Utrecht Manifest
Of ik een los papiertje bij me heb, vraagt de dame achter de balie in de Pastoe meubelfabriek. Als eerste heb ik een visitekaartje bij de hand, maar het had net zo goed een boodschappenlijstje of treinkaartje kunnen zijn. Met een tang wordt mijn visitekaartje ‘geknipt’ en staat het logo van Utrecht Manifest in het papier geprent. Dit slimme en milieuvriendelijke idee voor het entreeticket zet de toon voor Utrecht Manifest, de biënnale voor vormgeving en maatschappij. Vol verwachting wandel ik de voormalige fabriekshal binnen waar de tentoonstellingen Now & Again, Choice, en een overzicht van het werk van Maarten van Severen te zien zijn.
Tijdens het weekend van 22/23 oktober heeft Eindhoven, waar enkele weken geleden de Dutch Design Week werd georganiseerd, het stokje van de ‘vormgevingsestafette’ doorgegeven aan Utrecht. Tien dagen lang staat vormgeving centraal in de Domstad. Initiatiefnemers zijn het Centraal Museum en meubelfabriek Pastoe. Op deze locaties vinden de exposities plaats. Utrecht Manifest onderscheidt zich van andere designmanifestaties door een bedachtzame, reflectieve benadering. Een uitgebreid programma lezingen en symposia is georganiseerd ter verdieping. Vraagstukken die tijdens Utrecht Manifest aan bod komen, zijn onder meer: Wat kan vormgeving in de meest brede zin van het woord in onze huidige samenleving betekenen? En: Is het modernisme nog steeds dé grote inspiratiebron voor vormgevers?
Kale peertjes
Met een retrospectieve tentoonstelling wordt de Gentse meubelontwerper en interieurarchitect Maarten van Severen (1957-2005) geëerd. Onder het schijnsel van kale peertjes – naar ontwerp van Van Severen – worden tal van meubels, lampen, bestekonderdelen, prototypes, ontwerpschetsen en maquettes van gebouwen en interieurs, foto’s van zijn hand, en een kort filmisch portret getoond. De meubels van Van Severen worden geroemd om de minimalistische vormgeving en het ‘zen-gehalte’. De ontwerpen weerspiegelen Van Severens opvoeding in de jaren zestig en zeventig te midden van de conceptuele en minimalistische kunst. Net als bij de Utrechtse meubelmaker en architect Gerrit Rietveld (1888-1964) is het werk van Maarten van Severen een zoektocht naar de essentie. Rietveld bracht met zijn rood-blauwe leunstoel, opgebouwd uit vijftien latjes en twee planken, de pluche fauteuil terug tot de basis. Echt comfortabel zat de rood-blauwe stoel niet, maar zitten was dan ook een werkwoord, aldus Rietveld. Ook Rietveld ontwierp in het Rietveld-Schröderhuis (1924) al lampen van kale peertjes. In de meubels van Van Severen gaan eenvoud en comfort meer hand in hand, zoals bijvoorbeeld in de chaises longues (lounge chair, 1994-1996) of de lage stoelen geplooid uit één plaat aluminium of kunststof. Jammer dat je ze niet mag uitproberen!Van Severen heeft regelmatig samengewerkt met architect Rem Koolhaas en diens bureau OMA, onder meer aan de stadsbibliotheek van Seattle, die 36 kilometer boeken omvat. De laatste en tevens grootste opdracht van Van Severen in Nederland was het ontwerpen van de entree, informatie- en ticketbalies, bibliotheek, boekwinkel, educatieve ruimte, auditorium en restaurant van het nieuwe Van Abbe Museum in Eindhoven. Functionalistische ontwerpen die het museum kleur geven.
Now & Again
De ontwerpen van Van Severen oogsten nog steeds lof. Het is dan ook nog niet lang geleden dat Nederland in de ban was van de ontwerpen van Gispen, Pastoe en andere modernistische vormgeving. Maar in de woonbladen lijkt juist geschiedenis de laatste trend te zijn. In de tentoonstelling Now & Again wordt onderzocht hoe modernisme en historisme zich tot elkaar verhouden. Voor Jurgen Bey is ontwerpen gelijk aan her-zien, zo blijkt uit zijn Kokon Family Chair (1999). Niets hoeft nieuw te worden gemaakt, want als je goed om je heen kijkt, is het er al. Bey bekleedde historisch meubilair met pvc, en verzilverde bloemetjesservies uit grootmoeders tijd (Broken Family, 1999).
Heatwave van Joris Laarman |
Ontwerper Joris Laarman viel enkele jaren geleden – en nog steeds – op met zijn krullerige betonnen Heatwave, omdat deze zo schaamteloos verwijst naar het verleden; naar de gedecoreerde gietijzeren radiatoren van de 19e eeuw om precies te zijn. In zijn radiator vallen ornament en functie perfect samen. Hij geeft hiermee een nieuwe betekenis aan het begrip functionaliteit.
