Verre van inventief
Eric Corton, bekend als radio- en tv-presentator, soapacteur, liedjesschrijver en ouderwetse rock ’n roll-liefhebber, heeft na menig commercieel succes voor anderen gearrangeerd te hebben nu een eigen band opgericht waarmee hij de wereld wil veroveren: Tacker. Corton schreef eerst twaalf nummers en zocht daar vervolgens een band bij, wat uitmondde in een sterk Haags-georiënteerd geheel: de muzikanten speelden eerder met onder meer Billy the Kid en Anouk.
Reddende engel
Tacker maakt vooral moderne (nou ja, post-grunge) rock, waarbij weinig van de gebaande paden wordt afgeweken. Slecht zijn de nummers zeker niet – zowel Corton als de muzikanten hebben bergen ervaring, dus weten ze wel hoe ze een nummer moeten schrijven en opnemen – maar ze stralen niets eigens uit. Dit in tegenstelling tot wat de band in zijn bio schrijft. Tacker presenteert zichzelf als de reddende engel van de rock ’n roll waar we al jaren op zaten te wachten: ‘Re-animators of rock? Ja… Inventors of stage-rage? Ja… Adventurers of the string-thing? Jazeker… Maar vooral iets dat je nog niet gehoord hebt en dat een bijzondere plek inneemt.’
Minzame glimlach
Ten eerste is dit volstrekte onzin, want Tacker doet niets nieuws, maar bovendien maak je als band jezelf met dergelijke leuzen volstrekt belachelijk. Bij welke muziekliefhebber – ook die met humor, want anders krijgen we dat weer – verschijnt nu geen minzame glimlach als hij leest dat een groep zichzelf uitroept tot ‘re-animators of rock’ en de ‘inventors of stage-rage’? Laat staan bij een groep als Tacker.
Seksgod
Tacker is sterk geïnspireerd door de woeste grungebands Nirvana en Pearl Jam, maar is net te weinig authentiek om die vergelijking zonder kleerscheuren te doorstaan. Vooral referenties als Bush en Creed steken bij het luisteren steeds weer de kop op, en dat is allerminst positief bedoeld. Oftewel: Tacker rockt wel, maar gaat nooit helemaal los. En een seksgod als Bush-zanger Gavin Rossdale zal Eric Corton ook wel nooit worden.