich raden: dat gaat faliekant fout. En zo gebeurt het ook, met als resultaat een dodelijke schietpartij.Een dergelijk gedachte-experiment leent zich niet voor de ‘over the top’ aanpak van Vinterberg, het levert een ietwat slap verhaal op met weinig beklijvende inzichten erin. Op zichzelf is de wapenproblematiek niet oninteressant, maar de clichéverhalen die er over de ronde doen zullen eerst radicaal uitgezuiverd moeten worden wil er een overtuigende film kunnen ontstaan. Het script van Von Trier biedt wel enkele aanknopingspunten voor deze uitzuivering, maar het blijft gissen of het er genoeg zouden zijn geweest voor een betere verfilming dan die van Vinterberg. De distributeur heeft er bij deze prijzige dvd helaas voor gekozen vrijwel al het uitvoerige (en grotendeels Engelstalige) extra materiaal dat de Deense versie siert, achterwerge te laten, zoals een audiocommentaar van de regisseur en zijn cameraman. (Martijn Boven)
Lees hier onze uitgebreide bioscooprecensie.
The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy
(Garth Jennings, 2005 • Buena Vista)
Hobnobs and tea, daar draaide het allemaal om tijdens de opnames van de sci-fi comedy The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy, verfilming van het wereldberoemde boek van schrijver Douglas Adams. Tijdens het audiocommentaar met regisseur Garth Jennings,
producent Nick Goldsmith en acteurs Martin Freeman (Arthur Dent) en Bill Nighy (Slartibartfast) blijkt dat de makers achter de schermen net zo Brits zijn als ervoor. Op de dvd halen ze herinneringen op, zoals het vermogen van Mos Def – Ford Prefect in de film – om overal in slaap te vallen. Ook was de Amerikaanse rapper blijkbaar dol op een bepaald soort koekje genaamd Hobnobs, die hij zelfs onder de neus van Jennings vandaan jatte. Degenen die op zoek zijn naar een iets serieuzer commentaar kunnen terecht bij producent Robbie Stamp en Sean Solle, collega van de inmiddels overleden Adams. Buiten deze commentaren, een making of en wat verwijderde scènes doen de extra’s helaas geen recht aan The Hitchhiker’s Guide – zonder twijfel een van de leukste en stijlvolste films van 2005. Wel origineel is de ‘improbability drive’: selecteer deze optie en de dvd kiest een willekeurige extra. (Jenny Hoogeboom)Lees hier onze uitgebreide bioscooprecensie.