Extreme make-over
Het werk van de Utrechtse meubelmaker en architect Gerrit Rietveld mag op Utrecht Manifest niet ontbreken. Zo is er een tour uitgezet langs gebouwen van Rietveld in de provincie Utrecht. Het meest bekend is het Rietveld-Schröderhuis, dat Rietveld in opdracht van – en in samenwerking met Truus Schröder ontwierp. In het Centraal museum kun je Rietvelds bekendste huis bezichtigen met behulp van een digitale rondleiding. Je kunt kiezen uit verschillende gidsen: onder meer conservator Ida van Zijl, restauratie-architect Bertus Mulder, een buurtbewoner, architect Ben van Berkel of ontwerper Jurgen Bey. Ze laten je delen in hun persoonlijke herinneringen en in fraai historisch beeldmateriaal. Deze tour is vanaf half november ook te volgen via de website van het Rietveld-Schröderhuis. De virtuele tour haalt het natuurlijk niet bij het daadwerkelijk ervaren van licht, ruimte en flexibiliteit, maar de nieuwe website biedt een leuke kennismaking met het beroemde pand.
Fotografie: TV |
Behalve dit ‘online’ Schröderhuis is er ook aandacht voor een ander project van Rietveld. Eind jaren vijftig ontwierp hij sociale woningbouw in de Utrechtse wijk Hoograven. Voor die tijd waren deze eengezinswoningen ongetwijfeld goed doordacht en voorzien van een flexibele plattegrond. Anno 2005 doen de woningen echter nogal gedateerd aan. De woningen worden momenteel gerenoveerd “met respect voor het modernistische gedachtengoed”. Tijdens de renovatie grijpt Utrecht Manifest de kans om een woning aan de Robijnlaan 10 (1957-1960) aan een ‘extreme make-over’ te onderwerpen. De metamorfose is verzorgd door styliste Marjo Kranendonk en zou aansluiten op de huidige interesse voor historische stijlen als barok, biedermeijer, rococo, romantiek en ook voor de kleur zwart. Het resultaat is een huis, zó verschrikkelijk zwart, dat het op geen enkele manier meer verwijst naar het modernisme of naar vormgevingstradities, maar dat vooral doet denken aan een spookhuis op de kermis of een filmdecor voor de Adams Family. Gelukkig is in het Centraal Museum de combinatie van Rietveld-meubels uit de vaste collectie en de stoelen van de Braziliaanse ontwerpers Humberto en Fernando Campana een geslaagder experiment.
Een tweede jeugd voor De Uithof
In de wonderschone Agnietenkapel van het Centraal Museum is een presentatie ingericht over universiteitscampus De Uithof. In de jaren negentig prees ik mezelf als student letteren – samen met de rechtenstudenten – zeer gelukkig. Ik had college in prachtige monumentale panden in de binnenstad en kon daarna rechtstreeks het naburige café induiken. Alleen voor een hertentamen of een formaliteit bij het bestuursgebouw verzamelde ik al mijn moed en begaf ik me op de fiets richting De Uithof: een grauwe buitenwijk in de Hollandse Waterliniepolder vol betonnen sick buildings van de Universiteit Utrecht uit de jaren zestig.
Eind jaren negentig begon hier tot mijn verrassing verandering in te komen. Gebouwen vol licht, ruimte en verbeeldingskracht verrezen aan de Heidelberglaan. Ineens leek de zon hier vaker te schijnen, en ook het omringende polderlandschap en de hortus botanicus straalden meer schoonheid uit. Er opende zelfs een kroegje. Onder Aryan Sikkema, bouwmeester van de Universiteit Utrecht van 1984-2005, onderging De Uithof een geweldige metamorfose. Samen met ondermeer OMA, Rem Koolhaas, Neutelings – Riedijk, Erick Egeraat, Mecanoo en Wiel Arets is Sikkema erin geslaagd om op De Uithof ratio en poëzie te verenigen.
Voor Utrecht Manifest stelde Sikkema onder de titel Waanwijsheid van de geplande stad een speciale krant en een gelijknamige tentoonstelling samen waarin hij voorbeelden toont en zijn inspiratiebronnen bespreekt, waaronder Gerrit Rietveld, Aldo van Eyck en Rem Koolhaas. Over Rietveld zei Sikkema: “Naar mijn mening is Rietveld de meest ontroerende Nederlandse architect van de twintigste eeuw. Zijn oprechte zoektocht naar een nog onbekende, nieuwe, betere wereld en de overtuiging dat die ook werkelijk te vinden zou zijn, heeft geleid tot een aantal aangrijpende gebouwen.” Op de expositie laten foto’s en video’s van de ’tweede jeugd’ van De Uithof zien hoe vormgeving het leven kan verrijken.
Op naar 2007
De eerste editie van Utrecht Manifest lijkt erin geslaagd om de maatschappelijke rol die vormgeving kan spelen zichtbaar te maken en te stimuleren. We kijken uit naar de editie van 2007.