‘Het leven is ons vreemd en vertrouwd tegelijk’
Literatuur is op de een of andere manier altijd wel aanwezig geweest in het werk van de Belgische acteur Tom Van Bauwel (40). Zo stak hij als jonge twintiger een gedurfde voorstelling rond een aantal gedichten van Paul Van Ostaijen in elkaar. Voor de monoloog De Schipbreukeling werkte hij dan weer samen met de Nederlandse schrijver Benno Barnard. Hoewel zijn rollen in de film Ad Fundum en de serie Windkracht 10 nog altijd voor herkenning zorgen, oogst Van Bauwel vooral in de theaterwereld steeds meer erkenning. Opvallend is dat hij in zijn werk meer en meer op zoek gaat naar een smaakvolle synthese van (voor)lezen, schrijven en acteren.
Anton Tsjechov |
Op de Antwerpse Boekenbeurs werd Tom Van Bauwel door uitgeverij Van Halewijck gevraagd om enkele korte verhalen van de negentiende-eeuwse Russische auteur Anton Tsjechov voor te lezen. “Hoewel zijn verhalen op het eerste gezicht soms wat verouderd aandoen, blijken ze bij een tweede lezing toch echt pareltjes van vertelkunst te zijn, vaak ontroerend en grappig tegelijk. Bovendien haalt Tsjechov het cliché dat zegt dat Russen allemaal zwaarmoedige mensen zouden zijn, onderuit.” Om de welbekende drukte van het Bouwcentrum [waar de Boekenbeurs plaatsvindt – J.V.] te ontlopen, spreken we enkele dagen later af in Borgerhout. “Ik heb een beetje een dubbel gevoel bij de Boekenbeurs. Als het niet hoeft, begeef ik me liever niet tussen die menigte. Aan de andere kant trekt de beurs natuurlijk mensen aan die anders nooit in een boekhandel komen. Als ze op die manier toch in contact kunnen komen met literatuur, dan is dat uiteraard alleen maar goed.”
Verwarde levensstijl
“Een definitie geven van Literatuur is niet gemakkelijk. Ik denk vaak aan wat Harold Pinter zei: ‘we read to know we’re not alone‘. Maar het gaat natuurlijk niet alleen om het bestrijden van de eenzaamheid. De laatste tijd lees ik nog veel meer dan vroeger, en literatuur gaat me dan ook steeds meer inspireren, in de eerste plaats als acteur en regisseur, maar zeker ook gewoon in het leven. We lezen natuurlijk ook om onszelf te herkennen. Zo kan ik mezelf nu gedeeltelijk wel terugvinden in het werk van Jeroen Brouwers. Ik meen dat ik, net als hij, op een soort verwarde manier in het leven sta: het gevoel dat het leven ons enerzijds heel vertrouwd is, maar anderzijds dan vaak ook weer heel vreemd.” De liefde voor de letteren trof Van Bauwel dan ook heel vroeg: “Nu herlees ik De donkere kamer van Damokles van Willem Frederik Hermans, een boek dat ik voor het eerst las toen ik op de middelbare school zat. Door een boek later voor een tweede keer te lezen ontdek je toch dat je als scholier op een heel andere wijze leest. Terwijl je nu meer op zoek gaat naar de diepere lagen, liet je je vroeger eerder meeslepen door de spanning.”
