Globalisering in de mode en lokale trendgevoeligheid
.
Het uitgangspunt van de tentoonstelling Global Fashion / Local Tradition is globalisering in de mode. Een van de gevolgen daarvan is dat internationale modeontwerpers niet meer per se naar Parijs hoeven om hun collectie aan te bieden. De elektronische weg biedt uitkomst. Ook de fashionshow – bijna elke grote stad heeft er tegenwoordig wel een – is een vorm van ‘globalisering’ van de mode.
Lokale identiteit
Manish Arora 2005. |
Ondanks het gegeven dat alle werelddelen met elkaar in contact staan en er veel uitwisseling is, betekent dit geen uniformiteit in de mode, zo probeert het andere deel van titel uit te leggen. Veel ontwerpers blijken zich juist bezig te houden met eigen culturele tradities en benadrukken hun culturele achtergrond.
Één van de mooiste zalen van de tentoonstelling gaat over ontwerpers die juist hun culterele achtergrond gebruiken in hun design. De zaal is donker en er hangen verschillende dunne, donkere doeken waartegen de kleding is opgehangen. Op grote, witte ballen staan de namen van internationale buitenlandse ontwerpers. Zo zijn er ontwerpen te zien van Comme des Garcons – tegenwoordig niet meer weg te denken uit de modewereld – en Hussein Chalayan – dit jaar geëerd met een overzichtstentoonstelling in het Groninger Museum. Ook opvallend in deze zaal zijn de jurken van Sophia Kokosalaki, een Griekse ontwerper. In de rimpelingen in de jurk zijn kleine golfjes van de zee en draperieën zoals die van klassieke Griekse toga’s te herkennen.
Klonen en mode
Een ruimte die misschien ietwat uit de toon valt, is die gewijd aan het project The Red Dress: Too much of the same van kunstenaarsduo Elma van Imhoff en Saskia van Santen Kolff. De twee kunstenaars hebben een patroon gemaakt van een cocktailjurk uit 1954, volgens hen ‘de moeder aller jurken’ en het naar bevriende kunstenaars, vrienden, familie et cetera gestuurd met de vraag of ze van dit patroon een rode jurk wilden maken. In de rode ruimte hangen verschillende variaties op de Red Dress. Een leuk project met interessante uitkomsten, maar de aansluiting op de rest van de tentoonstelling is matig.
Te veel, te verschillend?
John Galliano, a/w 2004/2005. Foto: Patrice Stable. |
De expositie wordt gekenmerkt door diversiteit. Naast de jurken die rechtstreeks van de catwalk lijken te komen, wordt ook het werk Terugkeer (1992-1995, 1997) van Roy Villevoye getoond. Dat bestaat onder meer uit ‘kapotte’ t-shirts. Terugkeer geeft een interessante kijk op mode en toont tevens hoe Papoea’s in Indonesië hun t-shirts bewerken. Het vormt een groot contrast met de andere werken, ook omdat Villevoye vanuit een bijna antropologisch gezichtspunt over zijn reizen vertelt.
De verschillende uitgangspunten zouden de tentoonstelling rommelig kunnen maken. In de kleine expositie worden zes verschillende invalshoeken kort belicht, waardoor de toeschouwer van het ene in het andere gezichtspunt ‘valt’, of bepaalde tentoongestelde ontwerpen niet helemaal kan plaatsen. Aan de andere kant is het thema erg actueel en zijn de ontwerpen op een interessante manier belicht. Het leukste blijft toch het dwalen tussen die mooie stoffen en ontwerpen.