Zoektocht in Amsterdam
Het nieuwe album van Paul Weller, Studio 150, is een bijzonder uitstapje voor een artiest met zo’n naam en faam als de “Modfather”. Het staat namelijk helemaal vol met covers van andere artiesten. Niet dat Weller niet eerder covers heeft opgenomen – op zowel de albums van The Jam als The Style Council als op (de singles van) zijn zes soloplaten die sinds de jaren 90 zijn verschenen werden diverse nummers van anderen opgenomen.
Mike’s Flowers Pops
Het resultaat van Wellers coverlust is echter nogal wisselend. De meeste nummers zijn verdienstelijk tot prettig in het gehoor liggende “dad-rock” omgebouwd (muziek die je vader ook leuk vindt), maar van een aantal songs had Weller af moeten blijven. Vooral de wat bekendere nummers klinken nogal corny en gelikt. Zoals Bob Dylans All Along The Watchtower, vooral bekend van Jimi Hendrix’ ongeëvenaarde versie. Een “soulvol” koortje en kneuterig orgeltje verpesten iets wat misschien nog wel wat had kunnen worden. Nog erger is de cover van Burt Bachararchs Close To You (bekend geworden door The Carpenters). Deze versie lijkt namelijk sprekend op de camp-parodie van het Oasis-nummer Wonderwall door Mike’s Flowers Pops, en is werkelijk tenenkrullend.
Wil de echte Paul Weller opstaan?
Gelukkig is niet alles ellende. Opener If I Could Be Sure en Hercules klinken als de nummers van Stanley Road, het best verkochte album van Weller, met een lekker vuige gitaar. Black Is The Colour, een traditional, is een ballad in de traditie van een nummer als You Do Something To Me, Wellers grootste solohit. The Bottle, de eerste single van het album, is een prima nummer, maar wel een beetje meer funky dan je van Weller gewend bent. Over Studio 150 wordt wel gezegd dat het is gemaakt omdat Weller een writer’s block zou hebben. Of dat zo is is maar de vraag, maar hij lijkt wel zoekende te zijn naar een nieuwe muzikale invalshoek, waarbij hij zo nu en dan flink de weg kwijt lijkt te zijn.
Jools Holland
De hele cd wordt wat overstemd door een overschot aan strijkers en blazers, waardoor het bij alle nummers lijkt of ze tijdens een opname van Jools Holland zijn opgenomen. Dat wordt nog versterkt doordat de koortjes vaak zijn gedaan door Carleen Anderson en Sam Brown, twee van de zangeressen waar Holland vaak mee werkt. Het oudere publiek van de BBC-huismuzikant zal deze cd van Weller zeker wel aan kunnen spreken, maar de echte fan zal toch de rauwere, gitaargerichte grootvader van de Britpop missen.