Film / Achtergrond
special: Enge films

Slapen met het lampje aan

Ik snap het niet. Ik heb het nooit gesnapt en ik zal het waarschijnlijk ook nooit snappen. Maar waarom, en ik herhaal: waarom?, zou iemand ooit vrijwillig uit een vliegtuig springen, met als enige kans op overleving een op de rug gebonden lap stof en een helm die moet zorgen voor een vals gevoel van veiligheid? Zoals Jerry Seinfeld ooit terecht opmerkte: mocht er iets mis gaan, dan draagt die helm eerder jou als bescherming dan andersom.

~

Parachutespringen – en andere activiteiten waarbij het leven doelbewust op het spel wordt gezet – wijst daarentegen wel op de vreemde obsessie die de mens al eeuwenlang bij zich draagt: de zoektocht naar spanning en sensatie, maar vooral naar angst. En omdat ik voor al die levensgevaarlijke bezigheden veel te schijterig ben, hou ik het iets dichter bij huis: de enge film.

Van jongs af aan kan ik geen genoeg krijgen van enge films. Hoe banger ik ervan werd, hoe beter. Op mijn tiende keek ik It (1990) en controleerde ik vervolgens dagenlang angstvallig alle op mijn pad gelegen putten om te kijken of er geen verdachte clown naar buiten zat te loeren. Niet veel later zag ik Child’s Play (1988), waarna ik opeens heel anders keek naar mijn trouwe pop, toevallig Kukkie genaamd… Maar in plaats van deze angsten te vermijden, ging ik er juist steeds meer naar op zoek: je weet dat het nep is, dat het allemaal maar een film is, maar toch gaat er niets boven een film die je nachtenlang wakker laat liggen. Wanneer ik nu echter terugkijk naar films als It en Child’s Play, maar ook naar klassiekers als Halloween (1977) en The Exorcist (1973), doet het me helemaal niets. Enkele zijn misschien spannend te noemen, echt eng zijn ze totaal niet meer.

Een spannende film is totaal iets anders dan een enge film. Een spannende film kan je laten meeleven, op het puntje van je stoel laten zitten en je tot de waanzin drijven daadwerkelijk tegen je televisie te gaan praten (“Nee! Kijk nou uit! Achter je! ACHTER JE!”), maar wanneer zo’n film is afgelopen, is hij ook afgelopen. Geen slapeloze nachten, achtervolgingswaanzin of angstaanjagende dromen. Bij een enge film is dit totaal anders: wanneer de credits over het beeld rollen, slaat je hard nog steeds drie keer zo snel en ’s nachts schrik je vijf keer paniekerig wakker om uiteindelijk toch maar je nachtlampje aan te laten.

~

Wat een film eng maakt, hangt af van de combinatie van een aantal punten: beeld, geluid en muziek en de sfeer die daardoor wordt opgeroepen. Om te beginnen zijn het vaak de simpelste beelden die het effectiefst zijn. Denk bijvoorbeeld aan de stoelenpiramide in Poltergeist (1982) of een vergelijkbare keukenscène in The Sixth Sense. Maar ook het moment waarop de ‘creeper’ uit Jeepers Creepers (2001) de auto van de hoofdrolspelers nakijkt nadat hij een bebloed pakket in een buis heeft gedumpt, is op zijn minst eng te noemen. En dat terwijl je eigenlijk niets wezenlijks te zien krijgt. Bij echt enge films gaat het dus vooral om dat wat je niet ziet.

Deze ‘simpele’ beelden komen het best tot hun recht in combinatie met een goede, onheilspellende soundtrack en enge geluidseffecten. Hierbij bestaat uiteraard het gevaar dat de kijker eerder schrikt van de plotselinge en onnodig harde knal/toon/klap/kattengeblaas/hondengeblaf/kraaiengekras dan van de gebeurtenis zelf. Er zijn immers maar weinig ‘schrikfilms’ die naderhand nog steeds eng zijn. Toch kan een soundtrack allesbepalend zijn. Een goed voorbeeld is de soundtrack van Signs (2002) van James Newton Howard. De muziek is zo opzwepend en gewoonweg eng dat ik vanaf de eerste tonen al geheel paranoïde word. De muziek weet de kijker verschrikkelijk op te fokken en staat tegelijkertijd in perfecte harmonie met de beelden van regisseur Shyamalan. Bij alle enge films is het de muziek in combinatie met de beelden die uiteindelijk zorgt voor het meest belangrijke ingrediënt van de enge film: de sfeer.

De sfeer die in enge films wordt opgeroepen door een combinatie van beelden en geluid is wat ons uiteindelijk slapeloze nachten bezorgd. Het is de sfeer die ons na de film maar niet loslaat, die bepaalde beelden in onze hoofden blijft afspelen en die ons doet verwachten dat we elk moment een vorm kunnen ontdekken in een donkere hoek, waarbij spontaan de filmmuziek dreigend begint te spelen. Films die alles laten zien, zijn dan ook zelden eng. De engste films zijn degene die een groot deel aan de verbeelding overlaten. Mijn favoriete enge films voldoen dan ook stuk voor stuk aan deze eisen.

5. The Blair Witch Project (1999)

~

Het perfecte voorbeeld van een film waar je – op een paar stapeltjes stenen na – niets, maar dan ook helemaal niets te zien krijgt. Toch weet The Blair Witch Project met haar documentairestijl een heel aparte sfeer neer te zetten en naarmate het verhaal vordert leef je je als kijker steeds meer in. Niet geschikt voor mensen die alles voorgekauwd willen hebben of erop staan de heks in kwestie ook daadwerkelijk te zien.

4. What Lies Beneath (2000)

~

What Lies Beneath van Robert Zemeckis is een typisch voorbeeld van een film vol schrikmomenten, maar waar toch een zeer enge sfeer wordt gecreëerd. De film gaat over een vrouw die er langzaam van overtuigd raakt dat er een geest in haar huis woont. De talloze schrikmomenten in de film zijn, in tegenstelling tot veel andere films uit dit genre, wel degelijk effectief en werken keer op keer.

3. The Others (2001)

Een betere setting voor een horrorthriller bestaat bijna niet: een oud, griezelig landhuis aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, waar een vrouw woont in het duister omdat haar twee kinderen allergisch zijn voor licht… Nicole Kidman zet een zeer sterke rol neer als enigszins kille moeder en regisseur Alejandro Amenabar zorgt voor de rest. Het verhaal is simpel, de special effects minimaal en de sfeer beklemmend en mysterieus.

2. 28 Days Later (2002)

~

Zombiefilm van Danny Boyle opgenomen met digitale camera’s, waardoor het geheel een schokkerig en realistisch effect krijgt. In 28 Days Later wordt op verschillende momenten gebruik gemaakt van stilte in plaats van muziek of geluid, bijvoorbeeld wanneer een zombie met hoge snelheid komt aanstormen. Zeer angstaanjagend en effectief.

1. Signs (2002)

De enige film die me echt elke keer weer de stuipen op het lijf weet te jagen. Zoals gezegd word ik van de muziek alleen al spontaan paranoïde en dat, gecombineerd met meerdere ‘simpele’ enge beelden (alien op dak, alien die voorbij loopt tijdens verjaardagsfeestje, alien opgesloten in kast), zorgt er standaard voor dat ik onrustig slaap. De sfeer van het geheel laat me gewoon maar niet los. Toch is Signs typisch een film die veel mensen helemaal niet eng vinden. En dat snap ik niet. Want ik slaap vannacht gewoon weer lekker met het nachtlampje aan.