Petitie voor het ijzersterke manifest
Tekende The Arcade Fire dit jaar nog een manifest voor de nieuwe vaagheid, nu komen hun stadgenoten en muzikale zielsverwanten van Wolf Parade al met een petitie om dat manifest enigszins aan te passen. En die petitie draagt de naam Apologies to the Queen Mary, een twaalf songs sterke bijdrage aan de huidige opmars van muziek uit Montréal. Met medewerking van Modest Mouse-voorman Brock en goeddunken van SubPop staat de band klaar om zijn vleugels uit te slaan.
Rafels
Maar wie de plaat luistert zal misschien schrikken, want de scherpe randjes die soms om de nummers van The Arcade Fire zijn weggehaald, rafelen de songs van Wolf Parade. Hoewel de nummers qua melodische kracht met die van The Arcade Fire kunnen concurreren, maken de aangehaalde randjes de plaat van Wolf Parade wat spannender: meer indiepop en een heel klein beetje minder theatraal. De stemmen van zangers Dan Boeckner en Spencer Krug wisselen elkaar af en vullen elkaar aan. Samen zingen ze over de meest vage gebeurtenissen die voorkomen in hun dromen, knotsgekke gedachtenspinsels rondom nog krankzinniger thema’s. En dat alles gegoten in een hele fijne vorm van hoekige, met gitaar en orgel gevulde indie waarbij vreemde twists, overgangen en rare geluiden in een hoog tempo voorbij komen en waarbij invloeden als Bowie, Built to Spill en Pixies te horen zijn.
Uitstraling
Het schitterende Modern World, dat overigens heel ingenieus ontstaat vanuit de voorloper You Are a Runner and I am my Father’s Son, heeft een kracht en een uitstraling van grote klasse, maar gek genoeg kunnen nummers als Fancy Claps, We Built Another World of Shine a Light daar gemakkelijk aan tippen. Het maakt elke song van Apologies to the Queen Mary tot een klein hoogtepunt en de plaat als geheel tot een meesterwerkje. Of Wolf Parade kan worden toegevoegd aan het hoofdstuk ‘onzinnige hypes van 2005’ is bij het horen van hun debuut een misplaatste vraag. Daarvoor is het Canadese viertal te tijdloos, te duchtig en te geweldig. Wolf Parade kleurt.