Andere klank
Dat literatuur een steeds prominentere rol speelt in Van Bauwels werk, blijkt ook uit het feit dat hij steeds meer gevraagd wordt om teksten voor te dragen. Hij leest geanimeerd en zichtbaar geamuseerd voor. “Zo’n levendige lezing vergt veel concentratie en voorbereiding. Vooraf sterf ik dan ook meestal van de zenuwen. Die stress heb ik nodig om me volledig te focussen. Zo vermijd ik dat ik door de mand val door een zin verkeerd te interpreteren.” Hij is al jaren een vaste genodigde op het “festival van het woord” Zuiderzinnen, en verzorgt ook regelmatig literaire avonden in het “wereldculturen-centrum” Zuiderpershuis. Daar kreeg hij vorig jaar de kans om de door hem zo bewonderde Hongaarse auteur György Konrád te ontmoeten.Maar ook de toneelstukken waarin Tom Van Bauwel acteert of die hij regisseert, zijn niet zelden geïnspireerd door het oeuvre van grote schrijvers: hij speelde onlangs mee in de oogstrelende en bejubelde bewerking van Marcel Proust’s romancyclus Á la recherche du temps perdu, een voorstelling van toekomstig artistiek leider van het Toneelhuis Guy Cassiers. Afgelopen zomer acteerde hij dan weer in Tasso, een Nederlandse productie naar Goethe’s gelijknamige meesterwerk. “Ik denk dat het een beetje een beweging is binnen het theater: misschien wordt deze periode later wel geboekstaafd als de periode waarin de toneelmakers heel veel inspiratie zochten in romans. Sommige mensen in het wereldje hebben daar wat last mee. Ze vinden dan dat een boek geschreven is om te lezen en dat de auteur anders wel voor het theater had geschreven. Ik vind die redenering een beetje belachelijk: boek en voorstelling kunnen perfect complementair zijn. In romans vind je soms een heel andere klank en taal, en het lijkt er ook op dat het toneelpubliek daar meer dan vroeger op ingesteld is.”
Mouwtjetrek
Vriend en collega-acteur Axel Daeseleire gaf recentelijk zijn eerste dichtbundel Nachtdier uit. Aan Tom vroeg hij om hiervoor het nawoord te schrijven. Dit doet natuurlijk de vraag rijzen of ook hij zich weleens aan een gedicht waagt. “Ik schrijf niet echt veel, maar bij momenten dan toch weer wel. Toch is dat voorlopig nog absoluut niet voor publicatie vatbaar. Kwantitatief gezien heb ik simpelweg nog niet genoeg; daarenboven heb ik voor mijn gevoel nog niet voldoende kwaliteit om er echt mee naar buiten te komen. Misschien komt dat ooit wel, maar op dit moment ben ik gewoon niet klaar om die toch wel erg moeilijke stap te zetten.” Sinds Daeseleire’s outing is er echter wel een klein aantal mensen dat aan Toms mouw begint te trekken. “Ik ervaar dat eerder als lastig, omdat zoiets zeker niet onder druk mag gebeuren. Maar ik ben al wel zo ver dat ik af en toe eens iets durf door te faxen, met het vriendelijke verzoek het na het lezen te vernietigen.” (lacht)Gevecht met Brouwers
Toen Jeroen Brouwers in mei van dit jaar zijn vijfenzestigste verjaardag vierde, viel Tom van Bauwel de eer te beurt om op het feest een tekst voor te dragen. Hij loopt al langer rond met het idee iets te doen rond het werk van de grote Nederlandse schrijver. “Ik heb ook contact met Johan Vandenbroucke, literatuurrecensent van De Morgen, die een prachtig portret van Jeroen Brouwers schreef en dicht bij de auteur staat. In die zin zou Vandenbroucke natuurlijk de gedroomde dramaturg voor het project zijn. Het liefst zou ik eerst een soort try-out doen, om bij een select publiek te zien of het wel aanslaat. Concreet zou ik graag iets doen rond de brieven van Brouwers, die overigens in een nieuwe uitgave zijn verschenen. Ik zou van daaruit een lijn willen trekken naar zijn bekende roman De Zondvloed. Wanneer hij in zijn brieven spreekt over dat boek, komt het gevoel dat schrijven een voortdurende worsteling is steeds naar boven: ‘ik kom er maar niet toe om dat grote boek af te krijgen’. Dat gevecht, dat radarwerk zou ik dolgraag in een toneelvoorstelling blootleggen.”