Een tragedie van mythische proporties
Zelden heeft een mens zoveel indruk gemaakt op zijn tijdgenoten als Napoleon Bonaparte (1769-1821). Dit miezerig kleine mannetje nam heel Europa op zijn schouders en bleef vervolgens verassend lang overeind staan. Hij won veldslag na veldslag, niet alleen doordat hij een begaafd strateeg was, maar vooral doordat hij zijn troepen tot ongekende kracht en heldendom wist te inspireren.
Overal waar Napoleon kwam fleurden de soldaten op en werd de hoop als nooit tevoren voelbaar. Ook na de mensonterende veldtocht van 1812 en de verpletterende nederlaag te Waterloo bleven veel van zijn soldaten hem als een held aanbidden. En zelfs na zijn dood gingen er nog steeds geruchten rond dat hij opnieuw een leger op de been had gebracht en naar Parijs optrok.
Mythevorming
Reeds in zijn eigen tijd hadden de zich steeds sneller verspreidende mythes over Napoleon hem al ver boven zichzelf uitgetild. In heel Europa werd hij beschouwd als de verpersoonlijking van een nieuwe, revolutionaire wereldorde. Niet voor niets noemde Hegel hem “de wereldgeest te paard”. Voor de een was hij de antichrist, terwijl de ander hem als een beloofde Messias beschouwde. De vergelijkingen met mythische figuren – ten goede of ten kwade – waren niet van de lucht. Napoleons tragische val en zijn strategische misvattingen ontkrachtten deze mythevorming niet, maar versterkten deze alleen maar. Zoals Zamoyski in 1812: Napoleons fatale veldtocht naar Moskou schrijft: “Hoe tragischer de handeling, hoe vreselijker de beproevingen waaraan hij wordt onderworpen, des te groter lijkt de held.”De Brits-Amerikaanse historicus Adam Zamoyski heeft met 1812 een fenomenaal boek geschreven. Hij beschrijft een van de meest groteske en afschuwelijke veldtochten uit de geschiedenis, die het einde van het Napoleontische tijdperk inluidde. Het was een krankzinnige en onvoorstelbare veldtocht. Wie had bijvoorbeeld ooit kunnen denken dat de Russen Moskou verlaten en uitgebrand zouden achterlaten? Wie had kunnen voorspellen dat een groot deel van Napoleons leger door honger, dorst en andere ontberingen om zou komen, soms zonder zelfs maar een gevecht geleverd te hebben?
Incompetentie
Zowel aan de Franse als aan de Russische kant waren incompetentie, onzorgvuldigheid, luiheid en onwetendheid schering en inslag. Zamoyski laat mooi zien hoe beide legers vanaf de eerste veldslag als een ongeleid projectiel door het Russische landschap razen. Noch Napoleon en zijn staf noch Tsaar Alexander en zijn hovelingen wisten volgens Zamoyski wat ze moesten doen. Napoleons spreekwoordelijke daadkracht maakte plaats voor besluiteloosheid, aangezien hij alle opties open wilde houden en niet goed wist wat hij van zijn vijand kon verwachten. Tsaar Alexander, die zelf allerminst een begenadigd veldheer was, werd omringd door bekvechtende kemphanen die allemaal hun eigen ideeën en plannen hadden. Uiteindelijk blijkt geen van beide legers een duidelijk strategisch plan voor ogen te hebben en is er in feite slechts sprake van actie/reactie.Eigen dynamiek
Zamoyski onthoudt zich veelal van een eenduidige interpretatie, maar laat juist de complexiteit van het geheel zien. In zijn beschrijving wordt de chaos en onoverzichtelijkheid van de oorlog maar al te goed duidelijk. Terwijl de ene soldaat zich verlustigt aan een rijkelijk maal, sterft een paar kilometer verderop een ander van de honger. Terwijl ergens een talrijk leger in paniek vlucht voor een paar kozakken, weet ergens anders een uitgedunde divisie een numeriek veel sterkere vijand tot staan te brengen. Alles hangt af van het moment en de daadkracht die dan betoond wordt. Dat oorlogen als deze niet alleen gewonnen worden door tactische manoeuvres, fantastische plannen en listige troepenbeweging, weet Zamoyski op onnavolgbare manier te illustreren. Elke veldslag heeft zijn geheel eigen dynamiek die zich niet laat voorspellen en ook niet van bovenaf bestuurd kan worden.Verschrikkingen
Op onvergelijkbare wijze worden de verschrikkingen van de veldtocht en de daarmee gepaard gaande ontmenselijking van de soldaten opgeroepen. Op weg naar Moskou en vooral op de terugweg naar huis, worden de soldaten met gruwelijke ontberingen geconfronteerd. Zamoyski beschrijft hoe de soldaten stukken vlees van levende paarden afscheuren om hun honger te stillen. Hij citeert een brief waarin beschreven wordt hoe een soldaat drie achtergelaten baby’s smoort, aangezien ze hem uit zijn slaap houden met hun gejengel. Hij vertelt hoe uitgedroogde mannen en vrouwen de urine van passerende paarden drinken, hoe sommigen tot kannibalisme vervallen en hoe een enkeling zelfs zijn eigen ledematen opvreet. Bij Zamoyski’s ingetogen, en juist daardoor indrukwekkende schildering van al deze verschrikkingen, verbleekt zelfs Oorlog en vrede.
Ooggetuigen
Hoewel er al duizenden boeken zijn geschreven over Napoleons fatale veldtocht, brengt Zamoyski voor het eerst zoveel uiteenlopende bronnen bij elkaar. Hij baseerde zich vooral op de vele ooggetuigenverslagen in allerlei talen en op de geschriften van betrokkenen, zoals artikelen van de Russische generaal Lev Bennigsen en publicaties van de Franse soldaat Henri Beyle, beter bekend als Stendhal. Zoals een goed historicus betaamt, brengt Zamoyski zowel het Franse als het Russische perspectief naar voren. Hierdoor weet hij een complex en gelaagd beeld te schetsen van een van de meest tragische veldtochten die ooit is ondernomen.
Elan
1812: Napoleons fatale veldtocht naar Moskou is allerminst op een droge, wetenschappelijke manier geschreven. Zamoyski heeft deze tragedie daarentegen met veel elan en grote verbeeldingskracht opgetekend. Hij schrijft dan ook: “Mijn belangrijkste doel bij het schrijven van dit boek was het vertellen van een bijzonder verhaal, waar iedereen van gehoord heeft maar zeer weinigen het fijne van weten.” En inderdaad: zijn boek is niet zomaar een historische studie, het is een meeslepend geschreven verhaal van epische proporties, zonder daarbij aan historische betrouwbaarheid in te boeten.