Ambitieuze roman stelt niet teleur
Betje Wolff en Aagje Deken zijn vooral bekend bij het Nederlandse publiek door hun roman Sara Burgerhart. Aan deze wat nuffige roman bewaren de meeste lezers (toen nog middelbare scholieren) niet veel goede herinneringen. Hoe anders zijn de twee figuren die Kees ’t Hart opvoert als personages in zijn nieuwe boek Ter navolging. De twee schrijfsters blijken geenszins moraalridders en brave burgertrutten. Betrokkenheid bij aardappelsmokkel en pornografische geschriften illustreren dat.
Vincent Gorter, een jonge onderzoek, ziet zijn vermoedens over de 18e eeuwse schrijfsters bevestigd. Na wat archiefwerk en contacten met derden komt hij achter de onbekende feiten van Wolff en Deken. Zijn vader begon in de jaren vijftig aan een roman over de twee vriendinnen. Hij vertrok hiervoor naar Trevoux, waar ze een tijd hebben gewoond ten tijde van de hevige terreur in Lyon in de periode na de Franse Revolutie. De interesse van Jan Gorter werd gewekt door de waarschijnlijkheid dat hij een nazaat is van Wolff en Deken. Deze nazaten organiseren elke 5e november een herdenking op de begraafplaats Ter navolging in Den Haag waar de schrijfsters ze begraven liggen.
Eigentijds
De roman is evenals het bekendste werk van Wolff en Deken opgebouwd als een ‘brievenroman’, zij het dat dit fenomeen geactualiseerd is door ’t Hart. De personages spreken tot elkaar in e-mails, sms-jes en faxen. Ook zijn er passages uit de roman waar Jan Gorter aan werkte opgenomen. In tegenstelling tot oudere brievenroman heeft dit literaire procédé geen invloed op de leesbaarheid van de roman. De gebeurtenissen volgen vlug op elkaar, er is een behoorlijke spanningsboog en er worden veel suggesties gewekt over dingen die vaag zijn of nog staan te gebeuren. De stijl van schrijven is erg eigentijds. Bijzonder is dat bij de passages uit de roman van Jan Gorter in cursief aantekeningen zijn gemaakt over de schrijfwijze. Betje moet zowel superieur als slachtoffer zijn, Vestdijkiaans. Ook maakt hij aantekeningen dat het meer à la Borderwijk moet zijn.
Het is interessant om te lezen hoe de geschiedenis verweven is in de roman. Zo worden er linken gelegd met opstanden in Friesland en het verblijf van Wolff en Deken en Albitte, een ‘rebellenleider’ in Lyon, die Wolff enkele gedichten voor legt. ’t Hart is op een flexibele manier met de historische feiten omgesprongen. Zo zijn de nazaten niet echte nazaten van Wolff en Deken, die geen kinderen hadden, maar van Caroline Ravanel, een kennis van de twee schrijfsters, die mee ging naar Frankrijk om daar in alle rust te kunnen bevallen van een zoon, François Leen Martin Ravanel.
Porno
De ontdekking dat Wolff en Deken betrokken waren bij de vertaling en productie van pornografische geschriften wordt ook geïllustreerd aan de hand van brieven die Mies, de vriendin van Vincent schrijft aan haar fictieve vriendin Polly. De brieven gaan bijvoorbeeld over de verschillende sex die zij en Vincent hebben. Close reading leidt tot de conclusie dat ‘Polly’ klinkt op ‘Pretty’ het hondje van Wolff. De voorkant wordt ook opgesierd door een hondje. En in de schilderkunst verwijst de hond vaak naar wellustigheid en seks.
Zoals de achterflap al schrijft, is het een ambitieuze roman. ’t Hart probeert veel verschillende gebieden in zijn roman te bestrijken, Franse geschiedenis, vaderlandse geschiedenis, universitaire wereld, het schrijven van een roman, archiefonderzoek, verschillende persoonlijke geheimen en meer. Hoewel deze opsomming wat chaotisch aandoet, is het boek een consistent geheel geworden. De verhaallijnen vallen veelal in elkaar, hoewel van sommige gebeurtenissen het toegevoegde element nogal klein is. Verder dragen de ‘geheimen’, zoals de reden het snelle vertrek uit Trevoux van Jan Gorter en zijn zus, bij aan de spanning, maar zijn ze niet heel interessant. Ook zijn sommige uittreksels uit het archief niet altijd even boeiend om te lezen. Ook sommige grappen met namen als prof. Frits Ankersmit uit Groningen zijn wat flauw.
Beschreven
Het boek eindigt met de herdenking van de sterfdag door de nazaten. In het boek schrijft Kees ’t Hart hier een artikel over in de Vrij Nederland. Hij eindigt met een alinea over het leven en de geschiedenis van Betje Wolff en Aagje Deken, die weer herschreven moet worden. Laat hij dat nu net op een leuke manier hebben gedaan in deze roman.