Déjà vu?
.
Bij binnenkomst in de enorme fabriekshal van de De Pont wordt je blik gelijk op scherp gezet: er lijkt een explosie stil te staan in de tijd, een explosie die slechts wordt tegengehouden door een enorme vierkante glazen kubus. Tegen de kubus zijn witte plasticine klodders geknald. Het geheel heeft een licht verontrustende werking. Even verderop zien we iets wat in eerste instantie lijkt op een stel transparante ballonnen die van het plafond af naar beneden hangen. Wanneer we dichterbij komen, blijken de ballonnen niet van rubber gemaakt te zijn maar van glas.
Gelaagdheid
Met dit soort materiële en beeldende ontdekkingen is het werk van Michel Francois doordrenkt. Hierbij maakt hij zeer verfijnd gebruik van materialen en technieken die het werk versterken of de kijker er juist op attenderen hoe bijzonder het alledaagse eigenlijk wel niet is. Hij lijkt constant te spelen met de betekenissen van beelden. Zoals ook in het eerste ‘wolhok’ (de Pont was vroeger een textielfabriek), waarin een foto van een octopus (foto) over de gehele muur is geprint met inktjet techniek die vervolgens weer overspat is door inktvlekken en strepen.Dit soort dubbelheid, of zoals in dit geval driedubbelheid zien we ook terug in veel van zijn gespiegelde foto’s en video’s. Meestal betreft dit foto’s van boomstructuren zoals bladeren of stukken bast, maar in z’n video déjà vu (foto) doet hij iets soortgelijks met een prop aluminiumfolie. Hij tovert de prop aluminiumfolie om tot de meest fantastische vormen, met een gemak alsof hij niet anders kan.
Participatie gewenst
Hij lijkt te spelen en te ontdekken als een kind en je krijgt haast de neiging om zelf ook te gaan ‘ontdekken’. Bij sommige werken kan je ook daadwerkelijk participeren; zoals bij het werk Mur métal aimant (foto), waar het publiek de mogelijkheid heeft om mee te werken aan een continue transformatie door het verschuiven van buigbare magneetstrips op metalen platen.Omdat er geen bordje hangt met de mededeling dat participatie is vereist, vraag ik mij af of het deelnamepeil erg hoog is. Aangezien de meeste dingen in musea toch enigszins heilig zijn verklaard, zijn bezoekers vaak erg huiverig om iets aan te raken. Ikzelf deed het ‘stiekem’ om er later alsnog achter te komen dat het toch wel echt de bedoeling was.
Bij het andere participatiewerk stones was wel aangegeven dat je mee mocht doen. Aan het eind van je bezoek mocht je een poster met daarop 2 foto’s van verschillende rotsblokken mee naar huis nemen. De tijdelijkheid van de expositie wordt uitgedrukt doordat de stapel van 5000 posters slinkt gedurende de expositie. De achterliggende gedachte achter de foto’s van de rotsblokken is dat iedereen er weer iets anders in kan ‘zien’. Voordat ik de expositie bezocht, leek het mij inderdaad een geweldig idee, maar nadat ik een paar weekjes thuis naar de posters heb lopen staren, vallen ze me toch behoorlijk tegen. De manier waarop de foto’s zijn genomen valt niks te verwijten, al zijn ze heel erg droog en sec. Zoals een wetenschapper dat zou doen voor een natuurcatalogus. Maar de rotsen die Michel Francois heeft uitgekozen, zijn behoorlijk saai en spreken niet heel erg tot de verbeelding, terwijl dat toch de bedoeling was.
Met gemengd succes
Sommige werken lijken niet heel erg uit de verf te komen, zo staat er in een van de wolhokken een enorme vetplant, terwijl in een uitgehakte nis een nepvlam van stof en licht (zo een die je in een gadgetshop koopt) de schijn moet wekken de hele expositie in vlammen te doen zetten. Hierdoor merk je dat wat Francois probeert te doen (namelijk op een subtiele manier onze blik op scherp stellen) soms ook wel eens mislukt. Maar dit wordt helemaal gecompenseerd door fantastische werken als déjà vu of Francois’ andere video Autoportait contrenature waarin we van bovenaf zien hoe (vermoedelijk) Francois zelf nonchalant een sjekkie rookt terwijl hij wordt gebombardeerd door wijnflessen.
Deze expo is een absolute must voor liefhebbers van conceptuele kunst. Daarbij is het zeker niet droog, saai of elitair. Als je nog nooit in De Pont bent geweest, is deze expositie daarom een goede aanleiding om een keer te gaan. De rest van de collectie is namelijk ook absoluut de moeite waard.